Duurzaamheid is bij het maken van ruimtelijke plannen niet meer weg te denken. Sterker nog, het krijgt meer aandacht dan ooit tevoren. Zo ook bij de NOVI en bij provinciale en gemeentelijke omgevingsvisies die thans beschikbaar komen. Ze geven de langetermijnvisie van verschillende overheden weer op de toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen in ons land. Prioriteit daarbij heeft de ruimte die nodig is voor niet alleen woningbouw, maar bijvoorbeeld ook voor de energietransitie en klimaatadaptatie.
Allesomvattend
Ontwikkeling van de fysieke leefomgeving moet daarbij plaatsvinden in samenhang met andere beleidssectoren, zo valt steeds te lezen. In samenhang met alle geledingen van de samenleving en in samenhang met andere maatschappelijke opgaven, waaronder de bouw van één miljoen woningen. Integraal zoals dat heet. Ofwel ‘allesomvattend’, want dat is wat integraal letterlijk betekent.
Maar zo allesomvattend is die duurzaamheid vaak helemaal niet. Sinds in 1987 het begrip ‘duurzame ontwikkeling’ werd geïntroduceerd door de Commissie Brundtland lijkt het te zijn gekaapt door techniek en innovatie. Daarbij zijn we voortdurend op zoek naar een balans tussen enerzijds economische groei en anderzijds het vermogen van de natuur om voorraden aan te vullen en de draagkracht van het milieu om emissies naar bodem, water en lucht op te vangen. Sociale aspecten krijgen nauwelijks aandacht. Kortom, profit eerst en dan de planet, terwijl de people worden gepiepeld.
Dringend gewenst
Met of zonder sociale aspecten, de praktische invulling van duurzaamheid vindt vaak nog op ad hoc basis plaats. Van een brede en uniforme benadering is nauwelijks sprake. Die is wel dringend gewenst, willen althans de NOVI en vooral ook provinciale en gemeentelijke omgevingsvisies straks landen in projecten. Compleet met een eenduidig begrippenlader en bijbehorende set van indicatoren. Niet alleen voor energie- en milieuprestaties, maar ook voor sociale en economische aspecten.
Instrumenten daarvoor zijn er nauwelijks. Tools waarmee je niet alleen duurzame ambities kunt formuleren, maar tevens ook verschillende scenario’s kunt vergelijken, opdat je keuzes kunt maken. En waarmee je geleverde prestaties kunt beoordelen tijdens de voortgang van het hele project. Kortom, niet alleen bij de voorbereiding, maar gedurende het hele verdere proces.
Nog nooit gedaan
In het artikel Rad van de Leefomgeving voor een lokale duurzaamheidsagenda, dat in april verscheen in ROmagazine, wordt dit pleidooi verder uiteengezet en onderbouwd met voorbeelden. Interessant in dat verband is ook kennis te nemen van een vorige maand verschenen boek van de hand van architect Ben van Berkel en Arcadis-directeur Carolien Gehrels: Wat wij willen is nog nooit gedaan. Op een even heldere als lezenswaardige wijze zetten zij de kaders neer en geven zij een overzicht van succesfactoren die volgens hen cruciaal zijn voor het slagen van een integraal ontwikkel- en bouwproces. Maar het in het voorgaande beoogde instrument, voor een brede en uniforme benadering van duurzaamheid, dat is nog nooit gemaakt.