In de Event Data Recorder in Tesla-voertuigen wordt veel ongeval-gerelateerde data geregistreerd. Naast de voertuigsnelheid, de gaspedaalstand, de stuurwielhoek en rembediening slaat het systeem ook informatie op over de werking van Tesla’s semi-zelfrijsysteem, waarmee de bestuurder de controle deels aan de auto overgeeft.
De autoproducent heeft op afstand toegang tot deze gegevens, die periodiek vanuit het voertuig naar de fabrikant worden gestuurd in het kader van optimalisatie en het verhelpen van storingen. Onderzoekers van het NFI hebben de ruwe data nu uitgelezen en vertaald, wat een duidelijker beeld geeft van welke data er bij Tesla beschikbaar is. Via de huidige werkwijze verstrekt Tesla alleen gegevens na vordering van de rechtbank of van het Openbaar Ministerie. Deze ruwe gegevens worden door Tesla geregistreerd in logboekbestanden. Het NFI analyseerde het registratiesysteem door de software tot in detail te doorgronden.
‘Om goed in te kunnen schatten welke gegevens er bij strafrechtelijk onderzoek gevorderd kunnen worden, is het essentieel om te weten welke data een auto allemaal opslaat, uit welke bron, hoe vaak ze dat doen en ook hoe exact die data kloppen met de werkelijkheid’, zegt Francis Hoogendijk in een persbericht van het NFI. Hij is digitaal onderzoeker bij het NFI en betrokken bij het onderzoek.
Tesla deelt enkel specifieke data binnen een afgebakend tijdsbestek waar in een strafrechtelijk onderzoek om gevraagd wordt. Het is echter niet bij alle partijen bekend welke datasets Tesla verzamelt, wat zorgt voor een dode hoek bij forensische onderzoeken naar ongevallen waarbij zelfrijdende auto’s betrokken zijn. ‘Wat je niet weet, kan je niet opvragen’, aldus Hoogendijk. ‘Het is goed als deze data vaker beschikbaar zouden komen voor forensisch onderzoek. Het is nuttig dat we nu weten welke informatie nog meer wordt opgeslagen.’ Volgens het NFI kunnen de logboeken gegevens van meer dan een jaar geleden bevatten.
Privacy van Tesla-gebruikers
In het verleden was het mogelijk om gedetailleerde gegevens en beeldmateriaal te analyseren via de autopilot-computer van Tesla-voertuigen. In huidige softwareversies is de informatie versleuteld. Dat autofabrikant Tesla voorzichtig omgaat met de data die haar voertuigen verzamelen en registreren, heeft een gegronde reden. Hoogendijk: ‘Ze gooien die gegevens niet op straat. Ze moeten de privacy van de gebruikers beschermen en willen niet dat andere autofabrikanten hiervan profiteren.’ Voor gebruikers van Tesla is het wel mogelijk om bij een ongeval gebruikersdata op te vragen, evenals beeldmateriaal van voertuigcamera’s. Al laat Tesla hier sommige data weg, toch kunnen andere autofabrikanten hier volgens Hoogendijk iets van leren. Van andere fabrikanten is overigens niet bekend of en welke data van hun auto’s zij opslaan.
Het NFI is voorstander van internationale wet- en regelgeving die autofabrikanten beweegt richting meer transparantie rondom het genereren en registreren van data. Hoogendijk noemt zijn onderzoek naar Tesla-data tijdrovend: ‘Het zou goed zijn wanneer het in de toekomst door de automerken zelf openbaar werd gemaakt.’