Te midden van een langdurig formatieproces en de nog altijd sluimerende coronapandemie, presenteerde het demissionaire kabinet de miljoenennota. Belangrijke thema’s als klimaat en energietransitie, de woningcrisis en infrastructuur vragen om duidelijk beleid en investeringen.
Geen harde keuzes energietransitie
In de begroting is veel aandacht voor het klimaatprobleem en de energietransitie. Het demissionaire kabinet trekt 6,8 miljard extra uit voor het verminderen van CO2-uitstoot. Een deel hiervan vormt subsidie voor CO2-besparende projecten zoals zonne- en windparken, maar ook voor het opvangen en ondergronds opslaan van CO2. Dat laatste valt directeur Marjan Minnesma van Urgenda tegen: ‘Dit betekent dat je gewoon doorgaat met fossiele brandstoffen. Je verandert niets. Wat je de komende tien jaar eigenlijk zou willen, zijn andere productieprocessen voor industrieën die nog op fossiel draaien. Het maken staal met waterstof of elektrisch kraken zouden een optie zijn,' aldus Minnesma in gesprek met NPO Radio 1. Minnesma ziet liever investeringen in concrete oplossingen die bedoeld zijn voor elke tak van de energietransitie. Zij noemt de miljoenennota ‘af en toe cryptisch’.
Eenzelfde soort kritiek klinkt ook vanuit de Unie van Waterschappen. Voorzitter Rogier van der Sande stelt dat het demissionaire kabinet nog geen harde keuzes maakt in de ruimtelijke inrichting van Nederland. ‘Dat het Rijk 250 miljoen euro beschikbaar stelt voor maatregelen tegen de droogte in het Deltaprogramma Zoetwater is een goed signaal. Maar het is erg belangrijk dat dit aan de formatietafel verder wordt opgepakt’. De waterschappen roepen op toekomstige keuzes te maken in water-, land- en bodemgebruik. Zij vragen het demissionaire kabinet nadrukkelijk om het ordeningsprincipe te hanteren en structureel financieel bij te dragen aan de uitvoering ervan.
Volgens de waterschappen zijn er concrete stappen te zetten, zoals het verlengen van de huidige Impulsregeling Klimaatadaptatie, het stimuleren van de aanleg van klimaatbuffers, een nationaal programma voor bodemdaling en het laten meegroeien van het Deltafonds met de oplopende opgaven.
Van der Sande: ‘In lijn met de oproep van de Deltacommissaris vinden wij dat het nodig is dat het Rijk in afspraken met de regio’s borgt dat in de gebouwde omgeving en op grootschalige woningbouwlocaties overal klimaatbestendig wordt gebouwd, als het ‘nieuwe normaal’.’
Investeringen woningbouw druppel op gloeiende plaat
De relatie tussen de woningbouw en de urgentie van de energietransitie legt extra druk op de opgave van de woningmarkt. In totaal maakt het demissionaire kabinet 295 miljoen euro beschikbaar voor het bouwen van woningen: een eenmalige intensivering van 95 miljoen en een jaarlijkse injectie van 100 miljoen tot 2030 in de bouw van 900.000 woningen. Voor de huisvesting van kwetsbare groepen ontvangen tientallen gemeenten dit jaar nog 50 miljoen euro waarmee tientallen gemeenten dak- en thuislozen, arbeidsmigranten en andere kwetsbare groepen moeten kunnen huisvesten.
Reacties vanuit de bouwsector zijn overwegend negatief. Zowel de Vereniging van Nederlandse Projectontwikkeling Maatschappijen (NEPROM) als Bouwend Nederland noemen de begroting ‘beleidsarm’. Bouwend Nederland roept het demissionaire kabinet daarnaast op om niet op de handen te blijven zitten.
De afschaffing van of korting op de verhuurdersheffing wordt genoemd, naast de roep om centrale regie op de woningmarkt en meer geld naar woningproductie waar dit nu niet rendabel is. In een verklaring zegt voorzitter Desiree Uitzetter (NEDPROM) dat de beloofde één miljard euro een mooi gebaar is, maar jet is slechts een druppel op de gloeiende plaat. Zij ziet liever dat het bedrag in 2022 wordt vrijgegeven zodat nieuwbouwprojecten met minimaal de helft aan betaalbare woningen gerealiseerd kunnen worden.
Vereniging van woningbouwcorporaties Aedes is ook teleurgesteld over het gebrek aan urgentie in de plannen van het demissionaire kabinet. De tien tranches van honderd miljoen zijn onvoldoende om plannen van Actieagenda Wonen, opgesteld door 34 partijen uit de woningmarkt, uit te voeren.
De verschillende partijen zijn wel te spreken over de focus op de verduurzaming van de woningbouw. Het demissionaire kabinet trekt een half miljard uit voor de isolatie van koop- en huurwoningen en 300 miljoen voor hybride warmtepompen. Aeades ziet graag dat het volgend demissionaire kabinet dit primair verder oppakt.
Structureel geld nodig voor infrastructuur
Een ander groot onderwerp in de begrotingen zijn de investeringen in infrastructuur. Volgens het demissionaire kabinet is voor onderhoud van wegen, bruggen en het spoor jaarlijks minstens 1 miljard euro extra nodig voor Rijkswaterstaat en nog eens 300 miljoen bij Prorail. Het demissionaire kabinet heeft vier miljard beschikbaar gesteld voor de eerste ronde van infrastructuur, afkomstig uit het Nationale Groeifonds dat het kabinet heeft opgericht.
In de volgende ronde zou daar nog een bedrag van zeven miljard bijkomen. De gevolgen van de stikstofcrisis voor infrastructurele projecten zijn in de miljoenennota nog niet duidelijk.
Volgens Bouwend Nederland zijn er ook op dit thema steken laten vallen. Er is geen geld vrijgemaakt voor het structureel benodigde bedrag van één tot anderhalf miljard euro, een bedrag dat door het ministerie van infrastructuur en Waterstaat zelf is geconstateerd. Daarnaast noemt Bouwend Nederland het niet aanpakken van projecten als de Haringvlietbrug, de verbinding tussen Zeeland en Zuid-Holland als onnodig en niet in het belang van Nederland.
Al met al lijken de handreikingen van het demissionaire kabinet niet in goede aarde te vallen bij de partijen in bovengenoemde sectoren. De begroting lijkt zich weliswaar te richten op de juiste doelstellingen, maar laat steken vallen in de uitvoering. Het is onvoldoende en beleidsarm, zo stellen zij. In de reacties lijkt de hoop dan ook vooral gevestigd op het spoedig afsluiten van het sluimerende formatieproces en een nieuw kabinet die de focus in de begroting weet aan te scherpen.