GoedHuurwonen

Het allereerste experiment van het Woningbouwatelier was het project GoedHuurwonen. De markt werd uitgedaagd om sociale huurwoningen met huurlasten lager dan 550 euro te ontwerpen, bij voorkeur inclusief energielasten. Het Woningbouwatelier zette daarvoor een prijsvraag uit en begeleidde de winnaars met de realisatie.

Uiteindelijk bleef het project van bouwbedrijf Trebbe en de Alliantie Ontwikkeling over. Vanaf de start van het project werden alle partijen nauw betrokken bij het proces. In speciale sessies, en met een strakke voorbereiding waardoor het aantal voorbereidingsuren goedkoop werd geoptimaliseerd, pakten de gemeente, bouwer en woningcorporatie de gebiedsontwikkeling op en ontwikkelden zij het stedenbouwkundig plan. Op deze manier konden de partijen optimaal rekening houden met kwaliteit en betaalbaarheid.

Ook werden kosten bespaard door het gebruik van prefab bouwsystemen en door bij de materiaalkeuze de onderhoudskosten scherp in de gaten te houden. Als laatste heeft de gemeente Almere bijgedragen door de grondkosten laag te houden en een stimuleringsbijdrage te verstrekken. Het streven om andere partijen als corporaties in deze opgave te betrekken (en zo te innoveren) lukte uiteindelijk niet.

De 58 GoedHuurwoningen werden in januari 2018 opgeleverd en via Woningnet aangeboden. Alle woningen in de wijk Zandpoort zijn inmiddels bewoond. Met een EPC-waarde van 0,0 zijn de woningen ook nog energieneutraal. Vanwege de reguliere prijsindexaties liggen de woonlasten voor bewoners inmiddels hoger dan de oorspronkelijke vijfhonderdvijftig euro.

58 GoedHuurwoningen worden begin 2018 gerealiseerd in het Almeerse Zandpoort. Foto: Woningbouwatelier
 

BouwExpo Tiny Housing

In 2016 ging de gemeente Almere aan de slag met tiny housing. Dit was toen nog relatief nieuw in Nederland. Tiny houses zijn kleine, vrijstaande woningen met een zo klein mogelijke ecologische voetafdruk, die goed aansluiten bij de trends van toenemende eenpersoonshuishoudens en vraag naar duurzaamheid en betaalbaarheid. Voor dit experiment werd via het Woningbouwatelier een ideeënprijsvraag in het leven geroepen, waarbij deelnemers hun visie konden geven op hun ideale tiny house.

Na 245 ingestuurde plannen mocht uiteindelijk een kleine groep winnaars zestien huisjes op eigen kosten ontwikkelen op een expo-terrein in Almere Poort. Binnen het project werd een grote diversiteit aan woningtypes ontwikkeld. Je vindt er vrijstaande, geschakelde en gestapelde tiny houses. De huisjes die er nu staan hebben allemaal een woonoppervlak van minimaal vijftig meter, voldoen aan het bouwbesluit en zijn permanent van aard. Dit maakt ze geschikt voor zowel uitbreiding als inbreiding van bestaande wijken.

Verwachte knelpunten in het Bouwbesluit, bestemmingsplannen, vergunningen en andere regels bleken allemaal overbrugbaar. Wel leerde het Woningbouwatelier dat tiny houses niet per se betaalbaar zijn. Enkele woningen op het expo-terrein werden door de ontwikkelaars vrij snel voor aanzienlijke bedragen op Funda aangeboden, en door de krappe woningmarkt liep de marktwaarde flink op, ondanks de lagere bouwkosten. Voor het Woningbouwatelier was dit een onverwacht inzicht en een les. In totaal zijn er zestien volledig zelfvoorzienende tiny houses gepland op het terrein. Drie daarvan worden later dit jaar nog opgeleverd.

WikiHouse

Het WikiHouse is een innovatief concept dat tegen de huidige trend van massabouw in zwemt door het ontwerp- en bouwproces van woningen te democratiseren. Vanuit een open source-bibliotheek kunnen mensen zelf het huis ontwerpen, waarna deze wordt uitgesneden in houten puzzelstukken die je met een handleiding zelf in elkaar kan zetten. Dit levert uiteindelijk een energiezuinige, vraaggerichte en betaalbare woning op. Na een eerste test op de bouwexpo Tiny Housing verrijzen in Almere Buiten op dit moment 27 woningen. Deze eerste voltallige buurt ter wereld volgens de WikiHouse-systematiek levert veel bekijks op.

De eerste negen zelfbouwers ronden hun huis dit voorjaar af en spreken over een positief resultaat, waarbij de bouwtechniek makkelijk valt te begrijpen. Toch is deze uitdaging niet voor iedereen geschikt. Het traject vereist eigen tijd, energie en een financiële buffer die mogelijke verrassingen op moet kunnen vangen. Tijdens de uitvoering van het project kampten enkele zelfbouwers ook met een tegenslag. Zo kwamen banken met aanvullende eisen voor de zelfbouwers, waardoor kosten kunnen oplopen. Dit terwijl het project bedoeld is voor mensen met een smallere beurs.

Om de potentie van het project verder te kunnen ontwikkelen doet de wijk mee aan het Europees onderzoeksproject Housing 4.0 Energy. Hiermee ontvangt het project subsidie voor ondersteuning in het bouwproces en worden de energieprestaties van de WikiHouses gemonitord. Het doel is om de productiekosten met vijfentwintig procent en de CO2-uitstoot met zestig procent te verminderen ten opzichte van de vergelijkbare woningen in traditionele bouw. Fase twee van WikiHouse start naar verwachting deze zomer met de zelfbouw.

Met de uitgefreesde houten onderdelen zetten de zelfbouwers hun eigen WikiHouse in elkaar. Foto: Woningbouwatelier
 

Transformatie kantoorgebouwen tot woningen

Om in te spelen op de woningnood, kunnen leegstaande kantoren getransformeerd worden naar woningen. Met het WikiHouse-systeem in het achterhoofd ontstond bij het Woningbouwatelier zo het idee om digitale, modulaire technieken toe te passen op leegstaande gebouwen. In plaats van het opleveren van kant en klare appartementen zouden mensen zelf een gebouw flexibel kunnen indelen, naar eigen wens en behoefte. Het experiment werd uitgesplitst in twee projecten: de LivInOfficeExpo, waarin bewoners hun woning ontwikkelen in een verkregen kavel, en Spacefinder, waarbij woningzoekenden via een digitale woningmarkt leegstaand vastgoed kunnen bezichtigen. Bij dit laatste project is een online catalogus beschikbaar, met digitale bouwelementen, waarmee de geselecteerde ruimte volledig naar wens kan worden ingedeeld.

De zoektocht naar geschikte leegstaande panden begon moeizaam. Het aanbod van leegstaande panden bleek niet bijster groot en eigenaren van panden hadden andere plannen. Verschillende partijen die eerst enthousiast waren over het transformatie-experiment, durfden het avontuur uiteindelijk niet aan. Ze zagen er te veel risico’s in. Het Woningbouwatelier beschouwt het concept nu als goed en innovatief, maar geeft aan dat de markt er nog niet op aansluit. Eind 2019 is besloten om het experiment voorlopig te beëindigen, met kennisoverdracht.

In het magazine ‘Transformatie, een experiment?’ valt hier meer over te lezen.