Minister Schultz van Infrastructuur en Milieu kwam dan ook redelijk ongeschonden uit de behandeling van de Omgevingswet, afgelopen dinsdag bij de commissievergadering Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening (IMRO) in de Eerste Kamer.
Een belangrijk punt van kritiek kwam van de SP-fractie, die bij monde van woordvoerder Meta Meijer klaagde over de bekorte termijnen van de inwerkingtreding van een besluit. Dit maakt het voor de burger moeilijk om te participeren en voor zijn of haar belangen op te komen, aldus Meijer. In een motie riep zij de minister op om de inwerkingtreding van omgevingsvergunningen voor onomkeerbare activiteiten te verlengen naar 4 weken. De minister gaf aan vast te willen houden aan snelle, inzichtelijke procedures, maar toonde zich niettemin bereid de inwerkingtreding van onomkeerbare besluiten te verlengen tot 4 weken, mocht een meerderheid van de senaat zich achter de motie scharen. Daar wordt aanstaande dinsdag over gestemd.
Provinciale bevoegdheden rondom leegstand
Een ander twistpunt ging over de rol van de provincie rondom de actuele leegstandsproblematiek. Onder de huidige Wro kunnen provincies via een zogeheten provinciaal inpassingsplan (PIP) een dwingende maatregel opleggen aan gemeenten. Zo zet de provincie Utrecht met een PIP in één keer een streep door 4 miljoen vierkante meter plancapaciteit voor kantoren. Schultz vindt het niet wenselijk dat de provincies gemeenten kunnen overrulen bij het wegnemen van plancapaciteit, en afgezien van het voorbeeld van Utrecht zijn provincies daar ook uitermate terughoudend in.
Via het zogeheten instructiebesluit kan de provincie wel aangeven dat er moet worden gesneden, maar meer doorzetmacht is volgens de minister in strijd met het subsidiariteitsbeginsel. Gemeenten zijn volgens Schultz zélf in de lead om onderling afspraken te maken over het indammen van de planvoorraad. Mirjam Bikker (ChristenUnie) stelde echter dat het wenselijk is dat provincies meer bevoegdheden hebben, zeker gezien de actuele ontwikkelingen op de retailmarkt. Na herhaald aandringen zegde de minister toe met het IPO (Interprovinciaal Overleg) in gesprek te gaan over de vraag of het instrumentarium zoals het nu voorligt voor de provincies afdoende is om de planvoorraad voor nieuwe kantoren en retail te beteugelen, en de Kamer nog vóór de Invoeringswet over de uitslag te rapporteren.
Rechtszekerheid kwam meermaals aan de orde tijdens het debat. Zo informeerde PPV'er Alexander van Hattem naar de mogelijkheden voor burgers om zich te beroepen op planschade als het voornemen van globale planvorming blijft gehandhaafd. Schultz pareerde deze vraag door te stellen dat de rechtszekerheid ook onder de huidige Wro allesbehalve gegarandeerd is.
'Met het onderbrengen cruciale regelgeving in AMvB's wordt kamer buitenspel gezet'
Stevige kritiek kreeg de minister te voortduren van Marijke Vos (GL) en Christine Teunissen (Partij voor de Dieren), die vinden dat met het onderbrengen van cruciale regelgeving in AMvB's (algemene maatregelen van bestuur) de kamer buitenspel wordt gezet omdat de amendementsbevoegdheid van de Tweede Kamer geen betrekking heeft op AMvB's. Met ander woorden: als er geen wetten meer worden gemaakt, wordt de Kamer als medewetgever buitenspel gezet.
Normering Wro in Omgevingswet
Schultz verweerde zich door te stellen dat AMvB's in werking even zwaar tellen als een wet en dat de Kamer wel degelijk kan meepraten over normeringen. Vos wil belangrijke omgevingswaarden zoals geluid, geur en CO2 zoveel mogelijk bij wet vastleggen en stelde in een motie voor om normering uit de huidige Wro mee te nemen in de Omgevingswet. De minister deed de discussie luchtig af door erop te wijzen dat het mogelijk is fragmenten uit de huidige Wro mee te nemen en zette de motie weg als ondersteuning van het beleid.
Petra Stienen (D66) vroeg de minister in een motie bij het opstellen van de Nationale Omgevingsvisie uiteen te zetten hoe kan worden bijgedragen aan het verwezenlijken van de klimaatdoelen van Parijs (2015).
Competenties van ambtenaren
Bijzonder was de opmerking van Schultz' partijgenoot Annemarie Jorritsma, die twijfels uitte bij de competenties van de ambtenaren die de wet moeten uitvoeren. In haar beantwoording verklaarde Schultz dat 'dingen mogelijk maken een andere blik op de wereld vergt dan dingen tegenhouden', iets waarin de huidige generatie RO-ambtenaren blijkbaar excelleert als we de minister moeten geloven.
Zowel GroenLinks als de Partij voor de Dieren kondigden aan in de huidige vorm de wet niet te ondersteunen. Andere partijen spraken in beginsel steun uit. Stemming over moties vindt aanstaande dinsdag plaats.