De aanleiding voor de motie is de sterke toename van het aantal dakloze mensen. Van 2009 tot 2019 verdubbelde het aantal dakloze mensen in Nederland, van 20 tot bijna 40 duizend. Sindsdien zagen we volgens het CBS een lichte daling, naar 32 duizend mensen in 2021. Reden voor enthousiasme is er volgens experts echter niet.
Valente, de vereniging voor ondersteuning voor dak- en thuisloze mensen, wijst op overvolle opvang en beoordeelt de CBS-cijfers als ‘veel te positief’. Kinderen onder jonger dan 18 en senioren ouder dan 65 zitten niet in de statistieken. Bovendien komen mensen die onder permanente dreiging van dakloosheid leven niet in de CBS-cijfers terug, meldt de Woonbond. Ook recente uitingen van de VN over de Nederlandse wooncrisis en de in juni ondertekende EU-verklaring voor het per 2030 beëindigen van dakloosheid, waren reden om de motie op te stellen.
Veel draagvlak
De motie werd bijna unaniem aangenomen. Enkel de voorstem van de Fractie Den Haan ontbrak, door afwezigheid. Het aannemen van de motie valt samen met een GroenLinks-motie in het Europees Parlement. De Europese Commissie stelt 1 miljoen euro beschikbaar om dakloosheid door heel Europa in kaart te brengen. ‘Dat is belangrijk, want we hebben deze kennis nodig voor beleid om dakloosheid vóór 2030 te beëindigen’, aldus Europarlementariër Kim van Sparrentak op Twitter.
De verschillende organisaties achter de woonprotesten reageren enthousiast op Beckermans oproep. Niet gek, want eis nummer één van het Woonmanifest luidt: ‘Maak het bestrijden van (dreigende) dakloosheid topprioriteit’, vrijwel identiek dus aan de motie.
Jan de Vries, jurist mensenrechten: ‘Gezien de huidige politieke dynamiek is dit een goede ontwikkeling. Dakloosheid is de extreemste schending van het recht op wonen. Dit is een begin van politieke erkenning daarvan.’ De Vries wijst erop dat huidige beleidsprogramma’s als het Actieprogramma Dak- en Thuisloze Jongeren 2019-2021 dit jaar aflopen. ‘Dit moet zich nu dus vertalen naar een belangrijke plek in de formatie.’
Het bijna unanieme aannemen van de motie kan je zien als breed draagvlak voor een serieuze aanpak voor dakloosheid, maar ook juist als zwakte: het verzoek om dakloosheid tot ‘topprioriteit’ te maken is dusdanig breed geformuleerd dat je het er nagenoeg niet oneens mee kan zijn. Hoe nu verder is dus de hamvraag, zegt SP-Kamerlid Sandra Beckerman zelf over de motie. ‘Je kan je afvragen of deze motie symbolisch en nietszeggend of een stap vooruit is’, zegt het Kamerlid. ‘Maar het is vooral belangrijk dat aandacht voor de kwetsbaarste mensen bij alle maatregelen voor een betere woningmarkt bovenaan de prioriteitenlijst staat. Het gaat echt om het recht op wonen.’
Dakloosheid is een woonprobleem
Het oplossen van dakloosheid moet vooral in de woningmarkt worden gezocht. Vooropgesteld: dakloosheid is een breed probleem. Mensen worden dak- of thuisloos om uiteenlopende redenen, dus een eenduidige oplossing is er niet. Wel blijkt uit een berg aan wetenschappelijk onderzoek dat toegang tot een (betaalbare) woning vrijwel altijd bepalend is. Huisuitzettingen, geen onderdak vinden na het verlaten van een instelling, en verlies van huisvesting na een ingrijpende gebeurtenis zoals een relatiebreuk of baanverlies zijn alle drie belangrijke drijfveren achter dakloosheid. De (beperkte) beschikbaarheid van betaalbare woningen is dan doorslaggevend.
‘Herstel begint met een huis’, stelt de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving dus in een advies uit 2020. Onderzoeker stadsgeografie aan de Universiteit van Amsterdam Cody Hochstenbach verwoordde het in een uitzending van Pointer wat snediger: ‘De afbraak van de volkshuisvesting hangt direct samen met de toename van dakloosheid.’
