Hoewel het Rijk dus een landelijk kader heeft opgesteld en een aantal bedrijven op landelijke schaal (DHL, Heineken, PostNL bijvoorbeeld) al actie ondernemen wat betreft duurzame stadslogistiek, pleit het bedrijfsleven in de Regio Twente voor een helder eenduidig regionaal kader over wanneer en waar er ‘uitstootvrij’ gereden moet worden. Ook spreekt het bedrijfsleven in Twente de duidelijke wens uit om voldoende laadinfrastructuur aan te leggen, met een mix van private en publieke laadpunten.
Daarnaast wordt er vanuit het bedrijfsleven gepleit voor ruimere venstertijden voor zogenoemde ZE-voertuigen, waardoor er langer en vaker bevoorraad kan worden. Ook moeten logistieke stadshubs gefaciliteerd en gepromoot worden en er laad- en lospleinen aan de rand van een winkelgebied gecreëerd worden. Op de pleinen blijft er voor de korte termijn ruimte voor dieselvoertuigen en kunnen ZE-voertuigen opgeladen worden. De eindlevering (de laatste kilometers) kan dan bijvoorbeeld per fiets gedaan worden. Verder benadrukt het bedrijfsleven dat de landelijke subsidies slim gekanaliseerd moeten worden richting de regio. Communicatie hierover is ook essentieel.
Het bedrijfsleven kijkt dus naar de lokale overheden voor ondersteuning. In het rapport staat dan ook de rol van de provincie en gemeenten beschreven. In grote en kleine steden moeten de privileges voor bedrijven gestandaardiseerd worden, zodat er een eerlijk speelveld ontstaat. Strikter handhaven van gebieden met beperkte toegang behoort tot de mogelijkheden. Daarbij is uitfaseringsbeleid van voertuigen die op fossiele brandstoffen rijden wel van belang, zodat bedrijven hun eigen transitie kunnen vormgeven.
Routekaart
Naast een kader voor uniform toegangsbeleid moet het bovenstaande volgens de onderzoekers gaan resulteren in een routekaart naar 2025, waarin een totaaloverzicht van de ontwikkeling per gemeente staan. De routekaart maakt duidelijk waar tot wanneer welke voertuigen zijn toegestaan, waar ZE-zones zijn ingevoerd en waar brandstofvoertuigen welkom blijven.
De provincie moet de handsschoen oppakken wat betreft het verder en beter inrichten van het Loket Logistieke Vragen. Dit loket moet publieke (duurzame inkoop, hub-vragen. Oplaadinfra) en private vragen (TCO, subsidie, private laadinfrastructuur) kunnen beantwoorden. Tevens wordt de wens van het bedrijfsleven om meer laadinfrastructuur aan te leggen door de onderzoekers vertaald in een concrete opdracht voor de verantwoordelijke overheden. De focus moet liggen op het aanleggen van gezamenlijke snellaad-infrastructuur op ontsluitingswegen en de rand van gemeentekernen en private infrastructuur bij logistieke hotsports moet openbaar gemaakt (gastgebruik) worden. Nader moet worden bepaald of gemeenten of de provincie de regierol op zich moeten nemen.
In Twente zijn er al meerdere initiatieven (publieke en private) voor het terugdringen van CO2 bij goederenvervoer tot stand gekomen, door bijvoorbeeld het opzetten van logistieke hubs. Dit geldt vooral voor de grotere plaatsen, zoals Enschede en Hengelo. Kleinere kernen kunnen wel indirect profiteren van de invoering van ZES in de grotere kernen, maar kunnen ook via eigen maatregelen zelf meer faciliteren en stimuleren.
Meer lezen over de Uitvoeringsagenda Stadslogistiek? Klik hier.