Onlangs zette de Utrechtse gedeputeerde Bart Krol een streep door 4 miljoen vierkante meter aan nieuwe kantoorplannen. Prijzenswaardig vond ik, omdat er eindelijk een provincie is die haar verantwoordelijkheid neemt als regisseur van de ruimte: een taak die ze sinds de nieuwe Wro kreeg gedelegeerd van het Rijk. Maar met een beetje overaanbod is niets mis.
Aangeboden: stadhuis, voor ondernemer
De andere kant van de medaille is een permanente schaarste. Da’s leuk voor de vereniging Vastgoedbelang – want hogere prijzen – maar niet voor bedrijven die op zoek zijn naar een geschikte kavel of accommodatie. Oftewel, niet goed voor onze economie. Onlangs was ik in Manchester om de jaarlijkse studiereis van de SKBN (Stichting Kennisalliantie Bedrijventerreinen Nederland) voor te bereiden. Waar bedrijven in een gemiddelde Nederlandse provinciestad uit minstens 10 bedrijventerreinen kunnen kiezen, zijn bedrijven in Manchester veroordeeld tot één locatie: Trafford Park in randgemeente Trafford.
'Leegstand en overaanbod zijn problemen van planologen, vastgoedeigenaren en gemeenten die niet zeker zijn van de kwaliteit van hun eigen product'
Trafford Park biedt ruimte aan 1.300 bedrijven, van leegstand is geen sprake. Sterker nog, Trafford Park barst uit haar voegen en de bedrijfsacquisiteurs van de gemeente en investor relations-organisatie MIDAS moeten ‘nee’ verkopen aan bedrijven die een groot plot nodig hebben of andere advanced manufactures. Manchester timmert economisch gezien overigens stevig aan de weg, maar het is woekeren met ruimte.
Buurgemeente Rochdale heeft zo’n mager aanbod aan geschikte bedrijfsaccommodaties dat het stadsbestuur het eigen stadhuis ter beschikking heeft gesteld, zolang het bedrijf dat zich er wil vestigen maar voldoende banen meebrengt.
Opeens ga ik de leegstandsdiscussie in Nederland in ander perspectief zien. Is het zo erg dat gemeenten zo bedreven zijn in het uitgeven van gronden, iets dat gemeenten in Engeland niet (mogen) doen?
Leegstand en overaanbod zijn problemen van planologen, vastgoedeigenaren en gemeenten die niet zeker zijn van de kwaliteit van hun eigen product. Voor de economie is een beetje overaanbod niet erg.
