Auto’s zijn anno 2021 nog steeds sterk aanwezig in veel steden. Er zijn er relatief ook steeds meer. Ondanks het groeiende aanbod van deelmobiliteit en meer ruimte voor fietsers en voetgangers, groeide het aantal auto’s in Nederland in 2020 harder dan het aantal achttienplussers. Hoe kan micromobiliteit de concurrentie aangaan met de auto?

Bij het beantwoorden van deze vraag is het belangrijk om de technische verschillen tussen vervoersmiddelen scherp te hebben. Het platform Micromobiliteit.nl presenteert een overzichtelijke afstand-bagage-matrix. Daarin scoort de auto logischerwijs erg goed. Gebruikers kunnen er verre afstanden mee afleggen, en indien nodig een hoop bagage meenemen. Voor korte afstanden waarbij weinig bagage vervoerd wordt, zijn andere vervoersmiddelen geschikter. Het is zonde om de auto te gebruiken voor een ritje naar de supermarkt of werk, terwijl een scooter je ook naar de andere kant van de stad kan brengen.

Afstand-bagage-matrix met enkele vervoersopties, waarin de auto hoog scoort. Bron: micromobiliteit.nl

 

Het is voor aanbieders van deelscooters daarom geen domme zet om in te spelen op de sterke punten van auto's, door accu’s te ontwikkelen die langer meegaan en door deelscooters te plaatsen die de autoweg op mogen, analyseert Micromobiliteit. Een goede mix tussen scooters met een blauw (25 kilometer per uur) en geel kenteken (45 kilometer per uur) is daarbij belangrijk.

Aanbieders van deelmobiliteit zetten hier ook op in. Zo voerden verhuurders Felyx en GO-Sharing in verschillende grote steden al speciale deelscooters die 45 kilometer per uur gaan in, bedoeld voor langere ritten. Wel hebben gebruikers van deelscooters nog weinig opties om bagage mee te nemen. Technische mogelijkheden daarvoor bestaan zeker. Zo kunnen bedrijven rekken boven het voorwiel plaatsen, of bagageruimte tussen de benen of achterop de scooter aanbrengen. Aanbieders kunnen zich hiermee weer onderscheiden van de concurrentie. Ook kijken verschillende partijen momenteel naar deelbakfietsen op stations.

Focus moet verschuiven naar kansrijke doelgroep

Technische oplossingen zijn niet het enige antwoord op het vraagstuk. Er is meer nodig, benadrukt Nick Knoester, adviseur MaaS en gedragsverandering bij adviesbureau Over Morgen. ‘We kunnen en hoeven niet elke autorit te vervangen met een scooterrit. Wel schuilen er heel veel kansen in het uitnodigen van meer doelgroepen tot de deelmobiliteit’, zegt hij. Daarmee doelt hij op volwassenen ouder dan 35, die meestal een auto bezitten en deze vaak gebruiken.

'Laat ze maar adverteren met vijftigers of zestigers als rolmodel'

‘Als je nu kijkt naar de marketing van deelscooterpartijen zie je vooral een focus op jonge hippe mensen. Deze groep bezit nu vaak nog geen auto, dus kun je ze er ook niet uithalen, maar wel uithouden. Gemeenten mogen de scooterpartijen bij vergunningverlening best wat meer uitdagen om een plan te maken waarmee ze ook andere generaties, die wel een auto bezitten, uit de auto te krijgen. Laat ze maar adverteren met vijftigers of zestigers als rolmodel’, zegt Knoester. ‘De overheid zou aanbieders bovendien ook moeten aansporen om zich te richten op buitenwijken waar het OV-aanbod minder is, of op wijken waar nog veel particuliere fossiele scooters zijn, waarmee mensen nu naar de binnenstad rijden.’ De groep jongeren die nu op de scooter rijdt heeft zeker potentie om in de toekomst de auto te laten staan. Onderzoek van Knoester en Bert Berkers van de Universiteit Twente laat zien dat autoloze jongeren minder snel geneigd zijn om een auto aan te schaffen na hun kennismaking met de deelscooter.

