Het rapport ‘Bouwstenen voor een Deltaplan voor het Noorden’ zinspeelt op de aanleg van de Lelylijn en Nedersaksenlijn, maar ook op de verbetering van de bestaande spoorlijn via Zwolle. De Lelylijn moet van moet van Lelystad naar Groningen lopen, de Nedersaksenlijn van Enschede naar Emmen.

Bij het opstellen van het rapport was haast geboden. Nadat de Tweede Kamer eind vorig jaar een motie van CDA-Kamerlid Amhaouch aannam, waarin het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat de opdracht kreeg om samen met de noordelijke provincies een Deltaplan voor het Noorden te ontwikkelen, gingen de betrokken overheden snel aan de slag. Voor 1 mei moet het ministerie het plan aan de Kamer presenteren.

Vooruitlopend op het definitieve Deltaplan is er nu deze opzet van de vier provincies. Daarin wordt duidelijk dat zij mogelijkheden zien om 220.000 woningen extra te realiseren, bovenop de bestaande ambitie om er 100.000 te bouwen. Het gaat om 45.000 woningen in Drenthe en Friesland, 80.000 in Flevoland en 50.000 in Groningen.

Voor al die woningen is goede infrastructuur wel onontbeerlijk, aldus de provincies. Daarvoor is een investering van 9,5 miljard euro vanuit het Rijk nodig: 6,5 miljard voor de Lelylijn, 1 miljard voor de Nedersaksenlijn en 2 miljard voor verbetering van het bestaande tracé tussen Zwolle, Groningen en Leeuwarden. De provincies hebben bij adviesbureau Beerenschot de effecten van de investering laten uitrekenen. In totaal zouden de drie lijnen het bruto regionaal product met 24 miljard euro stuwen.

Gebrek aan draagvlak

Omdat het rapport zo snel is uitgebracht, plaatsen meerdere instanties hun vraagtekens bij het democratisch proces. De Provinciale Staten van Groningen vroegen een debat aan, en in Friesland zal dat woensdag naar alle waarschijnlijkheid ook gebeuren, zo laat de Friese Nationale Partij in een persbericht weten. ‘Dit plan is een bestuurdersfeestje’, spreekt Sijbe Knol, fractievoorzitter van de FNP.

Knol: ‘Er is geen enkel democratisch orgaan geraadpleegd bij het opstellen van dit rapport. Wij hebben er niks over gehoord. Ja, een afgescheepte informatiebijeenkomst, waar geen ruimte voor inspraak was. Journalisten werden eerder op de hoogte gesteld dan wij. Toen wij het rapport kregen, stond het al uitgebreid in de dagbladen.’

En dus is de fractievoorzitter furieus. ‘Wij zijn an sich echt niet tegen het plan, hoor. Maar dit wel echt megalomaan. Dat is niet wenselijk. De gemeenten hebben hun eigen uitdagingen wel. Waar ik vandaan kom, hebben ze laatst de busverbinding opgeheven. Het Deltaplan gaat hun niet helpen. Slechts een klein deel van de provincie profiteert hiervan. De helft van de dorpen langs de Lelylijn heeft geen idee wat er gaande is. Iedere vorm van draagvlak ontbreekt. Men presenteert het als een plan vanuit ‘het Noorden’, maar dat is niet zo.’

De provincies lijken daarmee in oude gewoontes te vervallen. Eerdere infrastructurele plannen, zoals de Zuiderzeelijn, werden door Den Haag namelijk van de hand gedaan omdat er te weinig draagvlak zou zijn. 

Infrastructuur belangrijk bij woningbouw

Volgens Aernout van der Bend, directeur van NGInfra, zou dat heel jammer zijn. Juist omdat de woningbouwplannen in het Noorden wel het belang van infrastructuur onderstrepen. ‘Het is charmant dat ze hardop de link met infrastructuur leggen. In de Randstad gebeurt dat namelijk niet zo. Daar bouwen ze eerst, en een aantal jaar later moet er dan ook nog geïnvesteerd worden in infrastructuur. Onderaan de streep weet ik niet wat er goedkoper is, omdat ze dat in de Randstad niet laten uitrekenen.’