Op 16 maart 2022, bijna stipt een jaar na de Tweede Kamerverkiezingen, zijn de gemeenteraadsverkiezingen. Het zijn niet de populairste verkiezingen, opkomstpercentages schommelen steevast rond net boven de vijftig procent, maar voor de ruimtelijke ordening zijn ze zeer bepalend.
Bij de afgelopen landelijke verkiezingen was het al dan niet voeren van meer landelijke regie op de ruimtelijke ordening, met een oproep tot een wedergeboorte van het ministerie van VROM, een belangrijk thema. Zo’n ministerie op poten zetten kost wel veel tijd en moeite. Wellicht is het beter om een aparte minister en staatssecretaris de verantwoordelijkheid voor betere regie en daadkracht in het ruimtelijk domein te geven.
We zijn zo twee jaar verder
Voor we dit soort keuzes in het regeerakkoord hebben gemaakt en er een daadkrachtige minister of een sterk ministerie is, zijn we zo twee jaar verder. Tot die tijd ligt de bal bij gemeenten en provincies. Dan kan het opeens hard gaan met de tijd. Juist het komende jaar, omdat wethouders en gemeenteraadsleden er in de aanloop naar ‘hun’ verkiezingen voor waken om impopulaire ruimtelijke beslissingen te nemen.
Ik hoor uit verschillende hoeken dat ontwikkelings- en bouwprojecten spaaklopen door terughoudendheid en besluiteloosheid van bestuurders. Een windmolenpark inplannen? Een controversiële uitleglocatie fiat geven? Of een stadsontwikkeling aanpakken en appartementen voor de juiste doelgroepen bouwen? Laten we dat soort lastige besluiten vooruitschuiven naar de volgende gemeentelijke regeerperiode, zo lijkt het sentiment onder lokale bestuurders, opdat NIMBY-sentimenten hen niet de kop kosten bij de volgende verkiezingen.
Laten we lastige besluiten vooruitschuiven naar de volgende gemeentelijke regeerperiode, zo lijkt het sentiment
Constructief is het allemaal niet. In afwachting van landelijk doorgehakte knopen en in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen, komt ’s lands ruimtelijke beleid tot stilstand. En dat terwijl we, van de hoogste tot de laagste overheid, graag de mond opentrekken over daadkracht. Nederland is anno 2021 immers in transitie op alle fronten. De strijd om de ruimte woedt heftiger dan ooit. Wonen, infrastructuur, klimaat, energie en werkplekken, toch allemaal fundamentele ruimtelijke invullingen, vechten stuk voor stuk om een plekje op onze schaarse grond. Een jaar stilstand in het ruimtelijk domein kunnen we ons dus echt niet permitteren.
Daarom een oproep aan de gemeenteraden, die hun huidige rol in de aanloop naar de landelijke verkiezingen juist fel verdedigden: laat maar zien dat je het kan. Toon daadkracht en wees niet bang om jezelf en je lokale bestuur impopulair te maken bij de gemeenteraadsverkiezingen. Impopulaire beslissingen van vandaag zijn juist gevierd in de toekomst, zeker op lokaal niveau. Regeren is vooruitzien, dus voorkom weer een jaar stagnatie en bouw sneller aan een nieuwe horizon van Nederland.