Het aantal afgegeven bouwvergunningen ligt in de zomerperiode en de bouwvak traditioneel lager dan in het voor- en najaar. Gemiddeld ligt het aantal vergunningen in augustus rond de 3.300, op basis van cijfers van het CBS van de afgelopen negen jaar. Dit jaar ligt dat aantal met 3.981 daar ruim boven. Maandelijks zijn er in 2021 ruim 6.100 duizend vergunningen afgegeven. Zet deze trend door, dan komt het jaarlijkse totaal dit jaar uit op 75.000. Een recordaantal dat in de afgelopen tien jaar niet bereikt is.

Toch blijft de vraag of de eerder genoemde vergunningen ook daadwerkelijk leiden tot gerealiseerde woningen. Capital Value, specialist en marktleider op de woningbeleggingsmarkt, ziet een aantal factoren die van negatieve invloed kunnen zijn op het aantal betaalbare huurwoningen dat gebouwd zal worden. De verruimde mogelijkheden voor inspraak van belanghebbenden zorgen er namelijk steeds vaker voor dat de bouwproductie vertraging oploopt. Sinds 2021 is het niet alleen mogelijk om in de vaststellingsprocedure van een omgevingsvergunning bezwaar in te dienen, dit kan nu ook nadat de vergunning al is vastgesteld. Ondanks de ruimte die de Crisis- en Herstelwet biedt, die in 2010 in werking trad, kan het bezwaar van slechts een individu voor maandenlange vertraging zorgen. De nieuwe Omgevingswet, die op 1 juli 2022 ingaat, is er volgens Capital Value op gericht om de procedures én inspraak te vereenvoudigen, waardoor het risico op vertragingen verder toeneemt.

Marijn Snijders, directeur van Capital Value, ziet noodzaak om de wetgeving op dit punt te versterken, zodat ‘misbruik’ van de mogelijkheid om bezwaar te maken kan worden tegengegaan. ‘De huidige capaciteit bij gemeenten en de rechtspraak is niet toereikend om procedures en vergunningen voldoende doorgang te laten vinden bij zulke bezwaren.’ Snijders ziet graag meer financiering vrijkomen in het nieuwe kabinetsbeleid. Individuele bezwaren vertragen volgens hem steeds vaker bouwprojecten met huurwoningen. ‘Er is een verdere vergroting van de planvoorraad nodig gelet op deze risico’s van vertraging.’

Betaalbare huurwoningen in gevaar

Naast vertraging door ingediende bezwaren, zijn ook de stijgende bouwkosten een ingrijpende factor voor uitgestelde bouwprojecten. Statistieken van het CBS laten zien dat de gemiddelde bouwkosten voor een nieuwbouwwoning met 5,8 procent steeg ten opzichte van augustus vorig jaar en 4,4 procent ten opzichte van januari 2020. Materiaalkosten stijgen het hardst met 7,5 procent sinds januari dit jaar, loonkosten stegen met 1,2 procent. Een situatie waarin materiaalkosten harder stijgen dan loonkosten is na de kredietcrisis niet meer voorgekomen. Uit eerder onderzoek van Capital Value in 2020 bleek dat 46 procent van ontwikkelaars de stijgende bouwkosten als een belangrijk knelpunt zien voor de bouw van nieuwe woningen.

Snijders: ‘Door de zeer sterke stijging van bouwkosten én de onzekerheid over verdere prijsstijgingen kan de bouw van betaalbare huurwoningen in het sociale en middeldure segment op korte termijn in gevaar komen, zeker bij langlopende projecten.’ Daarnaast kan een regulering van de huurmarkt volgens Snijders een verdere negatieve invloed hebben op de haalbaarheid van projecten. Capital Value roept marktpartijen en het Rijk dan ook op om alles in het werk te stellen om de voortgang van geplande nieuwbouw van betaalbare huurwoningen te stimuleren en optimaal samen te werken om verdere toename van het woningtekort te voorkomen.