AUTEURS MARCEL BAYER EN KASPER BAGGERMAN/BEELD GEMEENTE HEERLEN
Burgemeester Wever noemt het nieuwe stadskantoor als voorbeeld van de hoge kwaliteit bij IBA-projecten. Het gelaagde en duurzame bouwwerk, een ontwerp van Mecanoo, nadert z’n voltooiing. “Ik denk niet dat we vóór IBA zo’n gerenommeerd architectenbureau de opdracht hadden kunnen gunnen. Hetzelfde geldt voor het Romeins museum, waar we een paar weken geleden van hebben bekendgemaakt dat Kraaijvanger Architecten het mag gaan ontwerpen en realiseren.”
Als je transformeert en vernieuwt, doe het dan op een hoog niveau. Het kwaliteitsteam van IBA heeft die boodschap consequent uitgedragen en dat is volgens de burgemeester goed terug te zien. “IBA heeft bovendien gezorgd voor een samenhangend verhaal en heeft geld vrijgemaakt die voor versnelling konden zorgen.”
Gezamenlijke agenda
Het zijn over het algemeen kleine, lokale projecten. Daar krijg je toch geen sociale en economische structuurverandering mee?
“Je moet ze in breder verband zien, naast wat wij als Stadsregio Parkstad Limburg doen en waar we met het Rijk en de provincie een Regio Deal voor hebben gesloten. En naast de activiteiten die we als centrumstad zelf doen. Bij elkaar opgeteld zie je de multiplier ontstaan, dat en-en-en werkt. IBA’s zijn over het algemeen sterk fysiek gericht. Als je kijkt wat wij bijvoorbeeld in Heerlen-Noord en in een aantal wijken in buurgemeenten doen, dan is dat veel meer een sociaaleconomische structuurversterking. We investeren ook in mensen. Dan gaat het over kinderen al heel vroeg een kansrijke start geven, kinderen op de basis- en middelbare school langer lesgeven, in contact brengen met sport en cultuur, gezonder eten geven, mensen naar de arbeidsmarkt brengen en vooral de veiligheid en gezondheid genoeg aandacht geven.”
‘Bij elkaar opgeteld zie je de multiplier ontstaan, dat en-en-en werkt’
Schuurt het weleens tussen de gemeentelijke en regionale belangen, of tussen Heerlen en de andere Parkstadgemeenten?
“Ja, soms schuurt het, want de uitdaging is veelzijdig en complex, en er zijn uiteenlopende belangen. Daar moeten we ook niet kinderachtig over doen. Als je een van de vijftien steden bent waar samen met het Rijk nu veel aandacht voor is, dan roept dat terecht vragen op in de andere regiogemeenten waar ze ook problemen hebben met achterstanden en woonproblematiek. Vandaar dat we in Parkstad zeggen: stel dat het lukt met die vier keer 400 miljoen euro stedelijke vernieuwingsgelden in de komende kabinetsperiode, waarvoor wordt gepleit. En met die vier keer 100 miljoen euro voor krimpgebieden waar Parkstad er een van is. Dan moeten we daarmee ook in onze buurgemeenten investeren. Er moet voor iedereen wat inzitten.
“Ik denk dat wij de afgelopen jaren als Stadsregio Parkstad Limburg hebben laten zien dat we in staat zijn een goede gezamenlijke agenda te maken voor sociale en economische structuurversterking.
Dat is ook nodig om goede afspraken met de provincie en het Rijk te maken. Als er verdeeldheid is, lukt dat niet. Ik moet eerlijk zeggen dat BZK en de provincie zich de afgelopen tijd echte partners hebben getoond en ons steunen in een gezamenlijke aanpak.”
Betrokkenheid vasthouden
Welke projecten vindt u staan voor wat de Regio Parkstad met IBA wil uitdragen?
“Ik vind de Leisure Lane een prachtig iets, waarmee je stad en land verbindt, ook weer met de hoogwaardige kwaliteit die Piet Oudolf en LOLA Landschapsarchitecten inbrengen. Je accentueert er bijzondere historische en landschappelijke plekken mee, appelleert aan de culturele identiteit van de streek en geeft de inwoners een gevoel van trots. Of het nou gaat om de groeves voor zandwinning, de mijnbouwhistorie, de Romeinse archeologie, de karakteristieke hoeven en burchten; ze krijgen meer betekenis voor de inwoners van de streek en versterken de leisure- en toerismemogelijkheden in de regio.”
‘We moeten de kracht vanuit de samenleving vasthouden’
“Een ander voorbeeld vind ik de Reusch van Schimmert, waarbij je ziet wat een bevlogen ondernemer kan betekenen voor de streek als hij of zij wat steun en begeleiding krijgt. Een fantastisch project. Ik geniet elke keer weer als ik boven in die toren met een daar gebrouwen pintje over het Limburgse land kijk. Het laat zien dat de nieuwe ontwikkelingen zich niet alleen beperken tot de steden.
“Wij kunnen het als overheid nooit alleen. Als we niet samenwerken met ondernemers, instellingen, enthousiaste en betrokken mensen komen we nergens. Zij zorgen voor uitvoeringskracht. Ik krijg in het centrum van Heerlen niets voor elkaar als ondernemers niet meedoen. Je hebt elkaar echt keihard nodig. Dat is ook iets voor een eventueel vervolg van IBA. We moeten die kracht vanuit de samenleving vasthouden.”
Hoe geef je die samenwerking in de triple helix dan vorm?
