De Steenbreektrofee is een jaarlijkse prijs die door Stichting Steenbreek wordt uitgereikt om innovatieve voorbeelden te laten zien waarbij groen en water op een praktische manier worden benut, en die illustreren waar Steenbreek voor staat. Vorig jaar werd de beoordeling met een jaar uitgesteld in verband met het coronavirus. 

In totaal waren er 29 inzendingen. Daarvan werden zeven projecten genomineerd die kans maakten op de overwinning in een van de twee categorieën. Steenbreekvirus en ikgroenhet vielen uiteindelijk in de prijzen. 'Wat alle partijen gemeenschappelijk hebben, is dat ze samenwerken met andere partijen en dat ze allemaal een bijdrage leveren aan de biodiversiteit, klimaatadaptatie en leefbaarheid', aldus juryvoorzitter Margot Ribberink.

Winnende projecten

Het winnende project Steenbreekvirus werd in gang gezet door de bewoners in Harderwijk. Door de aanleg van een geveltuin spraken mensen elkaar vaker tijdens de coronacrisis, waarna Ingrid Klooster besloot om mensen te gaan helpen met het vergroenen van hun tuin. Dit breidde zich, zoals de naam van het project al doet vermoeden, uit naar omringende straten. Ribberink: ‘Klooster heeft met veel enthousiasme mensen warm gemaakt voor groen. Dat is volgens ons ook de manier om daarmee verder te gaan. Iedereen denkt bij virus aan corona, maar het Steenbreekvirus is heel positief en het is heel goed als dat zich verder uitbreidt.’

Die andere winnaar, ikgroenhet, is een meerjarenproject dat buurtgewijs wordt uitgevoerd. Per buurt moeten de bewoners zelf met voorstellen komen om hun tuin of de openbare ruimte te vergroenen, waarna met hen een groenontwerp op maat wordt gemaakt. Het project stimuleert de samenwerking en contact tussen bewoners en professionals. Ritsert Inia van ikgroenhet legt uit: ‘We worden gewaardeerd door de professionele aanpak, de grote schaal waarop we werken en de samenwerking. In de afgelopen jaren hebben we meer dan tweehonderd plekken vergroend. Daarmee is ons einddoel behaald. Volgend jaar in april volgt er nog een slotakkoord, waarin we de Wilhelminaberg gaan vergroenen.’