Dit is een aangepaste versie van het stuk 'Verstening van Nederland is ook een probleem van de mensen', uit de Steenbreekspecial van Vakblad Groen. Klik hier voor meer informatie.

Waarom is het eigenlijk belangrijk dat de ‘missie groene tuinen’ in het leven is geroepen?
‘Ik ben als minister verantwoordelijk voor klimaatadaptatie. We zien extreem weer steeds vaker terugkomen. We hebben drie ontzettend droge zomers achter de rug, maar ook heftige clusterbuien die veel wateroverlast veroorzaakten. Die clusterbuien zoals we die voorgaande jaren hebben gehad, werden eigenlijk pas in 2050 verwacht. We moeten zorgen dat we ons op tijd aanpassen.

Nederland is op dit moment erg versteend, dus is het al alle hens aan dek. Daarom is onze missie om tuinen te vergroenen belangrijk. We moeten laten zien dat dit probleem niet alleen voor overheden, waterschappen en gemeenten is, maar ook de inwoners van ons land aangaat. Gemiddeld genomen is 60 procent van het oppervlakte van onze gemeenten in handen van particulieren, dus we moeten echt samen optrekken in deze strijd.’

Het doel van deze campagne is om mensen bewust te maken van de klimaatverandering?
‘Het is veel breder dan alleen bewustmaken. En er gaat al een hele voorgeschiedenis aan deze campagne vooraf. We hebben al een akkoord over klimaatadaptatie (2018, red.) met provincies, gemeenten en waterschappen. We kunnen als Rijk veel doen. We hebben projecten opgezet om water op te vangen (Deltafonds, red.). Daar hebben we 800 miljoen voor uitgetrokken. Daarnaast hebben we nog 400 miljoen euro besteed aan een zoetwaterprogramma, om te zorgen dat de landbouw en de natuur genoeg zoetwater tot hun beschikking hebben.

Het is een en-en-verhaal: we nemen als Rijk onze verantwoordelijkheden voor het publieke deel, maar willen ook stimuleren dat particulieren hun steentje bijdragen hun steentje eruit te halen.’

Is het een taak van de landelijke overheid om zich te bemoeien met privétuinen?
‘Mensen hebben altijd de vrijheid om te bepalen hoe ze hun tuinen inrichten. Maar het helpt natuurlijk wel om doelstellingen te bereiken als mensen bewustgemaakt worden van wat er gebeurt. Het is belangrijk om te laten zien wat het voor ze kan betekenen, want wateroverlast en hittestress kunnen enorm veel economische schade opleveren. Als elke keer je kelder onderstroomt, dan is dat natuurlijk ontzettend vervelend. Daarnaast doet groen ook goed. Mensen worden er gelukkig van.’

'Particulieren moeten ook hun verantwoordelijkheid nemen'

Wie naar een gemiddelde arbeiderswijk of binnenstad kijkt, ziet toch nog steeds veel verstening. Draagt de overheid ook de volledige verantwoordelijkheid om deze plekken klimaatbestendig te maken?
‘Gemeenten hebben natuurlijk een eerste verantwoordelijkheid om dat op te pakken. Wij subsidiëren een deel vanuit het Bestuursakkoord Klimaatadaptatie. Zij zijn dan ook hier aan zet. Maar particulieren moeten ook hun verantwoordelijkheid nemen.

Ik kijk dan ook naar bedrijven en woningbouwcorporaties. Zij kunnen ook onttegelen, of groene daken plaatsen. Voor bedrijfspanden met platte daken liggen er veel mogelijkheden. Daar moeten we zeker naar kijken. Een goed voorbeeld van een corporatie die haar verantwoordelijkheid neemt is woningcorporatie Trivire in Dordrecht. Daar hebben ze de tuinen en straten in de buurten Bleijenhoek en Lijnbaan klimaatbestendig gerenoveerd. In afspraken met bewoners stond dat zij de tuin slechts deels mochten bestraten.’

Kunnen we dit programma zien als een vervolgstap naar particulieren om gemeenten klimaatbestendig te maken?
‘Het begint ermee dat je mensen bewust maakt van het probleem dat speelt. Mensen zien het ook wel met de droge jaren die we hebben gehad. Als het landschap is verdord, als er clusterbuien zijn, als de temperaturen extreem hoog zijn, dan merken de mensen dat en ze ervaren ook de overlast daarvan.

Ik ben in Limburg bij mensen op bezoek geweest die twee keer de modder door de woonkamer hadden stromen. Die willen er echt wel wat aan doen. Dus het is niet alleen maar een campagne vanuit het Rijk met als boodschap ‘gij zult een steen uit uw tuin halen’, absoluut niet. We willen mensen bewust maken en samen met de groenorganisaties die er zijn mensen samenbrengen om de problemen aan te pakken.’

Ik kan me voorstellen dat er acties zijn om het programma vleugels te geven. Met wat voor acties maken jullie die zichtbaar?
‘We organiseren veel acties. Het bekendste voorbeeld van dit moment is het NK Tegelwippen, waarin gemeenten het tegen andere gemeenten opnemen om zoveel mogelijk tegels te verwijderen uit de tuin. Daarmee proberen we leuke rivaliteiten te krijgen tussen buurgemeenten, zoals Tilburg en Breda. Of Leeuwarden en Groningen. Zo probeer je ook competitie erin te brengen. Hopelijk stimuleert dat mensen stenen uit hun tuin te halen en groen te plaatsen. We zien gelukkig veel enthousiasme.

Een ander voorbeeld is de groene klimaatpleinen bij de tuincentra in ons land. Op deze pleinen krijgen bezoekers informatie om hun tuin klimaatbestendig in te richten. Wat voor effecten grind of regentonnen op hun tuinen hebben, bijvoorbeeld. Die informatie is broodnodig, want recentelijk had ik een afspraak met tv-tuinman Lodewijk Hoekstra, waarin hij zei dat veel Nederlanders tijdens de coronacrisis tegels hebben aangeschaft om hun tuin te bestraten. De groene klimaatpleinen voorkomen dit soort aankopen in de toekomst hopelijk.’

Bedrijven en woningcorporaties zijn op een andere manier te bereiken dan burgers. Hoe stroomlijn je dat?
‘We proberen dat via de verschillende kanalen te doen. Bij de bedrijven probeer je via de gemeenten en koepelorganisaties als de werkgeversorganisatie VNO-NCW mensen enthousiast mee te krijgen. In mijn gemeente Rotterdam, maar ook in veel andere gemeenten in ons land, maken ze werk van het vergroenen van daken middels subsidies. Ik woon zelf op 21 hoog, dus ik zie het om me heen hoe de daken langzaam steeds groener worden.’

'Ik hoop op een sneeuwbaleffect'

Hoe ziet de Nederlandse tuin er in 2040 uit?
‘In de ideale situatie is dat een groene tuin die als een spons werkt. Die in tijden van wateroverlast water opneemt en waar de grondwaterwaterspiegel bij droogte niet te laag staat en een regenton een vanzelfsprekendheid is. En een die een vijver heeft om overtollig water op te vangen. Waar ook wat verkoeling te vinden is door planten. Maar er is natuurlijk niet één uniform antwoord.

Wanneer is voor u het programma geslaagd?
‘Dat vind ik moeilijk om te kwantificeren, maar ik hoop dat het enthousiasme van mensen en bedrijven een sneeuwbaleffect wordt. En daarom is het ook zo fijn dat we nu echt de handen ineenslaan met meerdere organisaties. Zo kunnen we klimaatadaptatie weer een zet verder geven. Het grote bereik dat we hebben door samen te werken, speelt ook een grote rol.’