Auto’s aan de gracht in Amsterdam

Knoester ziet de opkomst van Mobility as a Service-apps als een kans voor gedragsverandering. Momenteel lopen in Nederland zeven pilots waarbij de gebruiker via één app meerdere deelmobiliteitsconcepten en het openbaar vervoer kan gebruiken en betalen. Knoester: ‘Dit kan helpen om bredere doelgroepen aan te trekken, ook de verstokte automobilisten.’

Als de deelscooters, -fietsen, -bakfietsen, en -auto’s allemaal via een MaaS-app te boeken zijn, en het een aantrekkelijk alternatief biedt voor de auto, is daar het momentum om mensen daadwerkelijk van hun auto af te helpen. Daar is een breed aanbod voor nodig, waarin ook de scooters een rol hebben. ‘Begin 2022 zullen de eerste MaaS-apps er zijn die alles goed en zonder kinderziektes kunnen ontsluiten.’

‘De MaaS-apps kunnen stimuleren dat iemand sneller een deelfiets pakt dan een deelscooter, of sneller een deelscooter dan een deelauto’

Hierna volgt een nieuwe uitdaging, aldus Knoester. ‘Als het aanbod er straks is en iedereen een MaaS-app op z’n telefoon heeft, is de vraag hoe we gaan sturen op ‘gewenst gedrag’. De MaaS-apps kunnen stimuleren dat iemand sneller een deelfiets pakt dan een deelscooter, of sneller een deelscooter dan een deelauto.' Hier ligt een rol voor overheden, aldus Knoester. ‘In het verleden heeft de overheid veel spitsmijdingsprojecten georganiseerd, door subsidies te geven aan partijen die dit wisten te realiseren. Overheden kunnen op die manier ook MaaS-apps gaan belonen wanneer zij hun gebruikers het meest gewenste voertuig laten pakken, of hun überhaupt minder laten reizen en thuis laten werken.’

Over een mogelijke daling van fietsgebruik maakt de MaaS-adviseur zich weinig zorgen. ‘Een verschuiving van de fiets naar de scooter is onderdeel van het beginproces. Zeker voor jongeren is het regelmatig gebruik van zo’n scooter uiteindelijk prijzig. Van zo’n bedrag kun je zelfs bijna een auto aanschaffen. Fietsen blijft nog steeds gratis en gezond, dus die scooter zal er vooral voor incidentele ritten zijn. Doordat fietsers nu kiezen voor de deelscooter, groeit het aanbod, wat weer aantrekkelijker is voor de autobezitters.

Daarbij krijgt de fiets steeds meer voorrang in het ruimtelijke beleid van grote steden. Zo stuurde het centrum van Amsterdam twee jaar terug de scooters de rijbaan op, en ontstaan er in meer steden gebieden waar alleen fietsers welkom zijn.

Ontwikkeling deelauto

Een goede beschikbaarheid van deelmicromobiliteit binnen de stad betekent nog niet dat elke particuliere auto verdwijnt. Een auto is nog steeds van groot belang voor het reizen buiten de stad. Elektrische deelauto’s bieden hier een duurzame en efficiënte oplossing.

Steeds meer Nederlanders lijken te kiezen voor deze vorm van deelmobiliteit. Eind 2020 maakten ongeveer 730.000 Nederlanders gebruik van deelauto’s, blijkt uit cijfers van kennispartner CROW-KpVV. De deelauto kan van grote waarde zijn als aanvulling op deelmicromobiliteit, wanneer bijvoorbeeld een scooter toch niet voldoet.

‘Het is van belang dat er zekerheid ontstaat in dit aanbod’, zegt Knoester. ‘Is er wel altijd een auto in de buurt? Dit moet de gemeente reguleren en ontsluiten via MaaS-apps’. Knoester benadrukt daarbij dat deelauto’s in steeds meer concepten verschijnen, ook voor enkele ritten. ‘Daardoor wordt het zelfs aantrekkelijker dan een eigen auto. Je kan bijvoorbeeld heen met de trein, en terug met de auto’. Volgens Knoester helpt het ook om ‘leuke en aansprekende opties’ aan te bieden. ‘Je ziet dat aanbieders slim gebruik maken van eye-catchers. Zo biedt Sixt Jaguars aan om te kunnen huren. WeDriveSolar biedt Tesla’s aan. Dit trekt nieuwe type gebruikers aan, die daarna ook in kleinere deelauto’s of een keer een deelfiets gaan gebruiken.’