Dit voorjaar telde Nederland ongeveer 87.000 deelauto’s, een groei van 13.000 deelauto’s in een jaar tijd, valt te lezen in het Dashboard Autodelen 2021 van kennisplatform CROW-KpVV. Amsterdam en Utrecht tellen de meeste deelauto’s per 100.000 bewoners, respectievelijk tegen de 2000 in Amsterdam en rond de 1700 in Utrecht. De toename van deelauto’s was te zien bij alle vormen van autodelen, maar vooral bij deelauto’s die door een bedrijf worden aangeboden. Business carsharing (zakelijke deelauto's) en daarna roundtrip carsharing (deelauto moet op dezelfde plek worden teruggezet) groeide het hardst. Daarna volgen community-based carsharing (een vaste groep mensen gebruikt één of meerdere deelauto’s in een gesloten pool) en one-way carsharing (deelauto kan overal worden achtergelaten).
De grootste vorm van autodelen blijft nog altijd peer-to-peer carsharing, waarbij je een deelauto huurt van een particulier, zoals via SnappCar en MyWheels. Deze categorie is goed voor zo’n 70.000 van de 87.000 deelauto’s, en logischerwijs groot omdat particulieren ervoor kiezen een auto die ze al bezitten online aan te bieden.
Een toename van het aantal deelauto’s is positief, benadrukt ook Staatssecretaris Van Weyenberg van IenW: ‘Autodelen zit in de lift en dat is mooi. Het helpt voor het klimaat, schonere lucht en beter gebruik van de publieke ruimte. Bovendien is autodelen voor veel mensen ook een betaalbaar alternatief voor een eigen auto of tweede auto. En als dat elektrisch is, worden de voordelen alleen maar groter’. In maart 2020 telde Nederland nog 5.200 elektrische deelauto’s, een jaar later waren het er 11.500, blijkt uit de nieuwe cijfers van Crow. Dat is 13 procent van alle deelauto’s. Ter vergelijking: zo’n 3,1 procent van alle auto’s in Nederland rijdt elektrisch.
Veel aanmeldingen, maar gebruik is veel minder
Maar deze cijfers geven alleen een beeld van het aantal deelauto’s in Nederland. Het KiM publiceerde begin oktober het onderzoek ‘Deelauto- en deelfietsmobiliteit in Nederland’. Hieruit bleek dat slechts twee procent van de Nederlanders van achttien jaar en ouder in de afgelopen drie jaar gebruik maakte van één of meer vormen van autodelen. Dat komt neer op circa 200.000 mensen. Ondanks dat dit een verdubbeling is van het aantal autodelers ten opzichte van 2014, is het totale aantal deelautoverplaatsingen binnen alle autoritten zeer beperkt: 0,02 procent, en dit is sinds 2014 niet gegroeid. Bovendien gaan deze deelautoritjes vaak ook ten koste van het openbaar vervoer.
De mate waarin veel particulieren hun auto aan anderen delen, resulteert daarmee dus nog niet in een beoogde afname van autobezit. Sterker nog: sinds 2015 zijn er 915.000 personenauto’s bijgekomen in Nederland. De enige winst lijkt zichtbaar te zijn bij de andere deelvariant. Bij business-to-consumer-autodelen (B2C), waarbij een autodeelorganisatie een vloot van deelauto’s bezit en aan particulieren verhuurt, is wel een afname in autobezit te zien. Het autobezit van autodelers die incidenteel een deelauto gebruiken via een B2C-platform, is afgenomen met gemiddeld 27 procent ten opzichte van de situatie voordat ze een deelauto gingen gebruiken, blijkt uit de cijfers van het KiM. Bij frequentere B2C-autodelers was die afname groter, tot 70 procent bij mensen die een deelauto meer dan dertig keer per jaar gebruiken. Dit gaat om circa 10 procent van de onderzochte deelautogebruikers.