Energie Beheer Nederland (EBN) doet namens de provincies seismisch onderzoek op zes verschillende lijnen naar aardwarmte in de diepe ondergrond. (1) Schiphol-Diemen-Almere, (2) Haarlem-Amsterdam Noord-Landsmeer, (3) De Ronde Venen-Blaricum, (4) Almere-Laren, (5) De Ronde Venen-Amsterdam Zuidoost en (6) Lelystad-Amsterdam Zuid worden in de komende maanden onderzocht.
Op deze punten kan EBN geluidsgolven tot een diepte van zes kilometer de ondergrond in sturen. De aardlagen kaatsen de golven terug en met behulp van grondmicrofoons worden de signalen dan weer opgevangen. Zo ontstaat inzicht in de potentie van aardwarmte in de zes gebieden.
Aardwarmte kan een duurzaam alternatief zijn voor aardgas voor het verwarmen van woningen en kantoren. Daarom willen de provincies Noord-Holland en Flevoland het gebruik van aardwarmte als warmtebron versnellen, maar daarvoor is wel kennis nodig. Met deze reden is EBN gevraagd om extra seismisch onderzoek te doen in de MRA om erachter te komen welke ondergrond geschikt is om aardwarmte uit te putten.
SCAN verwacht geen onmogelijke problemen
Het onderzoek maakt deel uit van een groter geheel. De Seismische Campagne Aardwarmte Nederland (SCAN) van het EBN heeft al grote delen van Nederland in kaart gebracht. In een reactie laat de organisatie weten uitdagingen te zien in de verstedelijkte omgeving, maar in de uitvoering geen verrassingen verwacht.
‘Sommige lijnen kennen inderdaad een extra uitdaging’, zegt Elly Klut van SCAN. ‘In een stedelijke omgeving hebben we te maken met omwonenden waardoor de inpassing en de afstemming van het onderzoek wat meer inspanning vergt.’
‘Maar we hebben ook met andere uitdagingen te maken, waar een goede voorbereiding essentieel voor is. Dit hebben we al eens eerder gedaan bij de Vinkeveense en Maarsseveense plassen, maar we krijgen nu te maken met dieper water, zoals het IJsselmeer. De voorbereidingen verlopen echter goed.’
Ook voor het omhoog pompen van het warme water zijn er oplossingen te bedenken. In tegenstelling tot bijvoorbeeld een gasveld bevindt een aardlaag zich vaak in een groter gebied, waardoor het op verschillende locaties mogelijk is om de aardwarmte omhoog te halen. ‘Natuurlijk wil je zo dicht mogelijk bij je afnemers zitten, omdat warm water afkoelt. Een productielocatie is ongeveer twee voetbalvelden groot.’
‘Voor een ruimtelijke inpassing is er niet veel ruimte nodig’, eindigt Klut. ‘Voor aardwarmte moet je twee putten maken. Een om warm water op te pompen en een om afgekoeld water weer in de grond te brengen. Er zit dus een zekere flexibiliteit in.’