Door Jitske van Popering-Verkerk, onderzoeker bij GovernEUR/Erasmus Universiteit Rotterdam
Er is meer governance nodig! De governance moet toch effectiever kunnen?! Welk governance arrangement zullen we hiervoor inrichten? Deze oproepen en vragen horen we vaak in de ruimtelijke ordening. Bijvoorbeeld in de energietransitie, waarbij overheden, bedrijven en maatschappelijke partners zoeken naar het vormgeven van hun samenwerking. Of rond de nationale opgaven voor stikstof, water en woningbouw, waarin wordt gezocht hoe onderlinge afstemming vorm kan krijgen. Maar wat is governance van de ruimtelijke ordening eigenlijk?
Even een stapje terug naar het begrip governance. In het Engels zijn er twee begrippen om het besturen aan te duiden: government en governance. Government betekent dat een overheid een publiek probleem ziet, hiervoor een oplossing bedenkt, politiek-bestuurlijke besluiten neemt en hierover verantwoording aflegt. Denk aan het verlenen van een vergunning voor het bouwen van een carport of een besluit over de coronamaatregelen. In het geval van governance, daarentegen, werken publieke, private en maatschappelijke partijen samen rond een publiek issue. Als netwerk van partijen ontwikkelen zij oplossingen en realiseren die. Denk aan het aanpakken van geluidsoverlast rond een skatepark of de aanleg van een nieuw natuurgebied.
Governance is dus veel meer dan alleen samenwerking. Governance is ook veel meer dan organisatiestructuren en arrangementen. Governance van de ruimtelijke ordening betekent dat partijen rond een ruimtelijk vraagstuk in samenwerking tot oplossingen komen en realiseren.
Vanuit deze theorievorming over governance wil ik de stap maken naar de praktijk van ruimtelijke ordening. Als we governance van de ruimtelijke ordening serieus nemen, heeft dat in mijn ogen drie consequenties.
Ten eerste ontstaat governance altijd rond een issue, in dit geval een ruimtelijk vraagstuk. Een krachtige inhoudelijke agenda mobiliseert en motiveert partijen om zich in te zetten. Governance en inhoud gaan hand in hand. Een discussie over governance kan niet zonder inhoud en een discussie over inhoud kan niet zonder governance. Bijvoorbeeld door bij een warmteproject al vroegtijdig met alle betrokkenen na te denken, niet alleen over de inhoudelijke doelen en de business case, maar ook over de onderlinge samenwerking en rollen.
Ten tweede wordt governance daadkrachtig en effectief als gekeken wordt wie vanuit zijn rol welke bijdrage kan leveren aan het realiseren van de agenda. Door die vraag expliciet te stellen, kan iedere betrokkene vanuit zijn eigen kracht bijdragen. Zo zien we in warmteprojecten vaak hoe private partijen de business case opstellen, terwijl een bewonerscoöperatie bijeenkomsten in de buurt organiseert om over de plannen te vertellen.
Governance gaat ook over afspraken, verantwoordelijkheden, organisatiestructuren, et cetera. Maar, en dat is de derde consequentie, deze structuren zijn ondersteunend aan de inhoudelijke agenda en onderlinge samenwerking. Daarom is er ook niet één succesvol governance-arrangement aan te wijzen en zien we, bijvoorbeeld in warmteprojecten, allerlei maatwerkstructuren ontstaan.
Laten we dit in ons achterhoofd houden als we roepen om governance van de ruimtelijke ordening. In de ruimtelijke ordening van een gebied komt letterlijk alles samen. In die context is governance geen algemene oproep tot samenwerking. Het is een wezenlijk andere manier van besturen, vanuit de inhoudelijke en samenhangende opgave, waaraan ieder vanuit zijn eigen rol een bijdrage levert.