220 duizend vierkante meter, verdeeld over twee verdiepingen, de Amsterdam Logistic Cityhub is een flink project. Het logistieke centrum moet snelle en schone last-mile logistiek in Amsterdam mogelijk maken. Producten uit de hele regio vinden hun weg naar de hub, en worden vanaf daar door Amsterdam verspreid. Dat gebeurt via weg en water: de hub wordt in het Noordwesten van Amsterdam gebouwd, vlakbij de A10 en het Noordzeekanaal.
Doel is dat de hub emissievrije logistiek faciliteert. Dat is ook nodig, want vanaf 2030 zijn voertuigen met verbrandingsmotor niet meer welkom in het centrum van de hoofdstad. Dat staat in het Actieplan Schone Lucht van de gemeente. Bovendien kunnen leveranciers vanuit de hub gebruikmaken van gedeelde voertuigen. Dat verlaagt de druk op de stad.
Het project is een samenwerking van Port of Amsterdam, de gemeente Amsterdam, Rijkswaterstaat en het bedrijf Beelen Next. Ondernemer Wim Beelen laat weten ‘ontzettend trots’ te zijn nu de eerste paal is geslagen. ‘Dit is een moment waar we erg naar uitgekeken hebben. Bedrijven van de toekomst hebben hier alle ruimte om te groeien op manieren die niet eerder mogelijk waren.’
Grote vraag, beperkte ruimte
Het belang van logistieke stadshubs zal de komende jaren toenemen. Per 2050 verdrievoudigt het wereldwijde goederenvervoer, berekende de internationale Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OECD). Het gros van deze producten is voor bedrijven bestemd, die veelal in stadscentra zitten. Een grootschalige logistieke hub aan de rand van de stad is een handige oplossing voor het op bestemming krijgen van de grote stroom goederen.
Nieuw is het idee voor stedelijke logistieke hubs niet. In de jaren ‘90 van de 20e eeuw werd het concept voor het eerst verkend, en in de afgelopen decennia investeerden overheden honderden miljoenen in de realisatie ervan. Maar hubs zoals die in Amsterdam zijn anders dan hun voorgangers, zegt Walther Ploos van Amstel, Professor City Logistics aan de Hogeschool van Amsterdam. Ze zijn namelijk integraler en grootschaliger, volgens hem voorwaarden voor succes. ‘Het drukt de kosten, terwijl de vervoerscapaciteit juist toeneemt.’
Het is de schaal die het project in Amsterdam bijzonder maakt, beaamt ook Sven Bertens, hoofdonderzoeker bij vastgoedadviseur JLL Nederland. ‘De schaal is uniek. In andere steden zullen de komende jaren vergelijkbare logistieke centra aan de stadsranden verrijzen, maar die zijn wel minder groot. In veel steden is die kleinere schaal ook nodig, want grote kavels zijn beperkt beschikbaar.’
Ook in Amsterdam is de ruimte voor bedrijfsruimte beperkt. ‘Nu al is er een tekort van anderhalf miljoen vierkante meter voor bedrijfslocaties. In de toekomst loopt dat op tot zes miljoen’, zegt Ploos van Amstel. Doordat leveranciers bij een hub faciliteiten delen, is hun ruimtegebruik relatief laag. Ploos van Amstel: ‘Een hub sluit goed aan bij verdichting.’
Wat ook bijdraagt aan het belang van de hubs: milieunormering. Bertens: ‘Door aangescherpt milieubeleid wordt niet alleen verkeer uit de stad geweerd, maar ook bedrijven zelf. Bouwbedrijven, bijvoorbeeld, moeten dus nadenken over hoe ze hun goederen in stadscentra krijgen. Een hub aan de rand van de stad is dan handig.’
Herontdekking van het water
Opvallend aan de hub in Amsterdam is de inzet op vervoer via water, een trend die we in steeds meer steden zien. Onder meer Londen, Parijs, Brussel en Utrecht zijn er mee bezig. Ploos van Amstel moedigt het van harte aan, want het is relatief duurzaam en efficiënt. ‘Tien jaar geleden zag je nooit goederenboten in de stad, nu zie ik er elke dag wel een paar. Het is een heel logische insteek, zeker voor een stad als Amsterdam. Die stad heeft enorm veel water, ook juist buiten de grachtengordel.’ Ook Bertens is te spreken: ‘Vervoer over water is een heel reële optie. We hebben zoveel water in Nederland, daar moeten we gebruik van maken.’
Goederenvervoer op het water is een soort herontdekking. In oude verrommelde steden liet de weg op het land nogal eens te wensen over, en de boot was sneller dan de paard-en-wagen. Vervoer per water was dus de norm. Utrecht dankt er haar historische unieke werfkelders aan, in Amsterdam vind je nog her en der de zogenaamde waterstoepen. Met de komst van gemotoriseerd vervoer raakte het water echter in ongebruik bij het bezorgen van producten. Nu zien steden wereldwijd weer in dat vervoer over water zo gek nog niet is.