Geothermie speelt een steeds grotere rol in de Nederlandse energietransitie. Heet water wordt de grond ingepompt, warmt daar op en wordt vervolgens weer naar boven gehaald om gebouwen te verwarmen.

Het grootste deel van het Nederlandse drinkwater, zo’n zestig procent, komt uit de bodem. Dit water wordt van dieptes tot 300 meter opgepompt. Voldoende hitte voor verwarming vind je een stuk dieper: daar moet je tot drie kilometer diep voor boren. Deze buizen gaan soms door drinkwaterbronnen heen en kunnen het zo vervuilen, bijvoorbeeld met roest.

‘Het gaat om twee nationale belangen die elkaar in de weg kunnen zitten. De winning van aardwarmte brengt reële risico’s met zich mee: bevingen, vermenging van grondwaterzones en weglekken van schadelijke vloeistoffen. Geothermie valt onder het Staatstoezicht op de Mijnen. Dat heeft meermaals corrosie in geothermieleidingen geconstateerd en in 2020 drie putten langdurig stilgelegd in verband met mogelijke lekkages’, schrijft de Rekenkamer.

De kamer vroeg zich voor het onderzoek af of de rijksoverheid de bescherming van drinkwaterbronnen bij de ontwikkeling van geothermie de afgelopen jaren doeltreffend heeft geregeld en uitgevoerd. De conclusie: nee. Er is meer behoefte aan regie in de ondergrond, aldus de kamer. ‘Wij bevelen de ministers van EZK en IenW aan om de regie te versterken bij de inrichting en het beheer van de ondergrond. Het is belangrijk dat er meer samenhang komt in wet- en regelgeving voor de ondergrond. De Drinkwaterwet kent de drinkwatervoorziening een ‘zwaarwegend’ belang toe, maar in de Structuurvisie Ondergrond hebben de drinkwatervoorziening en geothermie een ‘nevengeschikt’ belang. Wij verwachten dat de ministers voorstellen doen aan het parlement om deze begrippen in wet- en regelgeving te definiëren, vast te leggen, uit te leggen en daarna consequent toe te passen.’