Zoals zovelen liep ik ongemerkt in de valkuil van de bubbel. In Amsterdam droeg ik bij aan een omgevingsvisie met ‘duurzaam en gezond bewegen’ als een van de kernpunten. In mijn woonplaats Alkmaar fiets ik alles en lees ik over de groei van het fietsgebruik in wereldsteden. Ook in Amsterdam binnen de ring is het fietsverkeer flink toegenomen, wat meer op mijn netvlies staat dan pakweg Hoofddorp of Uden. Maar het plaatje voor heel Nederland is anders: het aandeel fiets in de totale mobiliteit hangt al decennia rond dezelfde 27 procent. En in Denemarken daalt het dus. Bovendien krijgen steeds meer fietsen een batterij. Gemotoriseerd vervoer zet haar zegereeks nog onverdroten voort.

Overvloedige leefomgeving

Het Deense bericht stelde mijn geloof in de toekomst op de proef. Vergelijkingen tussen onze lichamen en ons klimaat dringen zich op. We weten wel dat we meer moeten bewegen, gezonder moeten eten. We proberen het ook: de fiets maar weer eens pakken, de trap in plaats van de roltrap, meer groente, afslanken. We bedoelen het goed, maar we schieten tekort. De mens wordt nog steeds dikker, suikerziekte neemt toe, andere min of meer aan beweging en voeding gerelateerde aandoeningen eveneens. Onze overvloedige moderne leefomgeving past niet meer bij onze psychologie die zich heeft gevormd in eeuwen van schaarste. Ooit bewoog de mens volop om te pakken wat hij pakken kon, om te overleven. Als we nu pakken wat we pakken kunnen, dan eindigen we met torenhoge zorgkosten in apotheken, ziekenhuizen en verslavingsklinieken.

Ook voor het klimaat doen we ons best. Overal verschijnen zonnepanelen, we gedogen steeds meer windmolens, vleesvervangers worden meer verkocht, we komen met een aarzelende vliegtaks. We bedoelen het goed, maar vooralsnog is het too little, too late. We weten wel dat er meer nodig is, maar als een politicus ons vrijheid en welvaart belooft, beweegt onze vinger, haast zonder dat we er invloed op hebben, naar het blinkende vakje in het stemhok. De verboden vrucht, zelfs de eerste mens kon er al niet van afblijven.

Klimaathysterie

De mens heeft danig last van z’n evolutionaire wortels. Vraag een koe maar eens om van een grazige weide af te blijven, omdat dat beter is voor de toekomst. Zo zitten aardse organismen gewoon niet in elkaar, homo sapiens incluis. In de supermarkt weten we dat een zak spruitjes beter is dan een zak snoep. En toch gaat onze hand, haast zonder dat we er invloed op hebben, naar de blinkende marsreep naast de kassa. De priemende weegschaal, zelfs een rechte rug heeft daar niet altijd zin in.

Als we niet worden geprikkeld, liggen we onderuit, als leeuwen. Eeuwenlang hadden we de luxe niet om ons daaraan over te geven, nu wordt luiheid ruimhartig bediend door verkopers van auto’s, roltrappen, elektrische fietsen, huishoudelijke apparaten. Er zijn maar weinig heiligen die alles weerstaan – ik ook niet. Soms zijn er belangrijkere dingen in het leven dan verstandig zijn.

We hechten zo aan onze comfort zone dat politici die daaraan durven komen worden beticht van ‘klimaathysterie’. Daarom heeft klimaatbeleid de individuele mens nog maar weinig geraakt. We fietsen niet vaker, onze huizen zijn nog net zo warm en vlees is nog even goedkoop. Er werken nog steeds veel mensen bij Shell, het aantal vliegtuigen boven mijn huis is alweer als vanouds. Om confrontaties te vermijden, ligt de nadruk op technische oplossingen, ver weg van het oog en de portemonnee van de burger. En zo praten politici over windmolens diep op zee, terwijl Denen vaker de auto pakken.

De bewegende stad

Maar we zitten te diep in de fossiele economie om met onzichtbare oplossingen te kunnen volstaan. We moeten een samenleving inrichten die onszelf en elkander beperkt. Dat doen we natuurlijk al heel lang, met allerlei wetten en fatsoensregels. Maar daar komen nu dingen bij. Een nieuw sociaal contract. Dat kan op elegante manieren, zoals de Amsterdamse principes van ‘de gezonde voedselomgeving’ of ‘de bewegende stad’, waarmee de stad zo wordt ingericht dat het gezond eten en lichamelijke beweging stimuleert. Zodat fietsgebruik niet daalt, maar stijgt. En zorgkosten dalen.

Oude spreekwoorden zeggen het vaak het mooist: vrijheid gaat niet zonder verantwoordelijkheid. Noblesse oblige. Politici en kiezers moeten de paradox gaan inzien dat het beperken van vrijheid nodig kan zijn om haar te behouden. Vrijheid gaat nooit eindeloos door. Dan kunnen we de herijking maar beter zelf regisseren, dan dat het lot het van ons overneemt. We krijgen daar vrijheden voor terug, zoals gezondere lichamen en de vrijheid om weer zorgelozer naar de toekomst te kunnen kijken.

Rome en Glasgow

Je hoort weleens zeggen dat het Romeinse Rijk ten onder is gegaan aan decadentie. Er zijn vast momenten geweest dat Rome andere keuzes had kunnen maken, een andere cultuurontwikkeling op gang brengend, met een andere loop der geschiedenis. Ook in de moderne tijd doen die momenten zich voor. De huidige klimaattop in Glasgow is er zo een.

Optimistische ogen zien een enorme versnelling van klimaatbeleid naderbij komen. Een kantelpunt, waarna alles steeds sneller richting klimaatneutraliteit rolt, als een sneeuwbal. De G20-afspraken die de afgelopen dagen in het moderne Rome werden gemaakt gaven een sprankje hoop. Glasgow wordt nu een historische gebeurtenis die de sneeuwbal zal afremmen of juist van onomkeerbare snelheid zal voorzien. Als dat laatste lukt en de mens er uiteindelijk in slaagt om het klimaatprobleem de baas te worden, dan wordt dat qua beheersing en samenwerking een huzarenstuk van ongekende proporties. Homo sapiens is dan ver over z’n eigen schaduw heen gesprongen. We zijn al eeuwen heerser op aarde, maar na zo’n tour de force verdienen we die positie ook echt. Omdat we dan niet alleen hebben laten zien dat we onze omgeving naar onze hand kunnen zetten, maar ook het moeilijkste van allemaal: onszelf.