Om in de komende jaren mee te komen in de maakindustrie, is het voor de Nederlandse productielocaties belangrijk om voort te bouwen op het DNA dat er al is, benadrukt Paul Bleumink (BCI). Ook is het volgens hem goed om na te denken over de afweging van de verschillende functies op de locaties. ‘De Merwe4Havens en Den Bosch zijn goede voorbeelden. Naast een vernieuwende en innovatieve productieomgeving zie je dat wonen en werken er goed samengaan’, aldus Bleumink.
Maar Nederland kan nog veel beter, vindt hij. Om zijn mening kracht bij te zetten verwijst hij naar het Jurong Innovation District in Singapore en, dichter bij huis, Gläserne Manufaktur Volkswagen in Duitsland. ‘De functies worden er zeer goed geïntegreerd omdat het planmatig wordt aangepakt. En de productieruimtes zijn meerlaags en goed aangesloten op het productienetwerk. Dus Nederland kan nog wel een tandje bijzetten.’
Wonen en werken niet mogelijk op Pivot Park en Automotive Campus, maar nagedacht over de toekomst wordt er volop
Brigitte Drees (Pivot Park) en Lex Boon (Automotive Campus) laten vervolgens zien hoe het in Oss en Helmond gaat. Drees weet hoe het Pivot Park in de toekomst verder gaat groeien: ‘De focus hier ligt op biofarmacie. Dat moet je continu uitdragen. We laten steeds zien waar we mee bezig zijn en helpen bedrijven om fondsen en subsidies binnen te halen. We zetten ze in de spotlights.’ Wonen is er niet mogelijk. ‘Dat is niet veilig, omdat de grondstoffen niet goed zijn te mengen. Wonen kan prima in de rest van de stad en daarvoor moet je goed samenwerken met de gemeente. Gelukkig is onze relatie met hen goed.’
Ook op de Automotive Campus zijn er geen plannen om wonen en werken te mengen. ‘Opengooien is niet voor elke campus de oplossing’, aldus Boon. Inspelen op de toekomst, dat wel. ‘Historisch gezien zijn wij de beste auto-industrie in de regio. Daarom is het logisch dat wij in de toekomst verder inzetten op trends als green mobility, en dan met name de decarbonisatie.’
Rooskleurige toekomst
Iedereen ziet de toekomst van de maakindustrie rooskleurig in. Door het coronavirus is duidelijk geworden dat er niet alleen maar geproduceerd moet worden overzees, maar dat het ook handig is om een deel in Europa te blijven doen. Boon: ‘Men zoekt naar supply lines in Europa.’
Bleumink: ‘Omdat de global supply chain deels stokte tijdens de coronacrisis keren de kleine volumes terug naar Europa. We moeten gaan nadenken over de inrichting. Voor hoogwaardige en kleinschalige productie is er veel mogelijk in de regio, mits dat past bij het DNA.’