In Utrecht komen twee metrolijnen te liggen, als het aan het college van burgemeester en wethouders ligt. De eerste zal lopen tussen Utrecht en Nieuwegein en de ander onder het hart van de stad langs het Vredenburg, het Janskerkhof en de Biltstraat naar de Uithof toe. Volgens wethouder Lot van Hooijdonk is de metro noodzakelijk om de groeiende stad, waarvan de bevolkingsdichtheid volgens prognose tot 2040 zal toenemen van 3.600 naar 4.600 inwoners per vierkante kilometer, leefbaar te houden. Voor de plannen is veel geld nodig, vier tot vijf miljard euro volgens de schattingen van de Gemeente Utrecht, en zij doet hiervoor waarschijnlijk een aanvraag bij een van de volgende tranches van het Groeifonds.
Susanne Schilderman, fractievoorzitter van coalitiepartij D66 in Utrecht, ziet noodzaak voor de metroplannen. De gemeenteraad zet zich hard in voor meer en beter openbaar vervoer en de discussie gaat volgens haar al jaren over de opties voor ondergronds. 'Utrecht houdt zich vaak te klein door enkel iedereen op de fiets te zetten', aldus Schilderman, 'We mogen groter en op langere termijn denken. De stad heeft meer nodig dan de bestaande mobiliteit.' Als Utrecht haar openbaar vervoer niet deels onder de grond afwikkelt, krijgt ze volgens wethouder Van Hooijdonk met grote verkeersproblemen te maken. Schilderman onderschrijft dit en ziet het plan als een logische stap voor de woon- en mobiliteitsopgave van Utrecht.
Het college van B&W wordt gevormd door GroenLinks, D66 en ChristenUnie. Zij steunen alle drie het voorstel voor de metro. De drie partijen hebben met 24 zetels eveneens overwicht in de gemeenteraad, waarin de metroplannen nog moeten worden besproken. Die kunnen op voldoende steun rekenen, schat Schilderman in. ‘De plannen komen niet uit de lucht vallen. We moeten nu investeren in voldoende openbaar vervoer voor iedereen die in Utrecht wil en komt te wonen. Anders gaat het straks niet meer.’
Roze wolk
Niet alle partijen in de gemeenteraad begrijpen waarom de metrolijnen in overweging genomen worden. In een reactie op het nieuws noemt Marijn de Pagter, fractievoorzitter van de VVD in Utrecht, het een sterk staaltje wensdenken. 'De coalitie moet van haar 'roze wolk' afkomen', staat op Twitter. Hij haalt daarbij een eerdere aanvraag van het Utrechtse college aan, voor een investering in tramlijnen. Dat voorstel vroeg om een financiële bijdrage van ruim twee miljard voor het realiseren van twee nieuwe lightrailverbindingen en de ontwikkeling van het dubbelstation Lunetten-Koningsweg. Uitkomst: de commissie adviseert het kabinet om de 'Schaalsprong OV en verstedelijking in de Metropoolregio Utrecht' niet te bekostigen.
De Pagter citeert uit het adviesrapport: ‘De woningen en arbeidsplaatsen kunnen ook binnenstedelijk worden gebouwd met veel beperktere investeringen in het OV.’ Volgens de VVD’er is het onbegrijpelijk dat het college als reactie op het oordeel nu met nóg duurdere plannen komt en daarbij nogmaals aanspraak doet op het Groeifonds. Dat de regio Utrecht steun nodig heeft van het Rijk ontkent hij niet, maar De Pagter ziet geen oplossing in duurdere projecten zolang bestaande mobiliteit en geplande projecten hetzelfde doel dienen. ‘De kritiek van de Groeifonds-commissie was dat het niet duidelijk werd wat het verschil tussen bus en tramlijn was. Daarnaast was de meerwaarde voor de woningopgave onvoldoende duidelijk.’
Op de schop
De politicus vraagt zich ook af of Utrechters wel een metrolijn willen. ‘Als de metro er straks komt, kunnen bestaande plannen weer op de schop.’ Zo verlengt de gemeente bijvoorbeeld tramhaltes op het Jaarbeursplein voor de 75-meter lange trams en pakt ze enkele kruisingen aan om die overzichtelijker te maken voor fietsers en voetgangers. Ook het Lombokplein, de Merwedekanaalzone en de Europalaan zijn voorbeelden van locaties waar het openbaar vervoer al gepland staat verbeterd te worden. ‘De grote herinrichting van een HOV-buslijn over de Europalaan-Noord staat al vast. Waarom zou je daar over tien jaar weer metrolijnen aanleggen?', klinkt De Pagter.
