Van januari tot juli 2021 zijn er in heel Nederland 39.000 woningen bijgekomen. Dat is al iets meer dan de helft van de beoogde 75.000 woningen per jaar. De provincie Noord-Holland groeide dit jaar het hardst met 8.000 nieuwe woningen, waarvan bijna 4.300 in onze hoofdstad. Relatief gezien staat Roermond echter bovenaan, met ruim 1.200 nieuwe woningen, en een inwonersaantal van zo’n veertien keren kleiner dan Amsterdam. In 2020 werden ruim 79.000 woningen gerealiseerd. Ook dit overtrof het bouwdoel, met ruim 69.000 nieuwbouwwoningen, en daarop nog circa 10.000 transformatiewoningen.
De meeste woningen zijn, niet geheel verassend, te vinden rondom de Randstad. De provincies Zuid-Holland (ruim 1,7 miljoen woningen), Noord-Holland (bijna 1,4 miljoen) en Noord-Brabant (bijna 1,2 miljoen) bevatten met 53 procent meer dan de helft van de Nederlandse woningvoorraad, waarvan gemeente Amsterdam met ruim 454.000 woningen bovenaan staat. Het minst aantal woningen staan in Flevoland (176.000), Zeeland (bijna 189.000) en Drenthe (225.000).
Beeld: CBS
Bij de eerste landelijke telling in 1899 telde men bijna 1,1 miljoen woningen. Een stijging sindsdien dus van meer dan 6,9 miljoen woningen. Met uitzondering van de wereldoorlogen, zijn er jaarlijks vooral woningen bijgekomen. Het recordaantal nieuwe opleveringen was in 1973, toen er in een jaar tijd bijna 158.000 woningen werden opgeleverd. Dit recordjaar hangt samen met het groeiende aantal huishoudens van toen, als gevolg van de babyboomers. Deze generatie, geboren tijdens de grote geboortegolf van 1946-1960, ging halverwege de jaren zestig zelf huishoudens vormen, wat tot massale bouw leidde.
De verhouding tussen het aantal Nederlanders en het aantal woningen veranderde sterk in de afgelopen eeuw. Want ondanks de grote bevolkingsgroei van de twintigste eeuw, kromp het gemiddelde huishouden. In 1921 stond er voor iedere 4,8 inwoners een woning. In de afgelopen decennia nam het aantal een- en tweepersoonshuishouden flink toe, en telt een gemiddeld huishouden nu 2,2 inwoners. Reden hiervoor is de maatschappelijke individualiseringstrend van de afgelopen tijd, met onder andere de toename in het aantal scheidingen. Ook vergrijzing speelt een grote rol. Deze eerdergenoemde babyboomers zijn nu rond de zestig of zeventig jaar oud, en leven naar verwachting niet alleen langer dan vorige generaties. Oudere mensen blijven ook langer zelfstandig wonen.
De ontwikkeling van de woningvoorraad, met een mutatiesaldo van zo’n 75 duizend woningen in 2020. Beeld: CBS