De oproep wordt gesteund door Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Eindhoven, Groningen, Arnhem, Nijmegen, Zwolle, Breda, Zaanstad, Almere, ‘s- Hertogenbosch, Amersfoort, Tilburg en Haarlem. Ook de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht zijn aangesloten, net als stadsvervoerders HTM, RWT en GVB en de Fietsersbond.
Het gros van de beoogde 600 duizend woningen in de zestien steden vind je in de veertien Grootschalige Woningbouwgebieden die het Rijk eerder aanwees. Hier is plek voor 440.000 woningen, maar het zijn wel complexe binnenstedelijke locaties. Voor deze gebieden kregen gemeenten wel geld uit het Woningbouwimpuls en het Nationaal Groeifonds, maar volgens hen is dat niet genoeg. Ook de 2,3 miljard euro die het kabinet de komende jaren uittrekt voor woningbouw en verduurzaming kan niet bekoren. Van dat geld gaat de komende tien jaar jaarlijks 100 miljoen euro naar woningbouw, een stuk minder dus dan de door de steden en provincies gevraagde 1,5 tot 2 miljard euro.
Het is niet de eerste keer dat de partijen naar Den Haag togen met een oproep tot meer en structurelere Rijksbijdragen. In juni pleitte het ‘Forum voor Stedelijke Vernieuwing’, een overleg tussen overheden, gebiedsontwikkelaars, investeerders en andere woningbouwexperts, ook al voor langjarige en structurele Rijksondersteuning bij de veertien verstedelijkingslocaties.
Complexe locaties
Vooral infrastructuur is een belemmering bij de bouw op deze locaties. Zonder goede ontsluiting komt de bouw van de honderdduizenden woningen mondjesmaat van de grond. Bij acht van de veertien locaties vormen zeer forse mobiliteitsinvesteringen een noodzakelijke voorwaarde.
Het gaat veelal om investeringen in spoor en lightrail. Zo is voor de grootschalige woningbouwlocaties in Metropoolregio Amsterdam aan de zuidwestkant het doortrekken van de Noord/Zuidlijn naar Schiphol en Hoofddorp een voorwaarde. Voor de transformatie van Haven-Stad is het sluiten van de ov-ring met een nieuwe metrolijn noodzakelijk, en aan de oostkant moet er een nieuwe IJmeerverbinding komen.
Voor de Oostflank in Rotterdam is een nieuwe brug over de Maas naar Feyenoord City nodig, en misschien op termijn een extra vaste oeververbinding. Utrecht heeft twee nieuwe lightrailverbindingen in de plannen staan om het plangebied Utrecht Zuidwest te kunnen ontwikkelen. Eindhoven heeft de hightech-Brainportlijn nodig om het centrum van de stad, de Knoop XL met veel extra woningbouw, te verbinden met de snelgroeiende woon-werkgebieden rondom de stad.
Ook in de Kanaalzone in Nijmegen zit een grote uitdaging in het verbeteren van de infrastructuur. De stedenbouwkundige opzet stamt uit de jaren ’70 van de vorige eeuw, met bijbehorende vervoersprincipes. De auto is dominant. De gemeenteplannen voor de Kanaalzone richten zich nu op betere verbindingen voor voetgangers en fietsers. Dat moet de leefbaarheidssituatie verbeteren. Ook rondom station Goffert wil de gemeente ingrijpen in de infrastructuur. Om ruimte te bieden aan de beoogde duizend woningen, moeten twee gesplitste wegen naast het station één worden.
Bij de betreffende gebiedsontwikkelingen zijn naast woningbouw en bereikbaarheid thema’s als klimaatadaptatie, energietransitie, inclusiviteit en economische structuurversterking een opgave.
Groeifonds en Woningbouwimpuls
Een deel van de onderschrijvende gemeenten ontving eerder bijdragen uit de eerste Woningbouwimpuls, een pot van 1 miljard euro voor lastige woningbouwlocaties. Dat geld werd het afgelopen jaar verdeeld. Een tweede ronde werd op Prinsjesdag toegezegd.
Ook ontving een deel van de betrokken gemeenten eerder een bijdrage uit de eerste tranche van het groeifonds voor de infra-uitdagingen. Voor het project ‘Oude Lijn’ in Zuid-Holland werd maximaal 1 miljard euro vrijgemaakt, en voor het doortrekken van het Noord/Zuidlijn metrotracé van Amsterdam Zuid naar Schiphol en Hoofddorp werd maximaal 1,5 miljard euro gereserveerd. Die Rijksgelden waren goed nieuws voor de woningbouwambities in de MRA en de steden langs de Oude Lijn. Ontwikkeling van de Oude Lijn moet het bouwen van ruim 200 duizend woningen mogelijk maken, verspreid over dertien verstedelijkingsgebieden. Het doortrekken van de Noord-Zuidlijn maakt de bouw van 92 duizend extra woningen mogelijk.
De metropoolregio Utrecht viste bij de verdeling van de Groeifondsgelden achter het net. De opgave is hier enigszins vergelijkbaar met die in de MRA en Zuid-Holland: infrabeperkingen remmen de woningbouwambities. De regio had dus graag een bijdrage van ruim 2 miljard euro gekregen voor het oplossen van vervoersknelpunten rond Utrecht Centraal Station en de Ring Utrecht, met nieuwe tramlijnen en een nieuw station.