Het totale bod van de RES-regio’s bedraagt een paar terawattuur meer dan een aantal maanden geleden: 55 TWh om 52,5 TWh. Dat is meer dan het vooraf gestelde doel om in 2030 35 TWh aan hernieuwbare energie op te wekken. 

De meeste terawattuur moet worden opgewekt uit zonne-energie, en niet uit windenergie. De energieregio’s zien veel potentie in zonnepanelen op grote en kleine daken, op parkeerplaatsen, op schoolgebouwen en ook op de grond. 

De provincies Zeeland, Friesland en Flevoland gaan voorop met hun plannen. In die provincies geeft vooral de ervaring die ze hebben met het plaatsen van zonnepanelen en windmolens de voorsprong. De U16-regio (Utrecht), Metropoolregio Eindhoven, de Achterhoek en de Cleantech Regio (Gelderland en Overijssel) ondervinden nog wat meer moeite met het sluitend maken van hun plannen; de politieke besluitvorming is er nog niet helemaal afgerond.

Dat brengt ons naar de uitdagingen waarmee de dertig energieregio’s te kampen hebben in aanloop naar de volgende ronde in 2023, de RES 2.0. Want 55 TWh is ambitieus, maar die haalbaarheid is nog allerminst zeker. 

Draagvlak en participatie

Heel veel draagvlak voor de RES’en is er namelijk niet. Burgers hebben te weinig mogelijkheden om zich in de debatten te mengen. Het Planbureau voor de Leefomgeving concludeerde dat al in oktober 2020, de Natuur- en Milieufederatie, Energie Samen en de Jonge Klimaatbeweging stellen dat nu weer. ‘Er zijn regio's waar het draagvlak tot het nulpunt is gekomen’, zei Eric Wiebes vorig jaar al tegen de NOS.

(Mede) door het coronavirus werden allerlei informatiebijeenkomsten afgelast, enkele burgerfora en (online) festivals gingen dan wel weer door. Zoals dat wel vaker bij participatie het geval is, zijn de aanwezigen grotendeels de mensen die al geïnteresseerd zijn, en niet de stille, zwijgende middengroep. 

'Er zijn regio's waar draagvlak tot het nulpunt is gekomen'

Om het draagvlak te vergroten, zullen zij meer gehoord moeten worden. Anders zal het verzet tegen windmolens en zonnepanelen blijven groeien. En dat betekent dat er een kans is dat enkele zonne- en of windparken geschrapt moet worden.  De ambitieuze 55 TWh kan zo nog een stuk lager uitvallen.

Budget

Dan het budget. De Raad van het Openbare Bestuur liet onderzoeken dat er alleen voor de komende drie jaar 1.8 miljard euro nodig is voor decentrale overheden om niet achter te lopen op de plannen. Geld dat er volgens gemeenten en provincies niet is. De provincie Noord-Holland trok deze week nog aan de bel. 

Kristel Lammers, directeur van het Nationaal Programma RES, liet na die bekendmaking al weten dat hiervoor naar een nieuw kabinet gekeken moet worden. Zij kunnen besluiten om meer middelen beschikbaar te stellen, maar die vraag krijgt het wel vaker. Enkele maanden geleden deden de proeftuinen uit het Programma Aardgasvrije Wijken namelijk ook al een oproep aan het kabinet om meer geld vrij te maken.

Elektriciteitsnet

In de volgende fase van de RES’en wordt verder nagedacht over het inpassen van de windmolens en zonneparken in het landschap. Met ook grote opgaven voor de woningbouw en de landbouw in het verschiet, kan dat ruimtelijk gezien nog wel eens voor problemen zorgen. 

De grootste klus lijkt echter het aansluiten van de opgewekte duurzame energie op het elektriciteitsnet te zijn. Nutsbedrijf Liander bekende eerder al aan Stadszaken dat er problemen zijn met de transportcapaciteit, maar wilde niet spreken over een stroomcrisis. Dat terwijl bedrijven soms jaren moeten wachten op een aansluiting. Snelle oplossingen lijken er niet te komen: naar verluidt duurt het tussen de zeven en negen jaar om een investering te realiseren. En dan is er (ook nog) een tekort aan technisch geschoold personeel.

'Mix tussen zonne-energie en windenergie van groot belang'

Woordvoerder Marloes de Vink gaf daarom aan dat er een betere balans moet komen tussen zonne-energie en windenergie om de te ontwikkelen elektriciteitsinfrastructuur in goede banen te leiden. ‘Om het energiesysteem zo optimaal mogelijk te gebruiken, is een optimale zon-wind mix van 50-50 van groot belang. Niet alleen houden we de maatschappelijke kosten dan zo laag mogelijk, het kost ook nog eens minder ruimteopslag en het is sneller realiseerbaar.’

Laten de dertig energieregio’s nu net in hun RES 1.0 aangegeven hebben zich nog meer te gaan richten op zonne-energie. Het zorgt voor enkele kinken in de kabel, met het oog op de klimaatdoelstellingen in 2030 en de RES 2.0 in 2023.