Dit artikel staat in ROm 12, december 2021, vakmagazine voor de fysieke leefomgeving en gratis voor ambtenaren in dit domein. Neem nu een papieren of digitaal thuisabonnement.

Vervoer over water is van alle tijden, sterker: het heeft onze steden doen groeien en bloeien. Toch heeft lange tijd een sterke focus gelegen op vervoer per trein, bus en vooral de auto. Daar lijkt nu verandering in te komen. Twee belangrijke trends laten zien dat het goederenvervoer moet gaan verplaatsen naar het water, constateert Taco Jansonius, logistiek makelaar bij Provincie Utrecht. “Allereerst raakt de stad steeds voller. Vooral in en aan de rand van binnensteden wordt flink gebouwd. De woningbouw vindt voornamelijk binnenstedelijk plaats en ook nogal wat kantoor- en fabriekspanden krijgen een woonbestemming. Bij deze bouw moet men niet alleen de overlast beperken, maar ook de uitstoot. Daarnaast hebben binnensteden zoals die van Utrecht te maken met een flinke gewichtsbeperking voor vervoer om schade aan de eeuwenoude stadskelders te voorkomen. Vrachtwagens krijgen steeds minder toegang tot de binnensteden, terwijl er wel bouwmateriaal de stad in moet.”

Via het water belanden de goederen op hun eindbestemming. Beeld: Cityport of Utrecht

Modal shift

Daarnaast is er een onderbenutting van de beladingscapaciteit, vult Kees Modderman aan. Hij is logistiek adviseur bij Stichting Bureau Voorlichting Binnenvaart (BVB). “Over land wordt slechts veertig procent van de beladingscapaciteit benut. De binnenvaart is hier beter in, vooral bij het vervoeren in bulk”. Naast de betere beladingsgraad noemt Modderman nog een sterk pluspunt voor watervervoer: “Rivieren, grachten en kanalen kennen geen files.” Voor de regio Utrecht en trouwens ook de rest van Nederland is het volgens Modderman tijd om te werken aan de modal shift; verandering van vervoerswijze dus. “We kunnen onze logistiek veel efficiënt inrichten door meer te profiteren van de mogelijkheden over het water. Zeker als je bedenkt dat veel steden sinds de zeventiende eeuw zijn ingericht op waterlogistiek.”

Met het initiatief Logistiek over Water gaat het EICB samen met Provincie Utrecht en meerdere watergebonden gemeenten - zoals Wijk bij Duurstede en Nieuwegein – op zoek naar kansrijke waterlocaties voor de bouwlogistiek. De provincie sloot eerder al aan bij Joint Corridors Off-Road, een landelijk actieprogramma van de Topsector Logistiek met als doel om bedrijven te enthousiasmeren voor de switch naar water of spoor. Elke provincie doet hieraan mee.

Maandagmiddag 13 december (aanvang 13.00 uur) organiseren het EICB en Provincie Utrecht een expertsessie over de binnenvaart als oplossing voor knelpunten in de ruimtelijke ordening. Met sprekers die een toelichting geven op actuele, regionale én lokale casuïstiek. Voor meer informatie: via eicb.nl/utrecht.

 

Brickyards

Tot nu toe vindt goederenvervoer over water in de provincie Utrecht vooral plaats op de grote wateren. Zo is het Amsterdams-Rijnkanaal met de haven van industrieterrein Lage Weide een belangrijke verkeersader tussen de havens van Amsterdam, Rotterdam en het achterland. “Met de haven van Lage Weide als centrale bouwhub kunnen we regionaal opschalen en veel bouwmateriaal via het water de provincie inbrengen, en andersom”, legt Jansonius uit. Dat zal echter onvoldoende zijn voor de enorme woningbouw die gaat plaatsvinden, benadrukt hij. “We willen daarom door de provincie heen nieuwe ‘bouwhubs’ aan het water aankaarten en creëren.”

Het knelpunt zit vooral in het logistieke ruimtegebrek. Bouwhubs zijn niet overal mogelijk, aldus Modderman. “Het EICB heeft onderzoek gedaan naar kansrijke locaties, die we op 13 december presenteren. We zien bijvoorbeeld dat Amersfoort een insteekhaven heeft waar veel kansen zijn voor aan- en afvoer van goederen, en ook in Amsterdam komt in het havengebied een cityhub die inzetbaar is voor een breed goederenscala.”