Als alternatief noemt de VVD'er de wijk Rijnenburg, die door de coalitie is uitgesloten voor nieuwbouw. Hij stelt dat er op die locatie tienduizenden woningen gerealiseerd kunnen worden en dat daar de belangen van het Rijk en de regio Utrecht samenkomen. Juist daar kan Utrecht de grote bevolkingsgroei opvangen, aldus het raadslid. De coalitie stelt echter dat er meer binnenstedelijk gebouwd moet worden en dat Rijnenburg niet op tafel ligt. Er moet een energielandschap komen.
D66-fractievoorzitter Schilderman leest het oordeel van de Groeifonds-commissie anders en vindt dat haar collega het oordeel verkeerd begrijpt: ‘De schaalsprong van extra tramlijnen waren onvoldoende van belang in de eerste tranche van het Groeifonds. En er lag een te grote focus op het economische vlak. Andere plannen die om een bijdrage van het Groeifonds vroegen, misten de boot ook om die reden.’ In het adviesrapport oordeelt de commissie daarnaast dat de gehanteerde maximale aantallen binnenstedelijke woningen en arbeidsplaatsen mét en zonder realisatie van het voorstel onvoldoende werd onderbouwd. Bovendien misten ‘harde’ afspraken over het realiseren van die woningen en arbeidsplaatsen.
Met stukken die nu naar voren komen, zien D66 en de rest van de coalitie kansen op een financiële bijdrage van het Rijk, via de volgende ronde van het Groeifonds of anders via de formatie binnen het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). Afspraken in samenhang met nieuwbouwprojecten moeten aantonen dat de metrolijn wel degelijk nodig is in de mobiliteitsmix van de komende decennia.
Interpretatie van advies Groeifonds
De standpunten van beide kampen komen neer op een eigen interpretatie van het adviesrapport over de eerste tranche van het Groeifonds en een ander inzicht in de strategie. Tegenstanders wijzen op de mislukte aanvraag voor de tramlijnen en bijbehorende kritiek vanuit de commissie. De situatie met de metrolijnen zou niet veel verschillen en maakt daardoor weinig tot geen kans. Investeringen kunnen daarom volgens onder andere de VVD beter worden afgewend naar kleinschaligere ingrepen in het openbaar vervoer van Utrecht. Voorstanders zien vooral de positieve noten in het advies en denken met het voorstel voor de metrolijnen geleerd te hebben van de eerdere afwijzing. Zij zien naast het Groeifonds ook in andere fondsen mogelijkheden om tot de middelen te komen om de metrolijnen mee te realiseren. De commissie schrijft in haar advies aan het (demissionair) kabinet namelijk wel positief te zijn over de integrale benadering van de propositie richting de diverse opgaven in de woningbouw en de bereikbaarheid van het openbaar vervoer, maar noemt de propositie ook ‘in een prematuur stadium’ in vergelijking met andere proposities voor schaalsprongen in het OV.
Opvallend is dat de commissie de aanvraag voor de lightrailverbindingen te omvangrijk voor volledige bekostiging door het Groeifonds noemde. Die plannen waren met een geschat prijskaartje van twee miljard euro aanzienlijk goedkoper dan de metro, waar Utrecht vier tot vijf miljard voor nodig zegt te hebben. ‘Dit gold echter niet voor de aanvragen van Rotterdam, Den Haag en Amsterdam, die waren al veel duurder,’ aldus fractievoorzitter Schilderman. Andere kritiekpunten behielden zich tot onzekere reistijdbaten en een overschatting van de agglomeratiebaten.
De Pagter staat naar eigen zeggen 'niet alleen' in zijn kritiek op de dure metroplannen. Ook het CDA, de SP en PvdA zouden mogelijk tegen de plannen zijn. Gezien de samenstelling van de gemeenteraad, verwacht de politicus dat de plannen in december, wanneer de commissie Mobiliteit zich erover buigt en de gemeenteraad over de plannen in debat gaat, wel doorgang vinden. Eerdere mobiliteitsplannen, zoals het Mobiliteitsplan 2040, kregen vaak steun van een ruime meerderheid in de gemeenteraad. ‘Het college stelt dit nu voor als inzet in Den Haag, maar je moet oog hebben voor het belang van het Rijk en het Groeifonds. En een voorstel van vier tot vijf miljard, nóg duurder dan de vorige aanvraag, zie ik niet gebeuren.’