De regio’s Haarlemmermeer (17 procent), IJmond (15 procent) en Zuidoost-Noord-Brabant (13 procent) kenden de sterkste groeipercentages ten opzichte van het tweede kwartaal van 2020, toen corona net zijn intrede deed. Voor de coronacrisis vertoonden deze regio’s sterke groei, dus nu de economie bijtrekt ligt herstel in de lijn der verwachting. Haarlemmermeer heeft de groei te danken aan de toename van het aantal vluchten vanaf Schiphol. IJmond en Zuidoost-Noord-Brabant danken hun herstel aan de industrie. Van volledig herstel is overigens geen sprake. Haarlemmermeer evenaart economisch topjaar 2019 nog niet.
Volgens Gerlof Rienstra van Rienstra Beleidsonderzoek en Beleidsadvies betekenen de goede cijfers van IJmond, Haarlemmermeer en Zuidoost-Noord-Brabant bovendien niet meteen dat het in heel de regio goed gaat. ‘Als er maar één of twee bedrijven bovenuit steken, laat de regio meteen fantastische groeicijfers zien. Ik ben daarom ook voorzichtig met zeggen dat IJmond het zo goed doet, want waarschijnlijk komt dat door de aanwezigheid van een chemisch bedrijf of metaalbedrijf. In Zuidoost-Noord-Brabant denk ik dan meteen aan ASML en Philips.’
Toerisme en industrie doen het goed
In de overige Nederlandse regio’s groeide de economie in het tweede kwartaal met ongeveer 8 tot 10 procent ten opzichte van een jaar eerder. Grote aanjagers zijn de versoepelingen voor de horeca en reisbemiddeling, en het herstel van de industriële sector. Wel zitten de meeste van deze bedrijfstakken nog niet op het niveau van voor de coronacrisis.
Rienstra: ‘Ik had niet verwacht dat de industrie zich zo snel zou herstellen. Blijkbaar is met dank aan de steunpakketten de productiecapaciteit op peil gebleven. Dat is eerder dan verwacht. Ook voor andere sectoren is deze ontwikkeling gunstig, aangezien de producten in een later stadium weer in de detail- en groothandel terechtkomen. De markt en de sectoren zijn nu weer aan zet.’
Kanttekening
Overigens plaatst Rienstra wel nog een kanttekening bij de cijfers van het CBS. Om de regionale verschillen te berekenen, kijkt het statistiekbureau naar de onder- en oververtegenwoordiging van de bedrijfstakken in een regio. Kortom, het CBS gaat ervan uit dat in regio’s waar veel horeca zit, het ook het beste gaat met de horeca. ‘Terwijl ik uit ervaring weet dat regionale omstandigheden ook een rol spelen.’
Verdere groei in het derde en vierde kwartaal kan dan ook in deze sectoren worden verwacht. Zolang de beperkingen in de horeca, evenementen-, theater- en reissector niet worden opgeheven, zullen deze ook de rest van het jaar achterblijven.