Door de wachtrij voor aansluitingen komen de klimaatdoelstellingen in gevaar. Nutsbedrijven trokken eerder al aan de bel over de beperkte aansluitcapaciteit. In delen van Noord-Holland, Friesland, Flevoland en Gelderland vind je zogenaamde ‘code rood’-gebieden. Daar komt de elektriciteit amper van A naar B en er is onvoldoende capaciteit voor zakelijke grootverbruikaansluitingen. Uitbreidingen van het elektriciteitsnet van de afgelopen jaren zijn niet toereikend.
De overbelasting van het net raakt niet alleen de energietransitie. ‘Wij maken ons zorgen over het toenemend gebrek aan transportcapaciteit in Nederland. Doordat de basis niet op orde is, zit er zowel een rem op de ontwikkeling van woningen, als op de vestiging, groei en uitbreiding van bedrijven’, zei Reinoud Fleurke, bestuurslid van de Stichting Kennisalliantie Bedrijventerreinen Nederland (SKBN), eerder tegen Stadszaken.
Keuzes in aansluitvolgorde
Volgens de netbeheerders worden de capaciteitsproblemen veroorzaakt door trage vergunningsprocedures en een tekort aan technisch personeel. Het vergunningstraject voor een nieuw onderstation, het punt voor aansluitingspunt op het hoogspanningsnet, kost meestal jaren. Ook huidige wetgeving over aansluitingen werkt niet mee. Nu geldt ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt’ bij de aansluiting op het net. Dat betekent dat een stroomslurpend datacentrum even veel prioriteit geniet als een woonwijk of zonnepark.
Nieuwe wetgeving moet volgens de nutsbedrijven soelaas bieden. Volgens hen moet de politiek keuzes maken in aansluitvolgorde. De netbeheerders zouden liever zien dat er een rangorde komt, waarin bepaald is of woningen, bedrijven of datacentra voorrang krijgen. Een goed idee, zei hoogleraar Machiel Mulder van de RUG erover tegen Stadszaken: ‘Duurzame aansluitingen, zoals hernieuwbare stroomproductie, zou je op deze manier voorrang kunnen geven. De capaciteit verdeel je dan anders.’
Wachten op nieuwe Energiewet
De nieuwe Energiewet 1.0 kan voorzien in het efficiënter verdelen van de netcapaciteit. Deze wet moet de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998 samenvoegen, met als doel de energietransitie, onder meer door systeemintegratie, te faciliteren. Kernwoord bij de wet is flexibiliteit: netbeheerders moeten meer vrijheden krijgen bij de volgorde van aansluiting.
De Energiewet ging december 2020 in consultatie, maar sindsdien lijkt er weinig progressie te zitten in de invoering. In maart van dit jaar raadde het Adviescollege toetsing regeldruk nog af om de wet in de Tweede Kamer in te dienen, omdat het onvoldoende uitgewerkt zou zijn. Naar verwachting zou het wetsvoorstel in 2022 aan de Kamer worden gepresenteerd. Begin deze maand werd echter een motie van Kamerleden Van der Lee (GroenLinks), Thijssen (PvdA) en Boucken (D66) aangenomen, met het verzoek aan de regering om met een ‘verzamelwet klimaat en energie’ te komen, ‘waarin praktische en technische knelpunten in de verschillende wetten omtrent energiebeleid verholpen kunnen worden, waarmee de wetgeving zo flexibel mogelijk blijft om de energietransitie te faciliteren.’ Hoe deze motie precies beantwoord wordt, is nog onduidelijk.