Door Shahid Talib, directeur Smart Cities bij Heijmans

Hoewel de Nederlandse achterstandswijken in de lift zitten, wil dat nog niet zeggen dat de situatie daar florissant is. Inwoners van de voormalige ‘Vogelaarwijken’ in grote en middelgrote steden voelen zich over het algemeen nog steeds ongezonder, minder gelukkig en onveiliger dan hun stadgenoten. Gemeenten en het Rijk hebben steeds minder financiële middelen om een aantal maatschappelijke uitdagingen aan te pakken. Ik pleit ervoor dat projectontwikkelaars, bouwbedrijven, verzekeraars en andere instanties gezamenlijk nog meer hun steentje bijdragen om deze wijken op een gezonde toekomst voor te bereiden.

Vroeger waren partijen verantwoordelijk voor een deel van een project. De bouwers en projectontwikkelaars kwamen om te bouwen en vertrokken na de oplevering en de bewoners waren ingetrokken. Sinds een aantal jaar houden we als Heijmans samen met andere partijen de vinger aan dezelfde pols. Juist na bewoning krijgt een wijk karakter en wordt het DNA ontwikkeld. Door een langdurige samenwerking met andere partijen te zoeken worden patronen op de lange termijn zichtbaar en kun je bepaalde processen, dankzij de gedeelde verantwoordelijkheid, in de hand houden.

‘In twintig jaar is Katendrecht uitgegroeid tot een van de hipste en veiligste plekken van de stad’

De transformatie van de oude prostitutiebuurt Katendrecht in Rotterdam wordt door stedenbouwkundigen terecht geprezen. Dit komt doordat de boel niet zomaar plat is gegooid, maar er op de lange termijn en door eendrachtige samenwerking met de buurtbewoners zelf is voortgebouwd op het rauwe karakter van het gebied. Binnen twintig jaar is het gebied uitgegroeid tot een van de veiligste en hipste plekken van de stad.

Het gebied heeft nu een totaal ander imago, maar het oorspronkelijke karakter is behouden gebleven. Het is een voorbeeld van een project waarbij we niet dachten: ‘dat project is afgerond, op naar de volgende klus.’ Nee, we houden binding met het gebied en zijn daar ook nog steeds actief met onze partners. Juist door deze connecties met partners weten wij wat er nodig is om het succes in dit gebied te continueren.

Hoewel elk gebied een ander karakter heeft, geloven we erin dat een langdurige samenwerking op elke plek kan leiden tot een gezonde en veilige leefomgeving. Dit zie je ook terug in bijvoorbeeld Den Haag-Zuidwest. Dat is een stadsdeel met relatief veel statushouders en hoge werkloosheid. Door veel mensen op basis van een contract mee te laten werken bij de partijen die betrokken zijn bij de ontwikkeling van een gebied, zet je mensen aan het werk. Zo kunnen sommige inwoners een opleidingstraject bij Heijmans volgen. Met alle positieve gevolgen van dien. Bovendien hebben wij er zelf ook nog eens wat aan.

Daar komt nog eens bovenop dat er door technologische ontwikkelingen veel meer mogelijkheden zijn dan vroeger. Door data op een goede manier te gebruiken kunnen we de eergenoemde patronen in een wijk makkelijker en snellen herkennen en inspelen op behoeften of zaken die juist minder goed gaan. Waar we vroeger dachten dat een hofje met een beetje groen voldoende was om mensen naar buiten te krijgen en het sociale contact aan te laten wakkeren, zien we het belang van online platforms in.

‘In veel traditionele achterstandswijken zie je uitdagingen op het gebied van gezondheid en veiligheid’

Als nauwkeurig wordt geregistreerd waar de pijnpunten liggen, kan er een gerichte aanpak komen. Het helpt bijvoorbeeld al enorm als bewoners via een buurtnetwerk met elkaar in contact kunnen komen om bijvoorbeeld samen te eten of te sporten. Buurtplatform Hoplr is een succesvol voorbeeld van zo’n platform dat fungeert als sociale kapitein in Maanwijk in Leusden.

Nu het verenigingsleven op zijn gat ligt, kunnen datagedreven partijen aandacht besteden aan het weggevallen sociale component. En deze vlieger gaat natuurlijk ook voor gezondheid- en veiligheidsissues. In de Helmondse Wijk Hof van Eden kun je bij een verzekeraar punten verdienen als een bewoner zich aanmeldt als buurtvrijwilliger. Deze punten staan in een app en kun je gebruiken voor zaken die gezond voor je zijn, zoals een behandeling bij een therapeut of een zorgwandeling. Dit kan ook in andere wijken toegepast worden. Ook vraag ik mij bijvoorbeeld af waarom het RIVM niet een nadrukkelijkere rol speelt bij de ontwikkeling van een gezonde wijk. Bij dit instituut zit zo ongelooflijk veel kennis.

Met alle betrokken partijen is het natuurlijk niet het doel om de overheid te verdrijven en de bewoners in onze greep te krijgen. Het Rijk en de gemeenten blijven noodzakelijk voor de sturing en toezicht op bijvoorbeeld de privacy. Het is juist de bedoeling dat verschillende betrokken partijen, die allemaal een andere achtergrond hebben, elkaars hand voor een langere tijd vasthouden. Door gebruik te maken van elkaars kwaliteiten, kunnen de prachtwijken dan echt tot stand komen.