Het huidige ICOMOS-advies over de Nieuwe Hollandse Waterlinie is een uitbreiding op de nominatie van de Stelling van Amsterdam. Samen heten de verdedigingswerken straks de Hollandse Waterlinies.

De Nieuwe Hollandse Waterlinie is een reeks vestigingssteden, forten en zogenaamde inundatiegebieden, die bij een aanval onder water werden gezet. De linie liep van de toenmalige Zuiderzee tot aan de Biesbosch en was in gebruik van 1870 tot 1945.

Het ICOMOS vindt de Nieuwe Hollandse Waterlinie erfgoedwaardig, maar waarschuwt in haar rapport voor ‘hoge ontwikkeldruk’, die de kwaliteit van de erfgoed kan aantasten. Het adviesorgaan constateert dat een groot deel van de linie in zeer dichtbevolkt gebied ligt, wat soms kan botsen met het behoud van het cultuurlandschap.

Als voornaamste risico’s noemt het ICOMOS infrastructuur, woningbouw en de ontwikkeling van bedrijventerreinen en campussen. ‘Het is een erg groot gebied, met veel forten, en het inundatiegebied is uitgestrekt. Het kan dus lijken alsof het verdwijnen van één inundatieveld of het onzichtbaar worden van de relatie tussen één fort en zijn omgeving slechts kleine invloed heeft op het gehele erfgoed. Maar als meerdere van dat soort incidenten zich voordoen, en de ruimtelijke druk groot blijft, bedreigt dat de integriteit van het gehele wereldergoed’, lezen we in het rapport.

Utrecht krijgt in het advies speciale aandacht. De Domstad werd vroeger door een dubbele ring van forten beschermd en is dus een belangrijk onderdeel van de Linie. ‘Vandaag de dag is er een grote vraag naar nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, die de Linie direct en indirect beïnvloeden’, schrijft het ICOMOS. ‘Het gebied Utrecht verdient extra aandacht. Het verdwijnen van stukken open land en de isolatie van forten zijn een grote bedreiging voor de hele Linie.’

De stad Utrecht heeft op dit moment één van de grootste bouwopgaves van het land. De komende tien jaar zijn 60 tot 70 duizend extra woningen nodig. Een deel van die woningen en bijbehorende infrastructuur komt in en rondom de wijk Lunetten, dat zijn naam ontleent aan de daar gelegen forten. ‘Lunet’ is namelijk een oud woord voor fort. Klaas Verschuure, wethouder ruimtelijke ontwikkeling: ‘Er is een ov-schaalsprong nodig, met de ontwikkeling van het station Lunetten-Koningsweg tot dubbelstation met ic-status. We hebben berekeningen waaruit blijkt dat dat dan meteen behoort tot de tien drukste stations van het land. Daar zit dus een enorm potentieel. Dat schept ook in de omgeving kansen voor stedelijke ontwikkeling, waarbij je rekening houdt met de Hollandse Waterlinie en de Unesco-bebouwing die daarbij hoort.’

De vier Linieprovincies Noord-Holland, Utrecht, Gelderland en Noord-Brabant en het Rijk zijn blij dat ICOMOS de unieke kwaliteiten van de Hollandse Waterlinies erkent. De komende tijd wordt het  advies bestudeerd en bepalen de samenwerkende linieprovincies en het Rijk hoe Nederland omgaat met de aandachtspunten die ICOMOS formuleert.

Voorafgaand aan het UNESCO-advies presenteerde de provincie Utrecht al haar Concept-programmaplan Hollandse Waterlinies 2021-2024. Hierin presenteert de overheid haar plannen voor het versterken en ontwikkelen van de Hollandse Waterlinies ‘als aan aanjager van ruimtelijke kwaliteit’. Dat moet gebeuren door groene recreatie, natuur en klimaatadaptatie een plek te geven in het cultuurlandschap.

Gedeputeerde Rob van Muilekom: ‘De Hollandse Waterlinies zijn de afgelopen decennia veranderd van een weggestopt, wegkwijnend en verbrokkeld stelsel van forten en watergangen in een imposant cultuurhistorisch fenomeen. Ze fungeren door hun open karakter met prachtige natuur als groene long, spreken tot de verbeelding en trekken bezoekers en geïnteresseerden uit binnen- en buitenland. Dit moeten we behouden en koesteren.’