Het project laat met de uitslag het project FloodNet NYC uit New York en de Agricultural Field Analysis and Reporting Application uit Konya achter zich.

Het Living Lab Scheveningen startte in het verleden als het programmateam Smart Cities voor de Gemeente Den Haag, met de boulevard van Scheveningen als proefomgeving voor de gemeente en marktpartijen om innovatieve toepassingen in de praktijk te testen. Hiervoor is een speciale smart-infrastructuur aangelegd, die verbonden is met lichtmasten en kiosken. Sensoren verzamelen data data over crowd management en biodiversiteit. De infrastructuur vormt ook een ‘energiemarktplaats’ en stelt gebruikers van elektriciteit, zoals hulpdiensten en organisatoren van evenementen, in staat om energie beter in te kopen en verkopen.

‘De andere inzendingen zijn ook innovatief, anders sta je niet als genomineerde en finalist in Barcelona’, zegt Tijn Kuyper, accountmanager Digitale Innovatie en Smart Cities van de gemeente Den Haag, als hij uitlegt waarom de gemeente Den Haag als winnaar is uitgekozen. Volgens hem zit het verschil in de verschillende schaalgrootten van de projecten. ‘Ons living lab heeft een grotere kans op opschaling, daar blijven veel projecten vaak in achter. Wij werken samen met veel verschillende partners, wat het ook erg complex maakt. En we willen graag onze uitkomsten delen en daar open en transparant over zijn.’

Nu is het living lab uitgegroeid tot het expertisecentrum Digitale Innovaties en Smart Cities. ‘Dat betekent permanent. Hierdoor krijgt het Living Lab Scheveningen makkelijker toegang tot budgetten en kan het makkelijker uitbreiden en haar lessen toepassen op andere gebieden’, aldus Kuyper. Als voorbeelden noemt hij de Haagse wijk Binckhorst en het gebied Den Haag Zuidwest.

‘We zitten in een groeifase’, benadrukt Kuyper. Als onderdeel van de Nederlandse delegatie hoopt hij ook uit het congres in Barcelona lessen mee te nemen voor het living lab waar hij bij betrokken is. ‘De erkenning van de award is een motivatie om groter aan de slag te gaan. We willen vooral door met het toepassen van kennis op andere gebieden, die elk met andere vraagstukken aan de slag zijn.’