Glas ziet een taak voor nationale, regionale en lokale overheden. Elk moet eigen stappen zetten om grote schade aan de gebouwde omgeving door klimaatverandering te voorkomen. Het Rijk en de provincies moeten sturen op verstedelijking in minder kwetsbare gebieden en lokale overheden moeten werken aan klimaat robuuste gebiedsontwikkeling. Enige haast is geboden, want na 2050 neemt de kosteneffectiviteit van veel maatregelen af.

De huidige woningbouwplannen voor één miljoen woningen concentreren zich in de Randstad. ‘De huidige woningbouwplannen leiden tot een verdere concentratie van woningbouw en werkgelegenheid in de Randstad. Dit is logisch, gezien de enorme vraag naar woningen in dit gebied en de daar aanwezige werkgelegenheid en infrastructuur. Dit leidt wel tot steeds verdere concentratie van investeringen in een gebied dat op de lange termijn steeds meer bloot staat aan de gevolgen van zeespiegelstijging en bodemdaling’, schrijft Glas. ‘Hoewel nog onduidelijk is wat de uiteindelijke omvang van de zeespiegelstijging zal zijn en op welke termijn we deze kunnen verwachten, zijn de potentiële risico’s voor de veiligheid niettemin groot.’

Taken voor de hogere overheden

In het briefadvies roept deltacommissaris Glas de ministeries van BZK en IenW dus op om na te denken over het verschuiven van investeringen naar minder kwetsbare en veiligere gebieden. Een andere taak voor het Rijk en de bovenregionale overheden is het behouden van voldoende ruimte rondom waterwegen. Om in de toekomst primaire waterkeringen te kunnen blijven versterken zonder dat dit onnodig duur of complex uitpakt, moeten we extra ruimte langs de waterkeringen open houden. Glas waarschuwt voor bebouwing die toekomstige dijkversterking in de weg zit. Daarvoor kan het Rijk volgens de deltacommissaris kijken waar de Beleidsregels om aanscherping vragen, waarbij het nader inperken of uitsluiten van bouwactiviteiten niet wordt uitgesloten.

Ook is voldoende ruimte nodig voor hogere en frequentere piekafvoeren op de rivieren. Bouwprojecten op plekken waar water zich bij hevige neerslag verzamelt, aldus Glas, zoals tijdens de recente watersnood in Limburg, wordt tevens door de deltacommissaris sterk ontraden.

Ook gemeenten moeten aan de bak

Op het niveau van lokale overheden draait het vooral om de klimaatrobuuste uitwerking van gebiedsontwikkeling, nieuwbouw, herbestemmingen en renovatie. Klimaatadaptief bouwen vraagt om concrete doelen en prestatie-eisen, schrijft Glas. Verder moeten lokale overheden hun openbare ruimte vergroenen, om zo meer ruimte te geven aan water bij hevige regenval. Het Bouwstenenrapport, dat de deltacommissaris in zijn briefadvies aanhaalt, adviseert om daar vijf tot tien procent meer ruimte voor vrij te maken.

Op lokaal niveau waarschuwt Glas voor het bouwen in sterk zettingsgevoelige gebieden, waarin de openbare ruimte en de infrastructuur vaak verzakt met als gevolg schade aan rioleringen en wegen. Aan het bouwrijp maken van die grond moeten scherpe eisen hangen. Zonder die eisen kunnen de kosten voor beheer en onderhoud verdubbelen.

De keuzes die de verschillende overheidslagen moeten maken beïnvloeden elkaar, benadrukt de deltacommissaris. Ontwerpend onderzoek kan helpen om de onderlinge raakvlakken en relaties inzichtelijk te maken. Ook helpt het bij de integrale opties voor de lange termijn scherp krijgen en bewustere keuzes op korte termijn maken.

Nu investeren

Het briefadvies gaat ook dieper in op de kosten en baten van klimaatadaptieve maatregelen. Voor maatregelen tot 2050 is onderzocht of de extra kosten voor klimaatadaptief bouwen opwegen tegen de verwachte klimaatschade in de komende dertig jaar. Die rekening presenteert zich nu al, terwijl de baten pas verder in de toekomst zichtbaar worden.

Uit recent onderzoek van Arcadis naar de Metropoolregio Amsterdam blijkt dat de verhouding van de kosten en baten van klimaatadaptief bouwen in urbane gebieden positief is en als ‘no-regret’ kan worden beschouwd. Dit komt door de hoge bebouwingsgraad en verdichting, wat veel schade door klimaateffecten met zich meebrengt. Het rendement van klimaatmaatregelen is hier het beste zichtbaar door grote winst in luchtkwaliteit, een toename van stedelijk groen en hoge arbeidsproductiviteit.

De kosteneffectiviteit neemt af in suburbane gebieden met minder inwoners en is afhankelijk van lokale bodem- en watersystemen. Dit neemt volgens Glas niet weg dat maatregelen in die gebieden waardevol zijn. Vanuit het ‘voorzorgprincipe’ kan worden beredeneerd dat acceptabele meerkosten onderdoen voor de maatschappelijke baten die ermee gewonnen worden.