In december wordt bekend welke gemeenten een bijdrage krijgen voor het sneller bouwen van meer betaalbare woningen. De Woningbouwimpuls heeft als doel het versnellen van de woningbouw en het bouwen van meer betaalbare woningen.
In de eerste twee rondes kregen 57 verschillende woningbouwprojecten geld. Hierdoor kunnen, als alles volgens plan verloopt, 96 duizend woningen versneld worden gebouwd.
Het merendeel van deze woningen (65 procent) bestaat uit betaalbare woningen voor starters of mensen met een middeninkomen. Een aanzienlijk deel van deze woningen zou zonder de Woningbouwimpuls waarschijnlijk niet - of pas op een later moment - gebouwd kunnen worden, aldus het Rijk.
Minister Ollongren: ‘Het aanpakken van het woningtekort is onverminderd urgent. Daarom ben ik blij dat we samen met provincies, gemeenten en marktpartijen met de Woningbouwimpuls in korte tijd zulke goede resultaten hebben neergezet. Hierdoor kunnen woningenbouwprojecten nu versneld worden gestart. En daar profiteren vooral de mensen met een laag- of middeninkomen van. Want het merendeel van de nieuwe woningen is voor hen bestemd. Dat is belangrijk, want het is juist deze groep die hard wordt getroffen door de woningnood.’
Gebrek aan financiering van het publieke tekort belemmert de realisatie van veel woningbouwprojecten. Uit een tussentijdse evaluatie uitgevoerd in opdracht van ministerie van BZK blijkt dat de Woningbouwimpuls daar het verschil kan maken en er voor kan zorgen dat woningen (sneller) gebouwd worden.
Aanpassing minimum aantal woningen
Voor de derde tranche zal de Regeling Woningbouwimpuls aangepast worde, waardoor voor een groot deel van de gemeenten de minimale projectomvang wordt verlaagd. Voor deze gemeenten geldt dat projecten vanaf 200 woningen (in plaats van 500 woningen) in aanmerking kunnen komen voor een bijdrage uit de woningbouwimpuls.
Met de verlaging wordt tegemoet gekomen aan een breed gedragen wens uit de Tweede Kamer, die middels een motie had opgeroepen tot een verlaging van de minimale projectomvang.
De aanpassing van de regeling is van toepassing op regio’s waarvan het aandeel kleine gemeenten (= gemeenten met minder dan 50 duizend inwoners) boven de 75 procent ligt. Zo kunnen meer gemeenten, verspreid over het land, een aanvraag indienen voor een bijdrage uit de Woningbouwimpuls.
Gemeenten die binnen deze regio’s vallen en reeds een aanvraag hebben ingediend voor een project van meer dan 500 woningen komen niet in aanmerking voor de lagere grens. Voor de gemeenten die buiten de regio’s vallen waar het aandeel kleine gemeenten boven de 75 procent ligt, blijft de 500 woningengrens gehandhaafd.