Door Pieter van der Heijde, algemeen directeur Bureau Stedelijke Planning

Natuurlijk heeft het EIB gelijk dat alleen binnenstedelijk bouwen onvoldoende is om het woningtekort in te lopen. De transformatie van bijvoorbeeld bedrijventerreinen naar (gemengde) woon(werk)gebieden is complex, kostbaar en arbeidsintensief. In vergelijking met uitleglocaties neemt de woningproductie hierdoor aanzienlijk meer tijd in beslag. Dit mag echter geen reden zijn om dit beleid los te laten. Wel is het belangrijk om het dilemma te erkennen en op zoek te gaan naar passende oplossingen.

Tegen deze achtergrond is het noodzakelijk om naast de binnenstedelijke locaties ook op zoek te gaan naar locaties waar relatief snel woningen geproduceerd kunnen worden. Het onderzoek van het EIB biedt hiervoor aanknopingspunten, maar slaat in mijn optiek door naar het andere uiterste. Het zou niet goed zijn als we in het post-coronatijdperk op grote schaal nieuwbouwwijken in lage dichtheid gaan realiseren. Dit past niet bij de ontwikkeling van een metropolitaan gebied zoals de Randstad en andere grootstedelijke gebieden in het land. Mede omdat dit het autogebruik stimuleert op een toch al overbelast wegennet. Ook gaat het ten koste van het groenblauwe karakter, terwijl dit een van de aantrekkelijke vestigingsplaatsfactoren van ons land is.

Een belangrijke constatering is wel dat veel groengebieden rond de steden van matige kwaliteit zijn. Met name de overgangsgebieden tussen stad en platteland hebben door de ontwikkeling van onaantrekkelijke opstallen vaak sterk op kwaliteit ingeboet. Er gaat weinig verloren als dit soort gebieden worden getransformeerd naar wonen. Wel is het van belang om dat ook hier in hoge dichtheid te doen rond halten van openbaar vervoer. In vergelijking met transformatielocaties kunnen dit soort gebieden relatief snel tot ontwikkeling komen. Daarnaast kunnen verder van de stad, langs belangrijke corridors van openbaar vervoer nieuwe tuinsteden tot stand komen. Hier is bij voorkeur sprake van specifieke woonmilieus met lagere dichtheden en een combinatie van gestapelde en gelijkvloerse woningen.

Met een gecombineerde aanpak van bouwen in bestaand stedelijk gebied en compacte woongebieden aan de stadsranden is zowel sprake van woningbouwversnelling als het koesteren van het groenblauwe gebied.