Dit is een ingekorte versie van het artikel dat verschijnt in Vakblad Groen nummer 11. Klik hier voor meer informatie.

Er is toenemende aandacht voor klimaatadaptieve oplossingen waarbij groen een belangrijke rol speelt, maar er is volgens Oosthoek de laatste jaren een afnemende kennis op groengebied te bespeuren. ‘Wat mij opvalt is dat de kennis vaak mager is, zowel bij de inkoopafdeling als de beleidsmedewerkers over wat ze vragen en hoe ze daarmee in de uitvoering omgaan.’

Oosthoek beseft dat het tekort aan mensen hier een rol in speelt. ‘Er gaan een hoop mensen met pensioen, zowel bij bedrijven als gemeenten, en dan krijg je nieuwe mensen terug die nog geen kennis van zaken hebben. Die moet je allemaal bijbrengen wat de mogelijkheden zijn in deze markt en waar ze mee aan de slag kunnen. Daar ligt voor ons als stichting een cruciale opdracht.’

Stichting Groenkeur, die een goede bedrijfsvoering binnen de groene sector voorstaat, is uitgegroeid tot het enige onafhankelijke keurmerk voor de groene sector met een verscheidenheid aan certificaten. ‘Wat je ziet is dat sommige opdrachtgevers die eis voor een certificaat op een gegeven moment toch weer laten vallen. Waarom? Er zijn aannemers die geen keurmerk hebben en zeggen dat de eis disproportioneel is. Er zijn ook bedrijven die zeggen: ik ben gelijkwaardig aan Groenkeur. Om gelijkwaardig te zijn, moet je audits laten uitvoeren, intern en extern. Weet als opdrachtgever wat je vraagt van mensen en ga er zorgvuldig mee om. Mensen hebben een hoop tijd en energie in die certificering gestopt en wees dan als opdrachtgever gedurende het proces erop alert dat mensen over die certificaten beschikken of blijven beschikken.’

Onderhoudsbudget

Circa 80 procent van de Nederlandse gemeenten verwachtte voor dit jaar een tekort in de begroting, blijkt uit een benchmark van BDO Accountants & Adviseurs. Het oplopende tekort dwingt gemeenten keuzes te maken. Het is volgens Oosthoek dan ook belangrijk om, met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen in 2022, groenbeleid onder de aandacht van de gemeenten en lokale bestuurders te brengen en te beseffen dat onderhoud een zwakke schakel is in het geheel.

‘Wat je op dit moment ziet, is dat er veel wordt geïnvesteerd in groen, maar wat er niet beschikbaar wordt gesteld is onderhoudsbudget. Dat gebeurt niet, omdat er geen geld voor is. Als je groen activeert op je gemeentelijke balans, dan komt er een bedrag te staan, dan gaat het waarde vertegenwoordigen en iets van waarde daar ga je geld aan uitgeven.’ 

Conditiemeting

Een gunstige ontwikkeling is volgens Oosthoek de NEN 2767 Conditiemeting: een omschrijving voor de methodiek voor de technische beoordeling van zowel infra als gebouwen. Op basis van die omschrijving is een Groenmethodiek 2767 ontwikkeld: een aangepaste, op groenbeheer toegesneden methodiek voor groenbeheer. Die is volgens Oosthoek inmiddels door diverse groenbeheerders, waaronder zeven gemeenten, in de praktijk met succes toegepast. ‘De verandering die je nu ziet, is dat mensen de waarde van groen niet alleen ervaren, maar ook gaan activeren. Dan is het ook logisch dat je er geld aan uitgeeft. Amsterdam, Haarlem en nog een paar andere gemeenten zijn daar nu mee bezig in het kader van het meerjarenonderhoudsplan. Gemeente Den Haag heeft bijvoorbeeld bomen op de balans gezet. In die ontwikkeling zit een heel grote winst.’

Met de inspectie in de hand wordt een meerjarenonderhoudsplan gemaakt. Oosthoek pleit er in aansluiting hierop voor om langjarige onderhoudscontracten af te sluiten. ‘Niet voor 2 of 3 jaar, maar voor een veel langere termijn. Je ziet bijvoorbeeld bij het ecologisch bermbeheer dat het omvormen van de berm een paar jaar kost voor je er echt plezier van hebt. Dus als je het goed wilt doen, moet je langere contracten afspreken met elkaar.’