De haven van Rotterdam heeft de ambitie om CO2-neutraal te zijn in 2050. Volgens Allard Castelein, CEO van Havenbedrijf Rotterdam, zal waterstof hierbij een centrale rol spelen: ‘De industrie in onze haven moet een forse omslag maken met de verduurzaming van hun bedrijfsprocessen.’

In februari voerden Havenbedrijf Rotterdam samen met Uniper een gezamenlijk haalbaarheidsstudie uit, waarin duidelijk wordt dat de Maasvlakte een gunstige ligging heeft ten opzichte van windparken in de Noordzee. Met de stroomvoorziening zou de waterstoffabriek kunnen draaien.

Deze week ondertekenden de twee spelers een memorandum of understanding, waarmee de spelers duidelijk maken door te willen met de ontwikkeling van een waterstoffabriek naast het Rotterdamse havengebied.

Daarvoor zijn er volgens het Havenbedrijf en Uniper nog een aantal acties nodig, waaronder het starten van een Front End Engineering & Design-studie (FEED). Volgens het Havenbedrijf Rotterdam duurt deze studie negen maanden en levert het ‘een verdiepingsslag op het conceptuele ontwerp’ van de electrolyse-installatie, de planning van het project en de bijbehorende realistische begroting op.

De Rotterdamse industrie gebruikt circa 77 Petajoule aan waterstof per jaar. Dat is zo’n veertig procent van het totale Nederlandse waterstofgebruik. Het gros van deze waterstof komt uit aardgas en is dus ‘grijs’. Een nieuw waterstofnetwerk en de bouw van de geplande waterstoffabriek op de Maasvlakte moet een eerste stap zijn in het uitfaseren van de grijze waterstofproductie.

In de komende negen maanden zijn er nog een hoop andere acties vereist om het project rond te krijgen. Aanvragen voor benodigde vergunningen, het verkrijgen van financiële en andere steun van diverse overheden, het sluiten van overeenkomsten met partners in de keten en tot slot de voorbereiding van het investeringsbesluit van 2022. Of de fabriek er daadwerkelijk komt, staat dus nog verre van vast.

De recent afgeronde haalbaarheidsstudie concludeert dat de Uniper-locatie, op de Maasvlakte naast nabij de Rotterdamse haven, geschikt is voor grootschalige productie als er gebruik wordt gemaakt van stroom afkomstig van Noordzee-windparken. Het doel is vervolgens om aansluiting te vinden met de HyTransport.RTM-pijpleiding door de Rotterdamse haven. De fabriek zou van start gaan met een productie van honderd Megawatt en kunnen uitbreiden tot vijf keer zoveel.

Er wordt ook al gesproken over een verbinding met de landelijke infrastructuur voor waterstoftransport. De Nederlandse Gasunie en de staatssecretaris van Energie en Klimaat spraken eind augustus af dat Gasunie deze infrastructuur zal ontwikkelen.

Het koppelen van de Noordzee-windparken met de waterstoffabriek, heeft wel als gevolg dat beoogde afnemers van de windenergie hun energie via een andere weg moeten ontvangen. In het laatste regeerakkoord staat de intentie om tussen 2024 en 2030 op de Noordzee nog zeven GigaWatt aan extra windenergie op te wekken.