“Bij IBA hebben we het gedaan door in het begin te vragen aan iedereen met goede ideeën om naar ons toe te komen. Wat voor het vervolg een interessante optie is om de partners uit de samenleving te betrekken in een soort ontwikkelingsmaatschappij. Er zijn dus mogelijkheden om ze aan de voorkant mee te nemen als bedenker, aan de achterkant als uitvoerder. Je kunt ook nog denken aan een soort van kwaliteitsteam van experts en vertegenwoordigers van ondernemers en organisaties uit de samenleving die toezien dat de kwaliteit bewaard blijft. We hebben daarvoor een eerste verkenning met het bestuur van Parkstad gedaan. De gemeentesecretarissen hebben de opdracht gekregen om samen met het IBA-bestuur na te denken over hoe we verder zouden kunnen. Vooral de uitvoering zou daarbij aandacht moeten krijgen.”
Verbindingen verbeteren
Wat zijn de grote uitdagingen om de economische structuur blijvend te versterken?
“Je moet uitgaan van de kwaliteiten en kracht die je hebt. Niet focussen op het vertrek van de een, maar op de ontwikkeling van de ander. Als ik zie dat een groot aantal partijen bereid is om de Brightland-Campus en AI-ontwikkeling meer inhoud en kwaliteit te geven, voel ik dat we op de goede weg zitten. We zijn er de afgelopen jaren in geslaagd om onze bedrijventerreinen vol te krijgen. Ik woon ruim twintig jaar in deze gemeente en geloof me, dat waren heel lang open weilanden. Er is dus wel degelijk wat verbeterd. In een hechtere samenwerking met de Duitsers liggen nog meer kansen. Die zouden we kunnen verzilveren als we nou eens zouden ophouden met deze regio als een perifeer gebied te beschouwen. We zijn een grensregio waar het best goed gaat, maar die nog beter kan als de verbindingen verbeteren. We zoeken elkaar aan beide kanten van de grens steeds meer op. We proberen daar een steviger agenda onder te leggen. Het Rijk zou ons enorm helpen als ze zorgt dat de intercitylijn naar Aken eindelijk wordt doorgetrokken. Er is, meen ik, al zes keer een Kamerbrede motie aangenomen dat dit moet gebeuren. Er gebeurt nog steeds niets.”
‘Ik moet in Den Haag steeds opnieuw benadrukken dat de wereld niet ophoudt bij de grens’
Hoe kwalificeert u dan precies de samenwerking met ‘Den Haag’?
“Gemiddeld genomen gaat dat goed. Met name BZK speelt daarbij een belangrijke rol met de coördinatie voor allerlei Rijksprogramma’s, zoals de Regio Deal. Bij BZK zien ze heel goed wat hier speelt. We zijn niet voor niets een van de vijftien steden in het stedelijke vernieuwingsprogramma. Ze zien ook dat de krimpgelden nodig zijn om de problematiek op het gebied van huisvesting, armoede, sociale en economische problematiek aan te pakken. Daarin is het Rijk een prima partner. Maar voor aan aantal andere onderwerpen moet je bij andere ministeries zijn, en daar loop je altijd weer aan tegen de houding dat er nou eenmaal niet te tornen is aan gemaakte investeringsagenda’s. Ik moet in Den Haag blijven uitleggen dat de wereld niet ophoudt bij de grens, dat we geen perifere regio zijn, dat er mensen aan de andere kant van de grens wonen en dat daar heel sterke steden liggen.”
Flexibeler regelgeving
Een andere belemmering is de nationale regelgeving die soms initiatieven in de weg zit, zoals het gebruik van Mijnwater voor de warmtevoorziening van de gerenoveerde flatgebouwen aan de Heerlerbaan. Dat ging niet door omdat regelgeving verhindert dat een woningcorporatie niet tegelijkertijd een coöperatie kan zijn. Wordt u daar niet moedeloos van?
“Ja, zo heb ik er nog wel een paar. We hebben een prachtig energiepark in Herzogenrath liggen, net over de grens, waar ze CO2-vrije energie gaan leveren. Maar Kerkrade mag er geen energie van afnemen in verband met nationale regelgeving. Als je daarop wijst bij Frans Timmerman, die hier was om over de Green Deal te praten, zegt hij ook dat ‘Den Haag’ dit moet oplossen. Ik zou willen zeggen tegen het Rijk dat ze wat pragmatischer om moeten gaan met wat er in grensregio’s mogelijk is. We kunnen veel meer profiteren van de kennis en innovatiekracht aan de andere kant van de grens. Je wilt niet weten wat voor kennis ze over waterstof in huis hebben aan de Rheinisch-Westfälische Technische Hochschule in Aken.
“Je krijgt geen innovatieve oplossingen voor de energietransitie met dergelijke starre wet- en regelgeving. Het Mijnwater is een hartstikke mooi alternatief voor aardgas. In een aantal gebouwen in Heerlen komen wel degelijk aansluitingen op die warmwatervoorzieningen, maar je zou de transitie enorm versnellen als we dat ook in de sociale huur kunnen toepassen.”
Hoe ziet u Heerlen nu en waar staat de stad over twintig misschien vijftig jaar?
“Heerlens is niet af. Het is een stad waar je kunt ontwikkelen met een rauw randje door de mijnsluitingen. We staan nog steeds te ver onderaan op allerlei lijstjes. We willen naar de middenmoot. Elke dag worden we geconfronteerd met de minder positieve kanten. Er liggen nog grote opgaven, die we proberen aan te pakken. Toch gaat er al heel veel goed. We hebben IBA-projecten genoemd, de vernieuwing van het centrum, we hebben een heel rijk en divers cultureel leven. Waar we aan moeten werken is dat iedereen meedeelt in die vooruitgang.”