Achter de houtbouwplannen staat een brede coalitie van overheden, marktpartijen en kennisinstellingen. Ondertekenaars van het convenant zijn onder meer gemeenten, de provincie Flevoland, het Rijk, bouwers, ontwikkelaars, corporaties, architectenbureaus, banken, Staatsbosbeheer en de TU Delft.
Volgens de ondertekenaars is er sprake van houtbouw als de constructie van het gebouw voor een bepaald percentage uit biobased materialen bestaat. Voor grondgebonden woningen is het minimum 80 procent, voor gestapelde woningbouw onder tien lagen 65 procent, en voor gestapelde woningbouw vanaf tien lagen 50 procent.
Met het opschalen van houtbouw in de MRA willen de partijen bijdragen aan een schonere en duurzamere bouw. 20 procent houtbouw moet 220.000 ton CO2-uitstootreductie en een ‘aanzienlijke’ vermindering van stikstofuitstoot opleveren.
De overheden, marktpartijen en kennisinstellingen presenteren een waslijst aan afspraken. Daarbij is speciale aandacht voor locaties. De publieke en private partijen moeten voldoende locaties en ontwikkelposities inbrengen voor bouwen op de korte termijn. Een uitdaging daarbij is dat gemeenten vaak maar gedeeltelijk grondeigenaar zijn en dat afspraken over houtbouw met vastgoedpartijen nog niet gebaseerd kunnen zijn op sturende regelgeving.
Ook is er aandacht voor het stroomlijnen van het houtbouwproces. De opschaling moet bereikt worden met meer industrialisatie en efficiëntie in de houtbouw, en met slimmere logistiek. Die modernisering van de houtbouw moet de branche ook aantrekkelijker maken voor toekomstige werknemers, als antwoord op oplopende personeelstekorten in de bouw. Verder moet het meer met hout bouwen een economische impuls geven aan de bouwsector aan de MRA en de rest van Nederland. De ondertekenaars willen de komende jaren minimaal één productiefaciliteit voor houtbouw in de MRA optuigen, waar ook gewerkt kan worden aan het vergroten van de houtbouw-expertise en het geven van trainingen in de nieuwe werksoort.
Verder werken de ondertekenaars aan kennisontwikkeling en – monitoring. De deelnemende partijen werken aan een gezamenlijke Kennisagenda MRA-Houtbouw voor de periode 2021-2025, die zorgt voor het actief ontwikkelen en kennisdelen rond alle aspecten van houtbouw. De MRA werkt daarbij nauw samen met de City Deal Convenant Green Deal Houtbouw 2021-2025.
Opvallend is dat in het convenant niet wordt gesproken over de productie van het hout zelf. De Nederlandse bossen kunnen op dit moment niet voorzien in voldoende hout voor grootschalige woningbouwproductie. In een in februari gepubliceerde verkenning door de TU Delft schreven onderzoekers dat we vooralsnog vooral afhankelijk zijn van het buitenland als we woningen van hout gaan bouwen. ‘We kunnen in Nederland meer hout gaan oogsten en zijn ook van plan om meer bossen aan te planten. Echter, door het bescheiden bosoppervlak in Nederland gecombineerd met het feit dat we niet over echte productiebossen beschikken is onze houtvoorraad zeer beperkt.’