Slechts een kwart van de gebouwen heeft dus wel een label. Daarom zette Taskforce Label A een landelijke benchmarch uit voor de actuele labelstatus. ‘Op basis van deze 100 procent hebben we kunnen berekenen dat 20.000 kantoren nog niet voldoen aan het label’, legt Marcel van Miert van Taskforce Label A uit. ‘Goed voor in totaal vijftien miljoen vierkante meter vloeroppervlak.’
De benchmark geeft de status in verschillende categorieën weer, zoals oppervlakte en bouwperiode. De grote kantoren scoren over het algemeen beter. Het meeste werk ligt vooral bij de oudere, kleinere kantoren tot 1.000 vierkante meter. Onder andere monumenten, tijdelijke voorzieningen en kantoren kleiner dan honderd vierkante meter zijn vrijgesteld van de labelplicht.
Ook per gemeenten zijn er verschillen te zien. Van de grote steden scoren Tilburg en Utrecht het beste, met 32 en respectievelijk 29 procent van de kantoren gelabeld. Bij de hekkensluiters heeft slechts 10 procent van de kantoren een label. Van de kantoren mét energielabel wisselt het percentage met label C of beter ook sterk per gemeente. Koploper Utrecht scoort hier met 82 procent het hoogst, op de voet gevolgd door Amersfoort en Breda.
Hoewel de cijfers laten zien dat het urgent is om aan de slag te gaan is het nog niet te laat om de eindstreep met succes te halen. Marcel van Miert reageert: ‘Label C is mogelijk door in te zetten op bijvoorbeeld ledverlichting, HR++ glas, zonnepanelen en spouwmuurisolatie. Voor de meeste kantoren is dit te realiseren in een jaar, maar dan moet je wel nu beginnen.’
Als het verduurzamingstempo niet omhoog gaat, zijn veel kantoren straks onbruikbaar, waarschuwde de RVO eerder. Minstens 65.000 van de 100.000 Nederlandse kantoren moeten uiteindelijk voldoen aan de label-eis. De verplichting valt onder het Energieakkoord uit 2013 en draagt bij aan het realiseren van een CO2-arme omgeving in 2050, zoals twee jaar geleden is afgesproken in nieuwe klimaatdoelstellingen.
Lees hier het hele persbericht van Taskforce Label A.