Taco Jansonius bij het Utrechtse Rotsoord, tussen nieuwbouw en de Vaartsche Rijn. Beeld: Peter-Arno Broer Fotografie

De eerste provinciale modal shift-plannen zijn er al. Jansonius: “De komende twee tot drie jaar gaan we aan de slag met zogenaamde ‘brickyards’, speciale hubs voor straatklinkers en bakstenen. We starten binnenkort met een proef op het traject Tiel-Utrecht-Amsterdam. Hoe groter de hoeveelheden, hoe rendabeler dat vervoer wordt. Met de geplande woningbouw moet dat kansen bieden.”

‘Deze locaties helpen bij de ontsluiting van de regionale logistiek’

Bietenboot

Bedrijven die geïnteresseerd zijn in het opschalen van dit soort logistiek kunnen aankloppen bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, merkt Modderman op. “Een speciale modal-shift-regeling beoordeelt elk jaar plannen en verstrekt subsidies. In het Zuid-Hollandse Bergambacht is zo de nodige financiering rondgekomen om laadkranen aan het water te bouwen. Deze locaties helpen bij de ontsluiting van de regionale logistiek.” Een ander goed voorbeeld vindt hij Cosun Beet Company (voorheen Suiker Unie, red.). “Al hun suikerbieten worden nu uit Limburg via het water vervoerd naar Brabant, waarmee het bedrijf 15.000 vrachtwagenbewegingen bespaart.”

Kees Modderman, werkt vanuit het BVB en het EICB aan de opschaling van de modal shift. Beeld: Kees Modderman.

Tijdsbesparing

De regionale logistieke shift biedt extra ontwikkelkansen voor randstedelijke gebieden. In de Utrechtse binnenstad reikt het goederenvervoer nu niet veel verder dan de ‘bierboot’, een gemeentelijke elektrische boot die de horeca al lange tijd bevoorraadt. “Het overvaren van bouwmateriaal gebeurt in de binnenstad nog uiterst sporadisch”, constateert Jansonius. “Dit kunnen we opschalen door grote en kleine bouwhubs aan de rand van de binnenstad te creëren, die met elkaar verbonden zijn.”

Zo liet aannemersbedrijf Van Zoelen voor een restauratieproject in de Utrechtse binnenstad het sloopmateriaal in containers met duwboten naar de Liesboschhaven brengen, op de grens van Utrecht en Nieuwegein. “Het werk was hierdoor vijf weken eerder klaar. Dit beviel zo goed dat ze nu ook het renovatiemateriaal de andere kant op laten varen”, licht Jansonius toe.

De Liesboschhaven is een geschikte hub van middenformaat. Andere potentiële locaties zijn de Container Terminal Utrecht bij Lage Weide, en verschillende locaties in de provincie, zoals industrieterrein Het Klooster in Nieuwegein. Jansonius: “De bouw zal anders moeten nadenken, afhankelijk van het bouwproject en bouwfase, maar hoeft zich niet veel aan te passen. Bouwbedrijven kunnen heel makkelijk overstappen op schepen, en de praktische, financiële en duurzame winst is al bewezen. We zien dat steeds meer partijen dit beseffen.”

‘In de binnenstad krijgt de waterlogistiek direct te maken met woningen en recreatie.’

Emissieloos en stil

Omdat in de Utrechtse binnenstad wordt gewoond en gerecreëerd, moeten de goederenboten waken voor overlast. “We zullen ons aan elkaar moeten aanpassen”, zegt Modderman. “Er zijn al venstertijden voor de bevoorrading van de winkels in de binnenstad. Het is goed denkbaar dat goederenvervoer alleen ’s ochtends over het water plaatsvinden.” De boten zijn trouwens elektrisch, waardoor ze emissieloos en stil over het water varen, geeft hij aan. Verschillende botenbouwers spelen in op de ontwikkelingen, zoals CityBarge en Green Wave van Tesco Shipping. “De laatste is ongeveer veertien meter lang met een laadvermogen van twintig ton. Zulke boten zijn wendbaar en geven weinig golfslag”, voegt Jansonius toe.

De boten kunnen in de binnenstad aanmeren bij kleine pontonnetjes. Vandaar gaan de bouwmaterialen en andere goederen eventueel met kleinschalig elektrisch vervoer naar locaties die verder van het water liggen. Jansonius: “De gemeenten moeten goed kijken naar de geschikte lokale invulling hiervoor”.

Het initiatief van het EICB en de provincie is interessant voor veel bedrijven om de shift te maken naar duurzaam en schoon watervervoer. Modderman noemt PostNL, Gamma of afvalbedrijven.