In Oldambt in Groningen steeg de gemiddelde WOZ-waarde van woningen met 12,4 procent relatief het sterkst. De gemiddelde WOZ-waarde ging daar naar 181 duizend euro per woning. Van de vier grote steden nam de gemiddelde WOZ-waarde in Rotterdam met 11,4 procent het sterkst toe, gevolgd door Den Haag met 9,2 procent. Amsterdam zit na jarenlange bovengemiddelde stijgingen nu met een toename van 1,2 procent juist ver onder het landelijk gemiddelde. 

Dan de provincies. In Flevoland steeg de gemiddelde woningwaarde met 8,7 procent tot 262 duizend euro per woning. De gemiddelde WOZ-waarde ligt er wel onder het landelijk gemiddelde van 290 duizend euro. In Noord-Holland steeg de gemiddelde woningwaarde met 5,2 procent het minst hard, maar ligt met gemiddeld 367 duizend euro wel hoger dan in de andere provincies.

De WOZ-waarde volgt de prijsontwikkeling van bestaande koopwoningen met een jaar vertraging. Deze vertraging komt doordat woningen voor de WOZ in 2021 worden getaxeerd naar de waarde van 1 januari van het voorgaande jaar, dus 1 januari 2020. In onderstaande grafiek is de prijsontwikkeling van bestaande koopwoningen van het voorgaande jaar naast de ontwikkeling van de WOZ-waarde gezet. Hieruit valt op te maken dat deze heel geleidelijk met elkaar meelopen. 

Bij de berekening van de ontwikkeling van de WOZ-waarde worden alle woningen meegenomen, ook huurwoningen en niet verkochte koopwoningen. Daarnaast verandert de woningvoorraad door nieuwbouw en sloop, wat over het algemeen leidt tot een hogere WOZ-waarde.