‘De problemen op de oververhitte Nederlandse woningmarkt zijn veelzijdig en urgent. De markt zit op slot en wordt gekenmerkt door slechte toegankelijkheid, risicovol leengedrag, te weinig aanbod en grote, ongefundeerde verschillen tussen kopen en huren in de vrije sector’, constateert DNB in het vandaag verschenen rapport.

De woningmarktproblematiek vraagt om een brede aanpak, aldus DNB, dus inzet op zowel het beperken van perverse financiële prikkels en meer woningen bouwen is nodig. Alleen de lage rente, die buiten de invloedssfeer van de landelijke overheid ligt, is niet genoeg om grote en prijsopdrijvende invloei van kapitaal te verklaren. Ook het Nederlands woningmarktbeleid is schuldig, stelt de bank. Belastingvoordelen en ruime leennormen vergroten de bestedingsruimte, wat tot hogere hypotheekschulden en woningprijzen lijdt.

Baanbrekend zijn de aangedragen ideeën niet per se, en geluiden om prijsopdrijvende prikkels aan banden te leggen in samenhang met de bouw van meer woningen, klinken al langer. Maar dat DNB zich nu zo in het debat mengt, is wel opvallend. ‘De adviezen van DNB zijn vaak een goede afspiegeling van hoe economen vandaag over de woningmarkt denken’, zegt Matthijs Korevaar, Assistant Professor of Finance aan de Erasmus School of Economics. 'Maar het is wel een instelling met veel aanzien, gezien de rol als toezichthouder.'

Wat wil de financieel toezichthouder precies? Allereerst: bouw de prijsopdrijvende belastingvoordelen af. Op dit moment zijn er grote fiscale verschillen tussen koop en huur. Kopers ontvangen de hypotheekrenteaftrek en betalen geen vermogensbelasting over hun woning, voordelen die huurders niet genieten. ‘Bij een verder identieke woonsituatie, inkomen en gezinssamenstelling, is een huishouden dat in de vrije sector huurt financieel aanzienlijk slechter af dan de buren met een koophuis’, aldus de bank.

De bank ziet een mogelijke oplossing in het overhevelen van het netto woningvermogen (WOZ-waarde minus de hypotheekschuld) van Box 1 naar Box 3 van de inkomstenbelasting. Zo’n ingreep remt de prijsgroei van woningen met ongeveer 10 procent. Dat maakt particulier huren in theorie ook goedkoper. De fiscale hervorming kan volgens DKB zonder grote koopkrachteffecten, mits de hervorming geleidelijk wordt ingevoerd en de extra belastingopbrengsten via een lagere inkomstenbelasting worden teruggegeven aan de burger.

Verder zou DNB graag zien dat beleid dat de bestedingsruimte verder vergroot, wordt vermeden. Regelingen als startersleningen en het afschaffen van de overdrachtsbelasting voor starters werken averechts. ‘Starters worden daar niet beter van’, schrijft de bank. ‘Ze hebben uiteindelijk dezelfde woning als voorheen, maar tegen een hogere prijs en hypotheek, met bijbehorende hogere risico’s.’ Ook de jubelton mag van DNB worden afgeschaft. De regeling, waarbij je 100 duizend euro belastingvrij mag schenken voor de aankoop of verbouwing van een woning, werd ooit ingevoerd om onderwaterhypotheken terug te dringen. Daar heeft de regeling echter nauwelijks aan bijgedragen, analyseert DNB.

DNB zou de jubelton dus om meerdere redenen graag zien verdwijnen. Allereerst zorgt het voor een ongelijk speelveld tussen kopen en huren. Huurders hebben namelijk niet de mogelijkheid om 100 duizend euro belastingvrij te gebruiken voor het betalen van de huur. Ten tweede vergroot het de verschillen tussen starters met en zonder vermogende ouders. ‘Het afschaffen van de schenkingsregeling voor de eigen woning draagt daarom bij aan een meer evenwichtige woningmarkt’, aldus DNB.