Het Rijk ratificeerde het VN-verdrag Handicap in 2016. Met deze bekrachtiging kregen gemeenten de verplichting om een ‘lokale inclusie-agenda’ op te stellen. Dit is een agenda waarin een gemeente samen met ervaringsdeskundige inwoners vastlegt hoe zij gaan werken aan een samenleving waarin elke inwoner, met en zonder beperking, mee kan doen.
Vijf jaar na dato is nog flink werk aan de winkel. Uit het onderzoek komen drie categorieën gemeenten naar voren. Een deel van de gemeenten is goed bezig met het verdrag, een deel wil wel maar loopt daarbij tegen obstakels aan, en een deel is eigenlijk nog niet begonnen. In deze gemeenten wordt om ‘allerlei redenen’ geen prioriteit aan de implementatie gegeven.
Die laatste categorie bestaat uit ongeveer tien procent van de gemeenten. Verder is ongeveer vijfde van de gemeenten nog niet verder is dan de verkenningsfase of de onderzoeksfase. Iets meer dan een kwart is dit jaar bezig met de uitvoer van inclusieplannen. Wat ook opvalt: van de gemeenten die al bezig zijn met uitvoer van de plannen, kijkt zo’n 10 procent primair naar fysieke beperkingen. Mentale beperkingen blijven buiten beschouwing. Dat terwijl het VN-verdrag wel een brede definitie hanteert. Uit de wet: ‘Personen met een handicap omvat personen met langdurige fysieke, mentale, intellectuele of zintuiglijke beperkingen.’
Draagvlak onder het college van Burgemeester en Wethouders en de Raad, kartrekkende ambtenaren en betrokkenheid van ervaringsdeskundigen zijn volgens de onderzoekers succesfactoren voor goede implementatie.
Vooral met dat laatste worstelen veel gemeenten. Hoe vind je ze, die ervaringsdeskundigen, vragen ze zich af. 41 procent van de gemeenten wil dus meer procesmatige ondersteuning bij het betrekken van ervaringsdeskundigen.
Verder speelt gebrek aan financiering en capaciteit bij veel gemeenten. Een ‘groot knelpunt’, aldus de VNG en Movisie. Ruim 80 procent van de gemeenten geeft aan hier mee te worstelen.
Sommige gemeenten geven dat ze het moeilijk vinden om integraal beleid te voeren voor toegankelijkheid. Het VN-verdrag Handicap is breed van opzet. Het doel is dat mensen met een beperking op fysiek, sociaal, cultureel en economisch vlak goed mee kunnen draaien, met toegang tot gezondheidszorg, onderwijs, informatie en communicatie. Bij veel gemeenten gaan dus verschillende afdelingen over dit onderwerp. Op een aantal factoren, zoals onderwijs en wonen, hebben gemeenten geen directe regie.
Bron: VNG en Movisie