Aernout van der Bend, directeur Next Generation Infrastructures (NGinfra)

Tot nu toe is het gebruikelijk om per infrastructuur te besluiten of en welke investeringen nodig zijn. Dat heeft heel lang prima gewerkt en Nederland een betrouwbare infrastructuurbasis opgeleverd. Naast de coronacrisis zijn nog een paar andere grote vraagstukken: de woningbouwopgave, de energietransitie en klimaatverandering. Daarop kunnen we beter inspelen als we de samenhang tussen infrastructuren als uitgangspunt kiezen.

Wij onderscheiden zes trends die invloed hebben op de beschikbaarheid en het gebruik van infrastructuur:

  • De eerste is de steeds sterkere versmelting van infrastructuren. In de nabije toekomst kunnen elektrische voertuigen reageren op prijssignalen en automatisch daar opladen waar de stroom het goedkoopst is. Een versmelting van de infrastructuren voor transport, elektriciteit, data en telecommunicatie.
  • De tweede trend is de voortsnellende digitalisering. Er is vrijwel geen infrastructuur meer te vinden die niet is uitgerust met sensoren om gebruik te meten en om afwijkingen te melden. Digitalisering maakt infrastructuur efficiënter en beter, maar heeft ook risico’s.
  • De derde trend is decentralisatie van besluitvorming. De Omgevingswet die veel besluitvorming neerlegt bij lokaal bestuur, is hiervan een voorbeeld. Lokale netwerken staan vrijwel nooit op zichzelf en zijn onderdeel van regionale en nationale netwerken.
  • De vierde trend is dat de gebruikers van infrastructuur een andere rol krijgen. Waren zij vroeger gewoon consumenten, nu wordt van hen verwacht dat zij op zoek gaan naar bijvoorbeeld het best passende pakket voor telefoon, tv en internet. Ook worden consumenten aanbieders van diensten die via infrastructuur worden geleverd. Denk aan Uber of de leenfietsen op de stoep in grote steden.
  • De vijfde trend is dat de samenleving andere prioriteiten heeft. ‘Privacy’ en ‘cybersecurity’ staan hoog op de maatschappelijke agenda. In de discussie over nieuwe energievormen (wind en zon) is de waarde van het landschap een groot issue. En omgaan met klimaatverandering heeft hoge prioriteit.
  • Als laatste trend constateren we dat betaalbaarheid van infrastructuurdiensten onder druk te komt te staan. Het lijkt er zelfs op dat de belangen van wie het kan betalen beter worden gediend. Te denken valt aan de subsidies voor zonnepanelen, waarvan de beter gesitueerden dankbaar gebruik hebben gemaakt. Zij betalen minder voor hun stroom, terwijl het bedrag voor onderhoud van de netten wordt niet lager wordt en moet worden opgebracht via hogere tarieven voor minder mensen met veelal lagere inkomens.

Deze trends vragen om herbezinning op de manier waarop besluiten over infrastructuur worden genomen. We stellen dat wanneer we projecten en plannen anders beoordelen, met oog voor samenhang, infrastructuur nog meer waarde voor de samenleving kan hebben dan het al heeft. Die voorbeelden zijn er gelukkig al. Neem bijvoorbeeld de kustversterkingsprojecten bij Petten, Katwijk en Noordwijk, waar economische waarde hand in hand gaat met sociale, natuur en ruimtelijke waarden. Of de A2-tunnel in Maastricht, die het doorgaand verkeer beter laat doorstromen en daarnaast een onschatbare boost heeft gegeven aan de leefomgeving van de inwoners rond de tunnel.

De truc bij deze projecten was dat de betrokken partijen los kwamen uit hun eigen beoordelings- en begrotingsregels en een gezamenlijke brede ambitie wisten te verwezenlijken. Het goede nieuws is: er zijn meer van dit soort voorbeelden. Het slechte nieuws is: ze berusten min of meer toeval; op lokale urgentie en creatieve, enthousiaste projectmanagers met lef.

Wij pleiten ervoor dat de goede voorbeelden de regel worden. Traditioneel ligt bij besluiten over infrastructuur de focus op drie aspecten: kosteneffectiviteit, belang op/voor een specifieke locatie en nut/noodzaak voor één specifieke infrastructuur. We stellen voor om die afweging te verbreden en beslissingen te toetsen aan wat ze betekenen voor de energietransitie, de woningbouwopgave, klimaatadaptie, duurzaamheid en gelijkheid in de samenleving.

Dit pleidooi is niet nieuw of uniek. Onder meer VNO-NCW pleitte onlangs voor verschuiving van smalle economische focus naar brede welvaartsontwikkeling. Recent ondertekenden tien beheerders van grote infrastructuren het Verbond Brede Welvaart, waarin zij uitspreken dat zij zich publiek zullen verantwoorden over hun bijdrage aan brede welvaart. Samen willen zij werken aan een nieuwe, veerkrachtige en duurzame economie. Nu is het moment om stappen te zetten om de sectoren te doorbreken en vanuit een overstijgend belang op een innovatieve manier besluiten te nemen die passen bij de samenleving van de toekomst.