Door Miranda Koffijberg. Dit is artikel verscheen eerder in vakblad Groen. Klik hier voor meer informatie.
1. Opstellen plan is een goede pr-machine voor biodiversiteit
Als je het goed doet, is het maken van een plan voor biodiversiteit één grote pr-machine voor het thema biodiversiteit, vindt Van Rijswijk. Veel mensen – binnen en buiten de gemeentelijke organisatie – kennen het begrip biodiversiteit wel. Ze weten ook dat het niet goed gaat met die biodiversiteit. Maar echt besef van de omvang van het probleem is er amper. ‘Ze schrikken zich vaak rot, als je de cijfers laat zien’, merkte Van Rijswijk. Ook hebben veel mensen geen idee wat ze er concreet aan kunnen doen. Het samen opstellen van het plan is een kans voor flink meer probleembesef en meer kennis over wat helpt om het tij te keren.
Tip: betrek een brede groep collega’s bij het maken van het biodiversiteitsplan. Want bijna alle beleidsterreinen hebben invloed op de biodiversiteit. Vraag dus ook medewerkers die bezig zijn met landbouw, erfgoed, welzijn, sport, klimaat en dergelijke aan tafel.
2. Beleidsplan geeft biodiversiteit een stevigere basis
Zonder vastgesteld beleidsplan moeten ecologen of “landschappers” harder vechten om zaken voor elkaar te krijgen die goed zijn voor de biodiversiteit. Het plan zorgt er ook voor dat er een goed verhaal ligt vanuit biodiversiteit, als input voor de omgevingsvisie. Veel gemeenten werken nu aan hun omgevingsvisie. Zoals Van Rijswijk zegt: ‘Als ecoloog kun je een plan met vaststaand beleid op tafel leggen, net als de sectoren wonen, erfgoed, verkeer. Dat ontbrak eerder.’ Hij ziet dat het werkt. Ede stelde in zijn biodiversiteitsplan bijvoorbeeld natuurinclusief bouwen als de norm.
‘Projectontwikkelaars komen er niet meer mee weg als ze een plan indienen met te weinig aandacht voor soorten. Laatst nog hadden we zo’n plan, waarvan ook mijn andere collega’s gelijk zeiden: dit accepteren we echt niet meer.’
Tip: stel het plan op – als het nog kan – voorafgaand aan de omgevingsvisie.
3. De uitvoerder van het plan moet genoeg ecologische kennis hebben
Het opstellen van een biodiversiteitsplan is één, maar het echte werk begint de dag nadat het is vastgesteld. ‘Haal tijdig iemand in huis die het plan gaat uitvoeren en zorg dat het iemand is met gedegen kennis van ecologie’, zegt Van Rijswijk. ‘Zonder zo iemand in huis hoef je niet eens aan een biodiversiteitsplan te beginnen. Want er moet iemand zijn die het biodiversiteitsbelang actief bewaakt, die zorgt voor inbreng van de juiste kennis in plannen, die plannen kan beoordelen en weet hoe het anders en beter kan. Dat is een monsterklus’, weet Van Rijswijk uit ervaring. ‘Je gaat vaak in tegen alle gebruikelijke werkwijzen. Zeker aan het begin moet je de boodschap vaak herhalen: als gemeente willen we natuurinclusief gaan werken. Hoe zullen we dat doen?’
De uitvoerende persoon moet veel kennis hebben van ecologie, want biodiversiteit is een ingewikkeld onderwerp. Het vraagt om gedegen kennis. ‘Je gaat ook geen bestemmingsplan opstellen zonder jurist.’
Tip: neem als gemeente een ecoloog in dienst, of beleg de inzet voor biodiversiteit bij de medewerker landschap.
4. Ecoloog moet zijn toegerust op een nieuwe rol
Zijn rol als ecoloog veranderde na het biodiversiteitsplan, merkte Van Rijswijk. In plaats van bezig te zijn met details, denkt hij nu veel meer mee over de grote lijn, aan de voorkant van projecten en ontwikkelingen. ‘Je gaat veel meer doen dan toetsen: eerder aan de bel trekken, je stem verheffen, bij plannen al vroeg de juiste vragen stellen. Dat vraagt andere kwaliteiten.’ Ook wordt het stedelijk gebied steeds belangrijker voor planten- en diersoorten. Een ecoloog moet daarom ook goed weten wat er op de beleidsterreinen wonen, economie, welzijn speelt.
Tip: Zorg voor extra scholing voor ecologen zodat ze goed zijn voorbereid op hun nieuwe taken en rollen.