In 2030 moeten we de helft minder grondstoffen gebruiken, in 2050 moet heel Nederland circulair zijn. De gebouwde omgeving speelt een grote rol bij het behalen van deze doelstellingen. Ongeveer de helft van al het grondstoffenverbruik komt op rekening van de bouw. Verder is de gebouwde omgeving verantwoordelijk voor 40 procent van de CO2-uitstoot en 36 procent van het energieverbruik.
Hoe je circulair bouwt, is al redelijk bekend. Bij de bestaande bebouwde omgeving is echter nog een hoop onduidelijk. Terwijl ook de huidige gebouwen onmisbaar zijn voor een succesvolle circulaire transitie. De prognose is dat ongeveer 80 procent van alle gebouwen die er nu staan, er in 2050 ook nog staat, aldus Dutch Green Building Council (DGBC).
Hoe kan die 80 procent op circulaire wijze beheerd en gebruikt worden? En waar moeten we voor bestaande bouw nu de prioriteiten aan geven? Die vragen beantwoordt DGBC in het rapport Framework voor Circulaire Bestaande Gebouwen.
Het framework is niet alleen bruikbaar voor BREEAM (zie kader), maar ook voor gebouweigenaren, beleidsmakers en adviseurs, die dit kunnen gebruiken om een scherp beeld van circulariteit voor de bestaande bouw te krijgen. Het rapport hanteert twee ‘paden’: stroomstrategieën en waardestrategieën. Stroom gaat over fysieke stromen als materiaalgebruik, energie, water en mobiliteit. Waarde gaat over doelstellingen als ecosystemen en biodiversiteit, gezondheid en welzijn, cultuur en maatschappij.
Hier de belangrijkse resultaten:
De vijf stroomstrategieën zijn:
- Behoud: maximaliseer de gebruiksduur van bestaande stromen en voorraden, zolang dit veilig en verantwoord is en resulteert in optimale prestaties.
- Reduceer vraag: vermijd een nieuwe instroom, door het gebruik van de huidige stromen te intensiveren, de behoefte weg te nemen of te minimaliseren.
- Circulaire instroom: zorg voor een instroom die gebruikt of hernieuwbaar is, geen negatieve gevolgen heeft voor mens, en binnen de grenzen van het herstellend vermogen van de aarde blijft.
- Borg toekomstig hergebruik: zorg voor inzicht in de stromen. Maak alleen gebruik van stromen die na de gebruiksfase hoogwaardig hergebruikt of volledig zonder negatieve consequenties terug de natuur in kunnen. Anticipeer op toekomstige ontwikkelingen en innovaties en zorg voor prikkels voor hergebruik.
- Benut uitstroom: zorg voor optimale benutting van vrijkomende stromen, waarbij de waarde van deze stromen maximaal wordt behouden.
De vier waardestrategieën zijn:
- Bescherm: bescherm en koester de huidige waarde, houd deze in stand en voorkom (verdere) achteruitgang.
- Versterk: versterk en vergroot de waarde, onder andere door te anticiperen op huidige en toekomstige behoeften en ontwikkelingen.
- Verbind: verbind doelen met elkaar door te zoeken naar synergie, samenwerking, aansluiting en uitwisseling van en met de omgeving, maatschappij en andere sectoren. Zoek naar de één plus één is drie.
- Waardeer: waardeer natuurlijk, sociaal en cultureel kapitaal en gezondheid als een onderdeel van een economisch systeem, zodat je ze mee kunt nemen in de overwegingen rondom kosten, baten en investeringen.
‘Dit framework geeft een duidelijke kapstok in een woud aan allerlei ontwikkelingen”, zegt Inge van Baardwijk, Schiphol. ‘Energie wordt al langer geborgd in meerjarige onderhoudsplannen (MJOP). Circulariteit moet een veel grotere plek krijgen in MJOP. Het framework helpt daarbij.’
Pam van de Klundert, Bouwinvest: ‘Met het framework kunnen we voortborduren op bestaande processen. Dit framework biedt handvatten om aan de slag te gaan met circulariteit binnen alle facetten van het gebouwmanagement.’
BREAAM staat voor Building Research Establishment Environmental Assessment Method. Het is een internationaal duurzaamheidskeurmerk voor gebouwen met een minimale milieuimpact. BREAAM is bruikbaar voor overheden, vastgoedbeleggers, opdrachtgevers, adviseurs, projectontwikkelaars en corporaties. Voor de BREAAM-score wordt onder andere gekeken naar gezondheid en welzijn, energie- en waterverbruik, vervuiling, materiaalgebruik, afval en de inpassing in landschap en ecologie.