Europa heeft met haar programma Fit For 55 grote plannen om sneller de CO2-uitstoot te beperken. De uitstoot van broeikasgassen moet in 2030 met 55 procent omlaag ten opzichte van het niveau van 1990, in plaats van de eerder geambieerde 40 procent.
De gebouwde omgeving speelt hierbij een grote rol. De Europese Commissie wil deze omgeving opnemen in het Emissiehandelssysteem (ETS). Het ETS stelt een grens aan de hoeveelheid CO2-uitstoot. Partijen die deelnemen aan het ETS moeten hun uitstoot bijhouden en kunnen hun CO2-rechten verkopen, gebruiken of extra kopen. De gebouwde omgeving in Nederland bestaat uit zeven miljoen woningen en een miljoen andere gebouwen.
Het ETS is in de gebouwde omgeving een enorme marktplaats waarin in theorie alle woningen hun CO2-rechten kunnen verhandelen. In plaatst van een bank verkoopt de buurman nu zijn CO2-rechten. Alleen dit allemaal administratief bijhouden, je moet er niet aan denken. Daarom is de suggestie vanuit Europa dat de energieleveranciers deze taak op zich zullen nemen. Dit ETS-systeem genereert inkomsten die vervolgens gebruikt kunnen worden om verduurzaming van woningen en kantoren aan te moedigen. Er zijn verschillende manieren om zo’n ETS-systeem in te voeren. De meest kansrijke kandidaat lijkt een apart verplicht ETS-systeem voor de gebouwde omgeving.
Het invoeren van dit ETS kan op verschillende manieren. De Europese Commissie kan de baas blijven, zodat er gestuurd kan worden op het nakomen van de gestelde CO2-doelen. Het voordeel van deze aanpak is dat er een gelijk speelveld ontstaat door Europa heen en iedereen zich aan de nieuwe spelregels zal moeten houden. Met dit ETS-instrument zal het gebruik van aardgas steeds minder interessant worden. Dit maakt alternatieven als meer isolatie en warmtepompen financieel steeds aantrekkelijker. CE Delft wijst in haar rapport over dit instrument specifiek naar kantoorpanden als kanshebber voor deze versnelde verduurzaming.
Nadelen zijn er ook. Een CO2-prijs zorgt ervoor dat energie duurder zal worden, vooral niet-duurzame energie. Vaak zijn het huishoudens met minder inkomen die zowel een hogere energierekening hebben als minder kansen te investeren in duurzame alternatieven. Het Europese instrument biedt daar geen oplossing voor. Nederland zal dan zelf met bijvoorbeeld haar Klimaatakkoord hier beleid op moeten maken.
Een ander nadeel is bij het maken van een grote Europese ETS-pot is dat de investeringen die het meeste CO2-uitstoot beperken als eerst aan de beurt zijn. Dat klinkt positief, maar landen als Polen stoken nog veel op kolen, waardoor Nederland met haar relatief schone aardgas later aan de beurt is. In dat geval zullen de energieleveranciers in Nederland dus CO2-rechten opkopen in Polen. Voor Europa als geheel zorgt dit systeem voor lagere kosten, omdat de focus uitgaat naar plekken waar het meest efficiënt CO2-winst te behalen valt.
Gevolgen voor die miljoenen woningen en kantoorgebouwen
Het is duidelijk dat er een groot programma wordt opgebouwd om meer aan verduurzaming te doen in de gebouwde omgeving. Maar wat ga je er thuis en op kantoor van merken? Het is goed om ons te realiseren dat er al een hoop verduurzamingsplannen zijn op landelijk niveau. Denk aan bepaalde opwekking van duurzame energie, eisen aan de efficiency van gebouwen en minimale isolatie-eisen. Een ander punt van aandacht zijn strengere eisen aan de prestaties van verwarmingsinstallaties. Een motie is al in de Tweede Kamer aangenomen, waardoor een grotere groei van het aantal hybride warmtepompen wordt verwacht.
Het ETS heeft ook gevolgen voor de aardgasalternatieven die we kiezen. Een focus op techniekneutraliteit klinkt dan positief. Alle verschillende technieken om woningen te verwarmen worden belast met dezelfde CO2-prijs. Het is daarbij wel opletten met biomassa. In de bestaande regels geldt een nulemissie voor biomassa, waardoor dit positief werkt voor warmtenetten die op biomassa zijn gestookt. Vinden we dit niet wenselijk, dan moeten we met aanvullend landelijk beleid komen.
Nu de gevolgen thuis, wat zijn deze bij verschillende verduurzamingsroutes en CO2-prijzen? Voor iedereen die nu nog in een huis woont met beperkte isolatie en een gasketel zullen de jaarlijkse CO2-kosten tussen de 107 en 194 euro bedragen (zie het CE Delft rapport). Dit bedrag hangt af van de prijs die betaald moet worden voor de CO2-rechten. Geeft dit dan een extra prikkel om te verduurzamen? Helaas niet. De meerkosten van verduurzaming zijn hoger dan de kostenbesparing.
Interessant genoeg speelt bij kantoorgebouwen wat anders. De CO2-prijs maakt daar wel een significant verschil en lijkt investeringen in isolatie, warmtepompen of een warmtenet aansluiting interessanter te maken.
Dat Europa ons dwingt meer aan CO2-reductie te doen is een feit. Of dit nou door een CO2-systeem of steeds strengere eisen aan energiebesparing en opwekking gebeurt. Het vraagstuk wat in Nederland en andere lidstaten zal leven is welk systeem aansluit bij de nationale ambities, hoe uitvoerbaar het is en de neveneffecten acceptabel. Voor ons thuis is het wel duidelijk. De kosten van energie gaan omhoog, maar het investeren in duurzame alternatieven zal niet altijd een terugverdientijd hebben. De openstaande vraag is of dit gat gevuld gaat worden door meer subsidies, dwang of andere instrumenten.