Per 2050 verdrievoudigt het wereldwijde goederenvervoer, berekende de internationale Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OECD). Het gros van deze producten is voor bedrijven bestemd, die veelal in stadscentra zitten. Ook consumenten bestellen meer dan ooit pakketjes aan huis. Een trend die al jaren loopt, en door de coronacrisis flink is versterkt.
Dat bezorgen is best fijn. Vanuit je luie stoel scroll je door een site, drie klikken later heb je een aankoop gedaan en de volgende dag staat de bezorger op de stoep. Maar we moeten de fysieke impact van online niet vergeten. De bestelbusjes oefenen grote druk uit op de leefbaarheid van de stad. De straten worden drukker, de lucht raakt vervuilder, het karton en ander afval stapelt zich op.
Benoit Montreuil, professor aan de Georgia Institute of Technology, noemt de wisselwerking tussen digitaal en de fysieke leefomgeving ‘the physical internet’. Besef van de naadloze samenhang is volgens hem essentieel om tot een daadwerkelijk duurzaam systeem te komen. De grootste logistieke uitdaging van de 21e eeuw volgens Montreuil? ‘De economische, fysieke en maatschappelijke uitdagingen die onze groeiende vraag naar producten met zich meebrengt koppelen aan efficiëntie, duurzaamheid en schaal.’
Dat klinkt natuurlijk hartstikke mooi, maar het is ook wat vaagjes. Ik werp dus graag een balletje op om het concreet te maken. Als we het over duurzame logistiek hebben, hebben we het over meer dan alleen elektrische of op waterstof rijdende busjes. Al die mooie bezorgde producten komen met bergen karton en plastic. Afval dat niet door bezorgers mee terug wordt genomen, maar wat de gemeentelijke dienst moet opruimen.
Het kan efficiënter én duurzamer. Het mantra bij stadslogistiek zou moeten zijn: rij nooit leeg, rij nooit in één richting. Het is in theorie heel goed mogelijk dat bezorgers een pakket bezorgen, en vervolgens afval mee terug nemen. Organisatorisch is het wat ingewikkelder, maar dat mag geen excuus zijn. Slimme technologieën en een daarop ingestelde supply chain maken een hoop mogelijk. Bovendien: voor een sector die prat gaat op efficiëntie, is dit toch een prachtige uitdaging?
Voor dergelijke dynamische stadslogistiek zijn wel geschikte logistieke centra nodig. De toekomst van logistiek vastgoed bevindt zich in de stad. Niet enkel grote dozen in het weiland, maar juist hubs aan de stadsranden of kleinere locaties in de stad zelf zijn nodig. Amsterdam zet hiermee op dit moment de toon: de Amsterdam Logistic Cityhub moet de eerste XXL logistieke stadshub van Nederland worden. Een zeer wenselijke ontwikkeling, menen logistiek- en vastgoedexperts.
Dergelijke hubs bieden kansen voor meervoudig gebruik. Koppel er een afvalverwerkingspost of een recyclingcentrum aan en je kan aan de slag met tweerichtings-stadslogistiek. Met zo’n ingreep is logistiek niet langer een kopzorg voor gemeenten en bewoners, maar voegt het daadwerkelijk wat toe aan de stad. Wie gaat de uitdaging aan?