De regio Utrecht heeft onder andere 80.000 nieuwe arbeidsplaatsen, 4.000 hectare nieuw natuur- en recreatiegebied en 125.000 nieuwe woningen nodig. Haar zestien regiogemeenten hebben de afgelopen vier jaar een visie ontwikkeld op het gebied van wonen, werken, mobiliteit, groen, energie en gezondheid voor de periode tot 2040. Binnen de gemeenten zijn gesprekken gevoerd met inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties over hun wensen, behoeftes en opgaven waar zij voor staan. Dit is door de gemeenten ingebracht en afgewogen tot het IRP, de regionale visie en strategie van de regio Utrecht.

‘Het is belangrijk om als zestien gemeenten samen te beslissen over hoe we deze uitdagingen aangaan’, legt Sander Jansen, wethouder van de gemeente Zeist, uit. Hij is samen met Utrechtse wethouder Klaas Verschuure regionaal bestuurder voor het samenwerkingsverband achter de visie Integraal Ruimtelijk Perspectief. ‘De optelsom van de wensen is op veel plekken groter dan de ruimte die we hebben.’ Een gezamenlijke visie moet leiden tot duidelijkere en scherpere keuzes die lokale, regionale en nationale opgaven met elkaar verbindt en goed omgaat met de schaarse ruimte. Waar de gemeenten in het verleden soms nog de regio de rug keerden, en de regio dit op haar beurt deed met de provincie, moet dat nu anders.

Blik op ver vooruit

De eensgezinde oproep naar het Rijk moet vooral voorkomen dat de regio vastloopt en de bevolkingsgroei niet langer het hoofd kan bieden. Zo heeft de gemeente Zeist de wens voor een betere verbinding met het Utrecht Science Park. In de stationsomgeving van de gemeente Bilthoven en de gemeente Woerden moeten een substantieel aantal woningen komen te staan, maar niet zonder de bijbehorende infrastructuur voor voldoende bereikbaarheid. En het gebied tussen Zeist en Bunnik moet een sterkere biodiversiteit krijgen.

Maar de grootste druk ligt op de gemeente Utrecht. In de Primos bevolkingsprognose van ABF Research komt naar voren dat in de regio tot 2040 zo'n 175.000 woningen nodig zijn, de gemeente Utrecht neemt daarvoor 60.000 voor haar rekening. De A12-zone leent zich voor het ontwikkelen van meer knooppunten en ook Nieuwegein is een aandachtsgebied.

De plannen zijn nog niet concreet, noch staan er al bedragen vast die nodig zijn voor de opgaven. De zestien gemeenteraden buigen zich in november en december over het IRP, dat nu naar hen is gestuurd. Maar volgens wethouder Jansen moet je allereerst weten waar je investeringen voor nodig hebt om de regio sterk te houden, alvorens je het Rijk om dat geld kan vragen. Over de vorm zijn ze nog niet uit, dat staat volgens Verschuure los van het visiedocument dat nu bij de gemeenteraden op tafel ligt: ‘Het is enkel de visie, een blik op ver vooruit. Het is aan onze gemeenten om lokaal eigen plannen verder concreet te maken.’ In de uitvoering kan nog van alles veranderen, aldus de Utrechtse wethouder.

Het IRP-document moet dus uitstralen dat de regio Utrecht met één stem spreekt en eensgezind de opgaven oppakt die in de regiogemeenten spelen. Het verband moet ook een manier zijn om elkaar onderling sneller te vinden voor het bespreken van individuele afwegingen. ‘Als gemeenten ergens woningen willen realiseren en deze bereikbaar willen maken met een mobiliteitsknooppunt, dan is het fijn om daar goede gesprekspartners bij te hebben.’ Maar de wethouder uit Zeist geeft ook toe dat er een zestiental meningen over het IRP zullen komen, al vermoedt hij dat de uitgelegde visie door hen allen gedeeld zal worden. Individuele belangen en wensen van regiogemeenten kunnen kruisen met het algemeen belang, maar voor grote problemen zal het volgens Jansen niet te zorgen.

Tactische timing

De timing van het document lijkt ergens tactisch, vlak na de oproep om vier tot vijf miljard euro voor het aanleggen van metrolijnen naar Nieuwegein en door de binnenstad en in het licht van de sluitende kabinetsformatie. Maar dat komt volgens Verschuure toevallig zo uit. ‘Het maakt wel dat alles nu op elkaar kan aansluiten. En eigenlijk hadden we nu al de middelen moeten hebben om over tien jaar al te staan waar we nu willen zijn.’ Of de regio nu niet te laat met één stem naar het Rijk stapt, vinden beide wethouders niet. Jansen: ‘Eigenlijk ben je nooit te laat, maar als je een schaalsprong maakt ben je wel jaren verder. Nu ligt er in ieder geval het Integraal Ruimtelijk Perspectief.’

Gesprekken met het Rijk over nodige investeringen in goed ontsloten extra woningbouw lopen al een tijd, vanuit Jansen en Verschuure is er goede hoop op resultaat. ‘Op langere termijn is nog niets toegezegd, het Rijk geeft ook aan dat het geld er nog niet is. Maar via U-NED lopen nu wel onderzoeken, wat niet gebeurt zonder een wil om plannen uit te voeren.’