Winkels met non-foodproducten verdwenen met 1,3 procent het vaakst. Het gaat daarbij vooral om winkels in lectuur en schrijfwaren, met een daling van vijf procent. Ook het aantal boekenwinkels nam met bijna 2,5 procent af. Verder is relatief veel vertrek te zien bij kleding- en schoenenwinkels, groentewinkels en winkels in audio- en video-apparatuur.
Het aantal winkels dat computers en software verkocht nam daarentegen met 2,5 procent toe. Ook zijn er dit jaar iets meer warenhuizen (2,2 procent), winkels in overige voedingsmiddelen (1,5 procent) en winkels in brood, banket en zoetwaren (1,5 procent). Het aantal supermarkten blijft ongeveer gelijk.
De algemene afname van fysieke winkels is daarmee in lijn met de daling die vanaf 2010 te zien is. In tien jaar tijd nam het totaalaantal met 13.540 winkels af, een daling van bijna 14 procent. Ondanks de nog onbekende impact van corona was de daling in fysieke winkels dit jaar met 1 procent net iets minder dan het jaarlijkse gemiddelde.
Aanhoudende daling winkeldichtheid
In totaal was op 1 januari van dit jaar in 61 procent van de Nederlandse gemeenten de winkeldichtheid lager dan een jaar eerder. Utrecht en Den haag krompen beide met 1,1 procent, en in het Zuid-Hollandse Hendrik-Ido-Ambacht vond met 13 procent de grootste afname plaats. De zeldzamere stijging van fysieke winkels was in het Noord-Brabantse Grave met 12 procent het grootst. Hier groeide de winkeldichtheid van 4 naar 4,5 winkels per duizend inwoners. Amsterdam en Rotterdam kenden een kleine daling van 0,1 en 0,2 procent.
De hoogste winkeldichtheid is nog altijd te vinden op de waddeneilanden. Met 19 winkels per duizend inwoners is dat het hoogst in Vlieland, gevolgd door de vier buureilanden. Van de 25 grootste gemeenten had Maastricht op 1 januari 2021 met voorsprong de hoogste winkeldichtheid, namelijk 7,1 fysieke winkels per duizend inwoners. Amsterdam en Den Bosch volgen.
Webwinkels
In fel contrast met de fysieke winkelcijfers staat de groei van webwinkels. Dat aantal is in de laatste tien jaar bijna verviervoudigd. Ook bleek vorig jaar uit het cijfers van het CBS dat er 47 procent meer webwinkels waren opgericht in het derde kwartaal van 2020 dan een jaar eerder. Ditmaal werd wel gewezen naar de coronapandemie, die vermoedelijk zou zorgen voor 6.443 nieuwe webwinkels, tegenover 4.383 in het kwartaal van 2019. Door die sterke groei werd de categorie handel toen voor het eerst de sector met de meeste bedrijfsoprichtingen in Nederland. Ook in 2019 was het aantal webwinkels een verdubbeling op het voorlopende jaar.