In totaal waren er vorig jaar 610 verkeersdoden te betreuren, 7,7 procent minder dan in 2019. Er kwamen 453 mannen en 157 vrouwen om in het verkeer. Naast de ‘fietsdoden’ kwamen er in 2020 kwamen 195 inzittenden van een personenauto, (37 passagiers en 158 bestuurders) om het leven.
Ook overleden vorig jaar 44 motorrijders, 41 voetgangers, 33 brom- en snorfietsers, 34 bestuurders van een scootmobiel en 23 inzittenden van een bestel- of vrachtauto.

Grootste daling verkeersdoden onder twintigers, dertigers en 80-plussers

De helft van het aantal verkeersdoden was 60 jaar of ouder. Het aantal verkeersdoden in deze leeftijdsgroep nam af van 324 in 2019 naar 306 in 2020. De gestage daling van het aantal verkeersdoden onder ouderen is al langer zichtbaar. Oudere dodelijke verkeersslachtoffers (60-plus) hebben relatief vaak een fietsongeval, terwijl verkeersslachtoffers die jonger dan 60 jaar zijn voornamelijk omkomen bij een auto-ongeluk.

Het aantal twintigers en dertigers dat omkwam in het verkeer is, na een stijging in 2019, gedaald tot het niveau van de jaren 2016–2018. Het aantal verkeersdoden liep terug van 183 (2019) naar 149 (2020), een daling van 19 procent. De grootste afname in deze leeftijdsgroep is zichtbaar bij inzittenden van personenauto’s en motorrijders.

Het aantal 80-plussers onder de verkeersdoden is met 18 gedaald, van 126 in 2019 tot 108 in 2020. In deze leeftijdscategorie vielen minder verkeersdoden onder voetgangers en scootmobilisten. Bij jongeren tot 20 jaar en bij 40- tot 80-jarigen zijn in 2020 geen grote verschillen in het aantal verkeersdoden ten opzichte van 2019.

Grootste daling verkeersdoden in Noord-Brabant

In Noord-Brabant viel het hoogste aantal dodelijke slachtoffers, maar het aantal verkeersdoden is er ook het sterkst gedaald. In 2020 vielen daar 99 dodelijke verkeersslachtoffers, tegen 142 in 2019 en 150 in 2018. Ook in Overijssel, Utrecht en Flevoland daalde het aantal dodelijke verkeersslachtoffers.
In Zeeland, Groningen en Friesland nam het aantal verkeersdoden in 2020 toe in vergelijking met 2019. Het aantal dodelijke slachtoffers in Drenthe, Gelderland, Noord-Holland, Zuid-Holland en Limburg bleef op hetzelfde niveau als in 2019. In Flevoland vielen de minste verkeersdoden.

Relatief meer verkeersdoden tijdens lockdown

Het was vanaf half maart minder druk op de Nederlandse wegen, onder meer omdat veel mensen thuiswerkten en er nauwelijks toeristen op de weg waren. Dat het veel stiller was op de weg blijkt uit de gegevens van de Nationale Databank Wegverkeergegevens. In de weekenden van eind maart en begin april, tijdens de eerste lockdown, was de verkeersintensiteit maar een derde van die in overeenkomstige weekenden een jaar eerder, op werkdagen was het maar half zo druk op de weg.
Vanaf half april 2020 begon de verkeersintensiteit geleidelijk weer toe te nemen en de zomer werd het weer rustiger. Aan het eind van 2020 was de verkeersdrukte op werkdagen rond 80 procent van het niveau van 2019, in het weekeinde ongeveer 70 procent.

Op de dagen dat het in maart en april 2020 (van 23 maart tot en met 19 april) het minst druk was op de weg, lag het aantal verkeersdoden hoger dan in dezelfde periode in 2019. Ook van 15 juni tot en met 12 juli 2020 en van 2 november tot en met 29 november 2020 lag het aantal verkeersdoden hoger dan in 2019, terwijl de verkeersintensiteit veel lager was.

Fietsersbond is geschokt

De Fietersbond noemt de cijfers schokkend. Directeur Esther van Garderen laat op de site van de Fietsersbond weten dat ze het belangrijk vindt dat er in actie gekomen moet worden en dat er niet op een nieuw kabinet gewacht kan worden. “De snelheid in onze dorpen en steden moet echt zo snel mogelijk naar 30 kilometer per uur, en daar moet streng op gehandhaafd worden. Het mag niet zo zijn dat het leven van een fietser op het spel wordt gezet omdat een automobilist op een lege weg lekker door kan rijden.”

Voor de eenzijdige ongevallen is het belangrijk dat er flink geïnvesteerd wordt in de fietsinfrastructuur. “Bredere fietspaden zonder obstakels waar fietsers tegenaan kunnen rijden of gevaarlijke randen. De oplossingen zijn er al heel lang, en er zijn ook plannen om deze uit te voeren, maar we moeten nu echt doorpakken,” aldus Esther van Garderen. "Er zal echt meer geld naar gemeenten moeten gaan, zodat zij dit kunnen investeren in veilige fietsinfrastructuur."

Klik hier voor een visuele toelichting bij de cijfers