Paradigmaverschuiving
Dat dakloosheid vooral een woonprobleem is, lijkt slechts mondjesmaat te landen. Daarbij speelt dat veel mensen een verkeerd beeld hebben van de oorzaken van dakloosheid. Zaken als drugsgebruik of mentale problemen zijn vaker het gevolg van dakloosheid dan de oorzaak ervan, in tegenstelling tot wat veel Nederlanders denken. Dakloos zijn is stressvol en eng. Dat kan tot mentale problemen leiden en drugs zijn soms een vluchtweg, een coping-mechanisme. Toch blijven we dakloosheid als zorgprobleem zien. Vooralsnog valt het dossier dakloosheid onder het ministerie van VWS en niet onder BZK.
In het Actieprogramma Dak- en Thuisloze Jongeren 2019-2021 is wel aandacht voor wonen. Ook bij de zogenaamde ‘Blokhuismiddelen’, de pot van 200 miljoen euro die het Rijk vorig jaar beschikbaar stelde aan gemeenten om dak- en thuisloosheid terug te dringen, ligt een sterke nadruk op huisvesting. ‘De aanpak zal zich met name richten op het beschikbaar stellen van extra woonplekken met begeleiding’, aldus VWS in een toelichting. Kennisplatform Sociale Vraagstukken concludeert in een analyse dan ook dat er momenteel een paradigmaverschuiving gaande is, waarbij we dakloosheid steeds meer zien als huisvestingsprobleem.
Woonoplossingen
Concrete stappen die Beckerman noemt om het aantal dakloze mensen structureel te verminderen zitten dan ook primair in de woonsfeer. Ze noemt het afschaffen van de verhuurderheffing, zodat meer betaalbare sociale huurwoningen beschikbaar worden. Ook pleit ze voor het verder reguleren van vrijesectorwoningen, zodat huurders in het geliberaliseerde segment minder snel betalingsproblemen krijgen. Het vergroten van het aanbod van betaalbare woningen moet er voor zorgen dat mensen die nu dak- of thuisloos zijn eerder een eigen thuis kunnen vinden, en voorkomen dat mensen door huurachterstanden en betalingsproblematiek op straat belanden.
De Vries voegt het afschaffen van de kostendelersnorm toe als maatregel. Deze norm voorkomt nu dat mensen met een bijstandsuitkering samen kunnen wonen, want dan wordt hun uitkering minder. Dat werkt dakloosheid in de hand. Een andere mogelijke oplossing zit in een structurele landelijke housing first-aanpak. Finland, waar de landelijke overheid housing first omarmde, was de laatste jaren het enige Europese land dat erin slaagde om het aantal dakloze mensen te verminderen.
Rechtsbescherming
Voor het tegengaan van dakloosheid is verder sterkere naleving van het recht op wonen nodig, stelt de Vries. Wonen is een mensenrecht, maar burgers hebben nu weinig middelen om dat recht te claimen en de staat aan te spreken op het niet nakomen van verplichtingen. ‘Het recht op huisvesting moet echt afdwingbaar worden voor individuen. Toegang tot recht is een cruciaal element voor de naleving van mensenrechten. Als je dakloos bent en je kunt jouw recht niet claimen, wat heb je dan aan dat recht?’, zegt de jurist. ‘Het staat in de grondwet en Nederland heeft mensenrechtenverdragen geratificeerd, maar de Nederlandse overheid ziet het recht op huisvesting meer als een soort vage ambitie waar ze aan moet werken, dan als een recht waar ze harde verplichtingen op heeft. Dat is een vreselijk achterhaald idee.’
Hier ligt een belangrijke taak voor de Tweede Kamer, aldus de Vries, des te meer omdat Nederlandse rechters bij hun uitspraken te weinig rekening houden met sociale mensenrechten. Als suggestie noemt hij ratificatie van het zogenaamde ‘Optioneel Protocol bij het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten’ van de VN. Dat bestaat sinds 2008 en sindsdien soebat Nederland over het al dan niet ratificeren ervan.
‘Dat protocol regelt het individueel klachtrecht. Je kan dan als individu een klacht indienen als je vindt dat je recht op huisvesting wordt geschonden.’ De jurist noemt Spanje als voorbeeld. Dit land ratificeerde het protocol wel. ‘Spaanse burgers hebben dus klachten ingediend bij het Comité en gelijk gekregen. Zo werd één van hen in het gelijk gesteld, omdat zijn gezin en hij na huisuitzetting geen fatsoenlijke alternatieve woning kregen. Het Comité oordeelde dat zijn recht op huisvesting was geschonden. Prompt kreeg de regering ook de opdracht mee een nieuwe woonvisie te ontwikkelen waarin het recht op huisvesting centraal staat. Nu levert dat niet direct resultaat op, maar het is wel een belangrijk pressiemiddel. De dreiging van individuele klachten kan al druk zetten op bijvoorbeeld wethouders.’